Dit is een overzichtelijke samenvatting van Inleiding Onderwijswetenschappen, Universiteit van Amsterdam. Alle leerdoelen zijn uitgewerkt aan de hand van de artikelen, en de hoorcollege's.
Macro (nationaal niveau)
Wat betreft de leeromgeving is op landelijk niveau vastgesteld dat scholen zich moeten
houden aan de schooltijd en onderwijstijd. Schooltijd is de tijd die een leerling verplicht op
school aanwezig moet zijn. Onderwijstijd is het aantal uren dat een leerling onderwijs krijgt.
Dat kan ook op andere plaatsen zijn dan binnen de schoolmuren.
Eisen aan bijvoorbeeld praktijkruimtes zijn onder andere af te leiden uit de
examenprogramma's/syllabi van de vakken.
Meso (schoolniveau)
Leeromgeving op meso-niveau doet uitspraken over de plaats waar het leren plaatsvindt: op
school, thuis, een andere plaats. Daarnaast betreft het uitspraken over de inrichting van de
fysieke en digitale plaats van het leren. Tot de fysieke leeromgeving behoren bijvoorbeeld
klaslokalen binnen de school, werkhoeken buiten het klaslokaal, practicumlokalen,
bibliotheek/mediatheek, ICT-lab, het schoolplein en bijv. een schooltuin, maar ook locaties
buiten de school waar leerlingen bijvoorbeeld stage lopen of projectwerk doen.
Om te bespreken. (leerklimaat, leiderschap + sturing).
Micro (lesniveau)
Leeromgeving op micro-niveau verwijst naar de indeling en aankleding van de plaats waar
het leren van leerlingen binnen een les, lessenreeks of project plaatsvindt: op school, thuis
en/of elders. Het gaat daarbij zowel om de fysieke als de digitale leeromgeving. Tot de
fysieke leeromgeving behoren bijvoorbeeld klaslokalen binnen de school, werkhoeken buiten
het klaslokaal, practicumlokalen, bibliotheek/mediatheek, ICT-lab, het schoolplein en evt.
een schooltuin, maar ook locaties buiten de school waar leerlingen bijvoorbeeld stage lopen
of projectwerk doen. Leerdoelen, leerprocessen individuele verschillen, klas, instructie,
leren, didactische vormgeving.
Studenten kunnen een definitie geven van een organisatie.
Organisaties = ‘Sociale entiteiten die gericht zijn op een doel, ontworpen zijn als systemen
van bewust gestructureerde en gecoördineerde activiteiten, en verbonden zijn met de
externe omgeving.’
• Sociale entiteiten = bestaan uit mensen en onderlinge relaties en interacties
• Gemeenschappelijke doelstellingen: voortvloeiend uit de wisselwerking tussen mensen
• Gestructureerd en gecoördineerd: middelen en activiteiten worden ingezet om het doel van
de organisatie te realiseren
• Externe omgeving: maatschappij, inclusief andere organisaties
Studenten kunnen de vijf door Bryk (2010) onderscheiden kenmerken van een
schoolorganisatie toelichten.
Students' academic learning occurs principally in classrooms as students interact with
teachers around subject matter. How we organize and operate a school has a major effect
on the instructional exchanges in its classrooms. Put simply, whether classroom learning
proceeds depends in large measure on how the school as a social context supports teaching
and sustains student engagement. Through our research, we identified five organizational
,features of schools that interact with life inside classrooms and are essential to advancing
student achievement.
Vertrouwen is belangrijk voor het ontwikkelen van organisatorische veranderingen.
5 kenmerken van effectiviteit
1.Coherent instructional guidance system / ondersteuning van het onderwijs
Ondersteuning onderwijs. Leerkrachten kunnen op deze schoolstructuur, visie terugvallen.
Schools in which student learning improves have coherent instructional guidance systems
that articulate the what and how of instruction. The learning tasks posed for students are key
here, as are the assessments that make manifest what students actually need to know and
provide feedback to inform subsequent instruction. Coordinated with this are the materials,
tools, and instructional routines shared across a faculty that scaffold instruction. Although
individual teachers may have substantial discretion in how they use these resources, the
efficacy of individual teacher efforts depends on the quality of the supports and the local
community of practice that forms around their use and refinement.
2. Professional capacity / professionele capaciteit
Kwaliteit van leerkrachten. Schooling is a human-resource-intensive enterprise. Schools are
only as good as the quality of faculty, the professional development that supports their
learning, and the faculty's capacity to work together to improve instruction. This support
directs our attention to a school's ability to recruit and retain capable staff, the efficacy of
performance feedback and professional development, and the social resources within a staff
to work together to solve local problems.
3. Strong parent-community-school ties / sterke verbondenheid tussen de school, ouders en
bredere gemeenschap
Sterke verbondenheid, ouders, leerkrachten en bredere gemeenschap. The quality of these
ties links directly to students' motivation and school participation and can provide a critical
resource for classrooms.
4. Student-centered learning climate / leerlinggericht leerklimaat
Leerklimaat op school ( van leerlingen veilig, gestructureerd, prestaties in het onderwijs)
All adults in a school community forge a climate that enables students to think of themselves
as learners. At a minimum, improving schools establish a safe and orderly environment —
the most basic prerequisite for learning. They endorse ambitious academic work coupled
with support for each student. The combination allows students to believe in themselves, to
persist, and ultimately to achieve.
5. School leadership / leiderschap
Aandrijving van schoolkwaliteit + samenhang academische ondersteuning personeel,
koershouding, visie. Principals in improving schools engage in a dynamic interplay of
instructional and inclusive-facilitative leadership. On the instructional side, school leaders
influence local activity around core instructional programs, supplemental academic and
social supports, and the hiring and development of staff. They establish strategic priorities
for using resources and buffer externalities that might distract from coherent reform. Working
in tandem with this, principals build relationships across the school community. Improving
teaching and learning places demands on these relationships. In carrying out their daily
,activities, school leaders advance instrumental objectives while also trying to enlist teachers
in the change effort. In the process, principals cultivate a growing cadre of leaders (teachers,
parents, and community members) who can help expand the reach of this work and share
overall responsibility for improvement.
De kenmerken moet je samen kunnen zien, effectief. Soortgelijk idee als de spinnenweb
metafoor bij het curriculum. Aandacht aan alle kenmerken, ongeveer hetzelfde.
Studenten kunnen een professionele leergemeenschap definiëren door deze af te
zetten tegen andere samenwerkingsvormen.
Professionele leergemeenschap =“Een klein team dat regelmatig bij elkaar komt om op een
gestructureerde wijze kennis en ervaring te delen rond een relevant thema, waarbij de
inzichten bovendien direct praktisch toegepast worden om het onderwijs of de
onderwijsinstelling te verbeteren.
Studenten kunnen de resultaten van de studie van Bryk (2010) toelichten, inclusief het
belang van interactie tussen schoolorganisatorische factoren, relational trust en
omgevingskenmerken (sociaal kapitaal en leerlingen in nood)
● Wat niet in de figuur tot uiting komt... interactie tussen kenmerken was van belang:
“We ultimately came to view the five supports as an organized system of elements in
dynamic interaction with one another. As such primary values lies in their integration
and mutual reinforcement.” (Bryk, 2010, p.26)
● Scholen die goed scoorden op de meeste van deze kenmerken hadden 10x zoveel
kans om verbetering te laten zien dan andere scholen. Scholen die jaren achtereen
slecht scoorden op een van deze kenmerken, lieten bijna nooit verbetering zien.
Omgevingskenmerken (Die vaak maken of een school wel/niet verbetering door kan zetten)
● Relational trust (Smeermiddel schoolverbetering)
- Schoolleiderschap (bemoeit zich met relaties binnen de school,
controlerende taken uitvoeren).
● Social capital: bestaande sociale netwerken (bv. religieuze instellingen)
● Proportie leerlingen in nood, problemen van de community komen naast de zorgen
van de school erbij. (verwaarlozing, mishandeling, huiselijk geweld, etc.) Not only are
the schools highly stressed organizations, but they exist in challenged communities
and confront an extraordinary density of human needs every day.
“Absent systematic analysis of not only where we succeed but also where and why we fail,
we will continue to relegate many of our students and their teachers to a similar fate.” (Bryk,
2010, p. 30)
, Studenten kunnen verschillende factoren benoemen die de schooleffectiviteit
beïnvloeden en hierbij onderscheid maken tussen factoren op klas- en
instructieniveau (micro) en schoolniveau (meso) (Bryk, 2010; Creemers & Sleegers,
2009, p. 122-123; Hoy & Miskel,2008)
Beschrijf mogelijke (bij de casus passende) oorzaken voor de tegenvallende
leerresultaten op micro- en mesoniveau.
Mogelijke oplossingen mesoniveau:
- Aantrekken leerkrachten
- Groepen samenvoegen
- Werken aan verbondenheid met ouders en gemeenschap
- Werken aan een schoolcultuur/leerklimaat waarin alle leerlingen zich vertegenwoordigd
voelen
- Professionele ontwikkeling op het gebied van differentiatie, klassenmanagement
Micro: wat maakt scholen effectief? (Creemers & Sleegers, 2009)
● Management van de klas; ordelijke en rustige atmosfeer;
● Geven van huiswerk;
● Hoge verwachtingen van leerlingen hebben;
● Nastreven van duidelijke doelstellingen;
● Beperkte set van doelstellingen;
● Nadruk op basisvaardigheden;
● Nadruk op cognitieve vaardigheden en transfer;
● Structureren van de inhoud;
● Ordenen van doelen en inhouden;
● Gebruik van advance organizers;
● Aansluiten bij voorkennis van leerlingen;
● Heldere presentatie van leerstof;
● Stellen van vragen aan leerlingen;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller angelinamichelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.91. You're not tied to anything after your purchase.