100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
OOP1 hoorcolleges deeltentamen 2 $6.98
Add to cart

Class notes

OOP1 hoorcolleges deeltentamen 2

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

OOP1 hoorcolleges deeltentamen 2

Preview 4 out of 34  pages

  • December 23, 2023
  • 34
  • 2022/2023
  • Class notes
  • Danny kostens
  • 4 t/m 8
avatar-seller
Ontwikkelings- en onderwijspsychologie 1 deel 2
Hoorcollege 1
Componenten van taal
Taal kun je zien als een symbool, gebruik je in dagelijks leven als representatie van gedachten
gevoelens en kennis om met anderen te communiceren. Doel is gedachten en gevoel overbrengen
naar iemand anders, meest gebruikte vorm hiervoor is taal. Zwaaien is ook een vorm van taal, maar
dan non-verbaal. Je bent altijd continu bezig met het organiseren en ordenen van je gedachten en
dat doe je aan de hand van taal > taal meest gebruikte vorm van communicatie.

Kinderen en volwassenen even vaardig
- Rond 5 jaar beheersen kinderen de basisstructuur van hun moedertaal (gesproken taal of
gebarentaal), alleen daarna in complexiteit en woordenschat doorgroeien, basis zit er al in.
Iemand die op jonge leeftijd in gebarentaal in aanraking komt dan ook op 5 de ontwikkeld.

Gebruik van taal houdt in; 2 vormen van taal
- Begrip van taal; begrijpen wat anderen zeggen of bedoelt (of gebaren of schrijven) > je
reageert erop en dat is een productie van taal
- Productie van taal; spreken (of gebaren of schrijven) tegen anderen.
 Taal begrip gaat altijd vooraf aan productie, dus eerst begrijpen daarna pas produceren.
 Begrip is het begrijpen en daarna zelf produceren > Duits; tekst lezen en begrijpen dan
zelf meteen gesprek voeren.

Basisstructuur van taal
- Taal is een generatief systeem; betekend dat je met een bepaald aantal tekens alle
combinaties kan maken die je je kunt bedenken > bepaalt aantal woorden of structuren in
een zin die we gebruiken en hiermee kun je oneindige reeks krijgen van wat je wilt zeggen of
uitleggen, dus het is oneindig.
- Basisstructuur >
o Bestaat uit Zinnen en deze vormen samen het verhaal > zinnen opgebouwd uit
bepaalde volgorde van woorden en morfemen zijn belangrijkste delen van het woord
die betekenis hebben.
o Woorden / morfemen; tafel – tafels > tafel is een vrij morfeem (woord is opzichzelf
iets) want dat is opzichzelf een woord, alleen een s is niks is het gebonden morfeem
(morfeem voor nodig om woord te vormen). Stoel is vrij morfeem, -en is gebonden
morfeem. Die morfemen bestaan uit klanken, elke klank is een foneem.
o Klanken / fonemen; /r/-/o/-/au/-/ei/ > fonemen zijn alle klanken waarin je een
woord kunt opdelen. Fonemen zijn afhankelijk van een taal, klanken verschillen per
taal.
- Syntax; de set regels die bepaalt hoe een taal wordt gebruikt > verschillend per taal >
volgorde van zinsopbouw bepaalt hoe je de taal spreekt. Syntax zijn de technische regels.

,4 componenten van taal;
- Fonologische ontwikkeling; verwerven van kennis van fonemen (klanken) > het ophakken
van woorden. Stoel ; s t oe l, dus kijken naar klanken.
- Semantische ontwikkeling; leren van systeem voor uitdrukken van betekenis in een taal,
beginnend met morfemen > betekenis van hoe zinnen zijn opgebouwd en wat er precies
bedoelt wordt. Wat betekend de taal en wat houdt het in, en dat begint met morfemen dus
wat betekenen woorden, tafel is anders dan een stoel dus kijken naar morfemen.
- Syntactische ontwikkeling; leren van de syntaxis of regels om woorden te combineren >
technische, beginnen met lidwoord znw werkwoord > taal is opgebouwd op een bepaalde
manier en de combinaties die er zijn is de syntaxtische ontwikkeling.
- Pragmatische ontwikkeling; leren hoe taal wordt gebruikt, inclusief begrijpen dat er
verschillende (cultuurgebonden) gespreksconventies bestaan, wat is wel en niet gepast,
regels voor taal > als iemand iets vraagt dan antwoord je daarop, bepaald taalgebruik.

B. Wat is er nodig voor taal?
1. De hersenen zijn belangrijk voor taalontwikkeling. Taal is een soort specifiek gedrag en
hebben een sleutelrol die taal ontwikkelen.
Sleutel voor volledige taalontwikkeling zijn de hersenen;
o Taal is soort-specifiek gedrag voor mensen, want bij dieren komt taal niet in dezelfde
mate voor, kunnen wel door conditionering iets aanleren maar nooit op dezelfde
manier verwerken als wij dat kunnen.
o Alleen mensen verwerven een communicatiesysteem dat de complexiteit, structuur
en generativiteit heeft van taal > door je hersenen.
o Taal is ook soort-universeel; bijna alle mensen ontwikkelen een vorm van taal,
zonder dat je er moeite voor doet.

Verband hersenen en taal, voornamelijk in linker hersenhelft. Van boven twee hersengebieden, bij
meeste mensen zijn rechtshandig, dan zit taalontwikkeling aan linkerkant.
- Functionele lokalisatie in de hersenen:
o De linker hemisfeer (hemisfeer = hersengebied) is al bij jonge kinderen
gespecialiseerd voor taal (neemt toe met leeftijd, meer verbindingen en ontwikkelen
dus meer begrijpen); deze hemisferische specialisatie neemt toe met de leeftijd, in
het begin beperkt in taalontwikkeling en wat je kan zeggen en later meer
verbindingen gelegd en meer taalontwikkeling.
o Schade aan gebied van Broca, vlakbij de motorische cortex, is verantwoordelijk voor
problemen met de spraakproductie > nadenken om iets te zeggen. Linkshandige
mensen meer gelijk verdeelt.
o Schade aan gebied van Wernicke, vlakbij de auditieve cortex, is verantwoordelijk
voor problemen met betekenis. Klanken
komen binnen en auditieve gebied, en in
gebied van Wenicke worden klanken
omgezet in betekenis en dan begrijp je wat
iemand tegen jou probeert te zeggen.

,Test van kritische periode voor de ontwikkeling van taal. In gevoelige periode neem je iets sneller
op. Maar kritische periode ligt op ongeveer 7 jaar, als je hiervoor taal ontwikkelt is het makkelijker
om nieuwe taal ontwikkelen erbij dus een tweede taal, dan gevoelig voor talen en sneller opnemen,
na 7 jaar moeilijk om nieuwe taal te leren.
› Prestatie op test voor Engelse grammatica van volwassenen uit Korea en China hangt direct
samen met leeftijd waarop ze naar de VS waren gekomen en aan het Engels waren
blootgesteld
› De scores van volwassenen die voor hun 7e jaar waren gekomen verschilden niet van
mensen die Engels als moedertaal hadden

Tweetaligheid / meertaligheid
- Bilingualism = meertaligheid.
- Veel kinderen groeien op met meer dan één taal
- Kinderen die twee of meer talen leren, lijken hierdoor niet in verwarring te raken = talen
mixen (language mixing) als je talen door elkaar gaat halen, talen mixen en daardoor
sommige zinnen in Engels begint en Nederlands woord ertussendoor gooit > is niet erg en
kinderen lopen geen achterstand op, lost zich weer op.
• Serina; Nederlandse zin en dan een Arabisch woord, want niet in NLD eruitkomen.
- Soms tijdelijke achterstand in één of meerdere talen, maar dit trekt meestal weer bij
- Meertalige kinderen presteren gemiddeld beter als je meertalig wordt opgevoed > hersenen
ontwikkelen op meerdere gebieden. Cognitief betere ontwikkeling.

2. De menselijke omgeving > nurture
- Blootstelling aan taal is nodig om taal te ontwikkelen
a. Genie: “Father take piece wood. Hit. Cry” > nooit gelukt taal te leren, blootstelling en
dus omgeving is belangrijk om taal te ontwikkelen.
- Kind-gerichte spraak (Infant-directed speech, IDT) is de specifieke manier van praten van
volwassenen tegen baby’s en heel jonge kinderen (en huisdieren) > anders praten tegen
kinderen dan vrienden, veel verkleinwoorden en anders dan in het dagelijks leven.
- Kenmerken IDT:
b. warme en gevoelige toon
c. hoge stem
d. extreme intonatie
e. langzamer spreektempo
f. overdreven gezichtsuitdrukkingen

C. Taalverwervingsproces
Fasen in taalverwerving
1. Spraakperceptie heeft te maken met metriek en dat gaat om ritme van praten.
- De foetus is gevoelig voor metriek: het kenmerkende ritme, tempo, melodie, intonatie, etc.
waarmee een taal wordt gesproken (prosodie) (metriek is het ritme waarop iemand praat,
tempo, melodie, wordt ook wel prosodie genoemd > in de buik als foetus al ontwikkelen en
dan ontwikkel je er gevoel voor; ene prettiger dan andere, ene stem fijner dan andere dus
gevoeligheden door metriek en veroorzaakt verschillen tussen talen)
o Verschil tussen talen
o Verschil tussen personen die dezelfde taal spreken

, - Spraakperceptie gaat daarnaast ook over categorische perceptie: het kunnen onderscheiden
van klanken die in een taal verschil maken > beer en peer 1 klank die verschilt, aan hand van
klanken een betekenis koppelen.

Juist alle klanken, dus metriek, zorgen dat kinderen een bepaalde gevoeligheid ontwikkelen en
gevoeligheid neemt toe van je eigen taal.
Gevoeligheid van je eigen taal neemt toe, in de buik herken je al dingen (zinnen beginnen en
eindigen als baby)
- Kinderen worden in toenemende mate gevoelig voor regelmatigheden in hun eigen taal
 Woordsegmentatie: in een zin herkennen waar woorden beginnen en eindigen
(vanaf ca. 6 maanden)(aan klank horen en woorden herkennen, heeft te maken met
distributionele eigenschappen) > kind is daar beter in dan wij nu, aan klanken horen
dit is begin of einde van de zin. Dit is eindklank, dus er komt een nieuw woord aan.
 Distributionele eigenschappen: herkennen dat bepaalde klanken vaak samen
voorkomen (vanaf geboorte) bijvoorbeeld sch als beginklank, schep, school dat is een
distributionele eigenschap.
- Eigen naam: kinderen kunnen hun eigen naam herkennen uit achtergrondconversaties
(vanaf ca. 5 maanden) > gevoelig voor eigen naam.

2. Voorbereiding op productie
Rond 6 of 8 weken begint het kind het leuk te vinden om klinkers te produceren, dus het
voorbereiden van het uitspreken van klanken > kleine kreten als oe en aa en proberen interactie uit
te lokken van de omgeving > door interactie en reactie van opvoeders of ouders zorg je dat klanken
zich verder ontwikkelen = klankdialogen = kind geeft een klank en ouder reageert hierop en zo krijg
je verschillende klanken die het begin van een conversatie vormen.

Babbelen
› Kinderen tussen de 6-10 maanden beginnen te babbelen door middel van het herhalen van
klankreeksen die bestaan uit medeklinkers gevolgd door klinkers. Klanken uitgebreid met
medeklinkers, boe, bah, ies > worden steeds uitgebreider en gaat meer lijken op woorden.
Door ritme en intonatiepatronen en metriek die ze gewend zijn zorgen dat ze klanken relatief
makkelijk kunnen uitvoeren. In babbelen zeggen ze dat moeilijk te onderscheiden is welke
taal je spreekt.
 Herhaalde handbewegingen in het geval van doofgeboren kinderen
 Als het babbelen meer gevarieerd wordt, gaat het meer lijken op de klanken, het
ritme en de intonatiepatronen van de taal die ze dagelijks horen
 Moeilijk de taal te onderscheiden in het babbelen
- Engels/ Chinees niet te onderscheiden

Vroege interacties zorgen dat kinderen daarna gaan praten en dat ze interactieve routines
ontwikkelen; ik geef een klank en dan geeft iemand anders een klank.
› In het eerste jaar, al voordat kinderen echt beginnen te praten, ontwikkelen ze interactieve
routines:
 De beurt nemen: eerst jij dan ik
 Wijzen: helpt bij het richten van de aandacht van de ander > bezig met omgeving en
bij wijzen een klank noemen, kijken hoe reageert ander en zorgen dat ander ook
kijkt.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller piendorgelo. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98
  • (0)
Add to cart
Added