100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting inwendige ziekteleer - 3e bachelor tandheelkunde $22.89   Add to cart

Summary

Samenvatting inwendige ziekteleer - 3e bachelor tandheelkunde

 39 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een volledige samenvatting van inwendige ziekteleer, gegeven door Jeroen Dekervel die alle slides bevat aangevuld met grondige notities tijdens de lessen.

Preview 4 out of 141  pages

  • December 23, 2023
  • 141
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING INWENDIGE ZIEKTELEER
INLEIDING

Inwendige ziekte is een archaïsche term. Vroeger in de geneeskunde was het heel simpel: je had diegenen die
snijden en diegenen die niet snijden, de chirurgen en de internisten. Vroeger hadden die 2 disciplines niets met
elkaar te maken, nu is dat totaal vervaagd. Inwendige ziekten is onderverdeeld in subtopics. Het is niet meer
mogelijk om elk van die topics goed te beheersen, de kennis is zodanig uitgebreid dat het zelfs moeilijk wordt om
vb alles van hart- en vaatziektes te kennen. Binnen die subtopics wordt het zelfs opgedeeld.

Mensen die inwendige ziektes doen snijden niet, maar die doen meer en meer interventies. Een internist
vroeger dacht na, duwde eens op de buik, luisterde naar het hart, schreef medicatie voor. Tegenwoordig doet
die procedures (met camera‘s, met katheders, met niet-invasieve zaken). Die opsplitsing van vroeger is er
tegenwoordig een stuk minder.

Hart- en vaatziekten (cardiologie) & gezwelziekten (oncologie) zijn heel belangrijk voor een tandarts.
We gaan ons focussen op 2 zaken: wat voor een tandarts belangrijk is (op de slide staat een tandje rechtsboven)
& wat frequent is (vb. tante klaagt over prikkelbare darmsyndroom, dat heeft geen implicaties voor een tandarts
maar het kan nuttig zijn om daar iets over te weten).

Elk hoofdstuk is hetzelfde opgebouwd: anatomie – onderzoeken – ziektebeelden. Anatomie: basis die je moet
kennen om het ziektebeeld te kunnen kennen. Onderzoeken: die in de kliniek gebruikt worden. Ziektebeelden:
die relevant zijn voor de tandarts.




1

,HOOFDSTUK 1: HART- EN VAATZIEKTEN (CARDIOLOGIE)

ANATOMIE VAN HART EN VATEN


ANATOMIE VAN DE BLOEDVATEN

Cardiologie = alles wat zich bezighoudt met het hart en de bloedvaten. Het hart zit in
de borstkas, tussen de longen in een ruimte die wij mediastinum noemen, er zit een
zakje rond het hart = pericard. Van daaruit vertrekken een aantal heel belangrijke
bloedvaten.

SCHEMATISCH hart heeft 4 kamers: linker atrium, linkerventrikel, rechter atrium,
rechterventrikel (links is rechts!!!) (atrium = voorkamer). Hoe zit de bloeddoorstroming
in elkaar? Zuurstofrijk, zuurstofarm. Vanuit linkerventrikel vertrekt de aorta (enorm dik
bloedvat), dat voorziet uw hele systeem van zuurstofrijk bloed (vele aftakkingen). Als je uiteindelijk komt bij een
eindorgaan dan zijn daar allemaal kleine takjes (capillairen) die ervoor zorgen dat zuurstof en nutriënten kunnen
worden afgegeven ® dan wordt het zuurstofarm bloed. De druk is er ook uit op dat moment, lage druksysteem.
Op die manier keert het bloed terug naar het rechter atrium van het hart. De grote bloedvaten die daar
verantwoordelijk voor zijn, noemen we de vena cava.

Dat is de systeemcirculatie maar daarmee hebben we ons
bloed nog niet voorzien van zuurstof, we hebben ook een
longcirculatie nodig. Daarvoor vertrekt het bloed vanuit
de rechterventrikel, opnieuw vertakkingen (capillairen) in
de longen ® zuurstof wordt opgeladen ® keert terug
naar het linker atrium ® cirkel is rond. KORT een aantal
bloedvaten vervoeren zuurstofarm bloed, een aantal
zuurstofrijk bloed, een aantal BV staan onder hoge druk (degene die weg van het hart gaan), een aantal BV staan
onder lage druk. In het hart zelf is er een complexe anatomie want we willen afgescheiden gedeeltes hebben.
De aorta voorziet bloed zowel naar boven toe (hersenen en armen) als naar onder toe (buik en benen). Vena
cava superior die van boven komt en de vena cava inferior die vanonder komt, die het zuurstofarm bloed
terugbrengt naar het rechter atrium ® rechter ventrikel ® naar de longen.

We hebben arteries (slagaders) en venen (aders). Venen staan onder lage druk, arteries onder hoge druk. Het is
niet zo dat de venen enkel zuurstofarm bloed vervoeren en de arteries enkel zuurstofrijk bloed. Arteries staan
onder hoge druk en de venen onder lage druk ® anatomie van die buizen
weerspiegelt perfect hun functie. Arteries hebben een dikke spierige wand
die moet kunnen weerstaan aan hoge druk, een dunner lumen (een
kleinere opening). Binnenlaag heet het endotheel (bekleding van de
binnenwand), hebben zowel arteries als venen. Dat endohteel wordt ziek
bij aderverkalking, dan zit daar het probleem. Ook het hart is aan de
binnenkant bekleed met een endoteel = endocard.

De venen hebben een dunnere wand, een grotere opening, moeten aan minder druk weerstaan. Venen staan
onder lage druk vb. in uw benen. Hoe kan het bloed dan terug naar boven? Is tegen de zwaartekracht, er zit
geen pompsysteem achter OPLOSSING venen hebben kleppen (arteries hebben dat niet). Die kleppen zorgen
ervoor dat als bloed naar boven wordt gestuwd (vb. door spierkracht in uw benen) dat het bloed niet terug naar
beneden zakt, het wordt tegengehouden. De kleppen gaan open in de richting van het hart (naar boven toe),
heeft het bloed de neiging om te zakken dan sluiten die kleppen. Soms raken die kleppen beschadigd en dan kan
je vb. gezwollen benen krijgen.


2

,Capillairen zijn anatomisch zo gemaakt dat de wand extreem dun en doordringbaar is voor zuurstof, nutriënten,
immuuncellen. Immuuncellen kunnen langs daar naar buiten kruipen om vb. een ontsteking te kunnen gaan
oplossen (tandabces). Elk deel van het circulatiesysteem heeft duidelijk zijn functie.


ANATOMIE VAN HET HART

Het hart heeft anatomisch 4 kamers ® daar zitten structuren in het hart die voorkomen dat het bloed zomaar
van elke kamer naar een andere gaat. Er zitten 4 kleppen in ons
hart: er zit een klep tussen het linker atrium en het linker ventrikel
= mitraalklep en die voorkomt dat op het dat moment uw linker
ventrikel (= DE pomp van uw lichaam) samentrekt dat het bloed
zou terugvloeien naar uw linker atrium ® bloed moet de weg
volgen van de oarta. Als LV samentrekt, dan klappen die kleppen
toe en kan het bloed niet meer die kant uit. Als LV samen
getrokken is en het bloed is richting aorta gegaan ® op het einde
van die contractie (uw linker ventrikel is leeg en ontspant zich
terug) heeft het bloed de neiging om terug te komen van uw aorta
naar uw linker ventrikel. Dan is er de aortaklep die sluit zodat het
bloed in de systeemcirculatie blijft.

KORT Uw hart trekt samen ® mitraalklep toe ® bloed via de aorta weg in de systeemcirculatie ® einde van de
contractie ® linker ventrikel ontspant ® aortaklep sluit en het bloed kan niet meer terugkomen. Mitraalklep
gaat open zodat het linker ventrikel zich opnieuw kan vullen = hartcyclus.

Aan de rechterkant hetzelfde principe, de kleppen hebben een andere naam. Klep tussen rechter atrium en
rechter ventrikel noemt tricuspidalisklep. Tussen rechter ventrikel en de longcirculatie bevindt zich de
pulmonaalklep met exact dezelfde functie als links. Het bloed dat naar de longen wordt gestuurd tijdens de
samentrekking van het hart mag niet terugvloeien naar het rechter atrium en als dat gedaan is mag het niet
terugkomen vanuit de longcirculatie.

De klepblaadjes moeten gefixeerd zijn, mogen niet hangen te klapperen, dan zouden ze afunctioneel zijn. Atrio-
ventriculaire kleppen zijn gefixeerd naar binnen toe, naar de ventrikels toe met een subvalvulair apparaat ® dat
bestaat uit kleine spiertjes en een soort bindweefselige draden, zo worden die kleppen gefixeerd. Dat die niet de
andere kant uit kunnen, maar effectief geblokkeerd zitten in een gesloten stand. Bij endocarditis (infectie langs
de binnenkant van het hart) kan het subvalvulair apparaat weggevreten worden door bacteriën en dan hebben
we een probleem met de kleppen.

De afscheiding tussen links en rechts is ook belangrijk, er is normaal een strikte muur tussen de linker- en de
rechtercirculatie (tussen de systeemcirculatie en de longcirculatie). Op het niveau van een septum dat
daartussen zit. Een spierige wand tussen de ventrikels en dat loopt ook door tussen de atria (niet zo spierig) en
dat is dicht. Sommige mensen worden geboren met een Ventrikel-Septum-Defect (VSD) = gaatje in dat septum,
kan groot of klein zijn GEVOLG bloed gaat van de éne naar de andere kant kan. Meestal gaat het bloed van links
naar rechts omdat de druk in LV groter is dan in het RV. Dus gaat zuurstofrijk bloed zich terug mengen met
zuurstofarm bloed en dat is inefficiënt. Uw hart en circulatie heeft net moeite gedaan om het bloed van zuurstof
te voorzien en het wordt gemengd met zuurstofarm bloed en het gaat weer dezelfde toer doen. Is belastend
voor uw circulatie, uw hart, uw longen ® geen gewenste circulatie. Wordt shunt genoemd = verbinding tussen
het linker en het rechter systeem.




3

, Op microscopisch niveau – wand van een ventrikel: verschillende lagen en
ook die betegeling aan de binnenkant = endocard. Een aflijning die de
spierlaag afbakent van het bloed. Nog ander lagen langs de buitenkant,
belangrijkste is het pericard. Elke structuur in het hart kan op een
bepaalde manier onderhevig zijn aan bepaalde ziektebeelden.


ELEKTROCARDIOGRAM

Elektrocardiogram = het meten van een elektrische stroom die continu
en op eenzelfde manier door uw hart gaat. Elektrische geleiding doorheen
uw hart die ervoor zorgt dat uw hart samentrekt op een juiste en gecoördineerde manier zonder dat je er zelf
iets voor moet doen. De lijnen die men ziet is het meten van een elektrische stroom die continu doorheen het
hart gaat op dezelfde manier.

Binnen de wand van uw hart zit een elektrisch kabelsysteem dat daarvoor zorgt
en dat begint bij een natuurlijke pacemaker die thv RA zit (hoog in het dak) =
sinusknoop. Die vuurt continu, aan een bepaald tempo, een signaal af ® wordt
geregeld door zenuwstelsel, door hormonen… Als je aan het sporten bent, gaat
de sinusknoop signalen krijgen dat hij sneller moet afvuren. Als je aan het slapen
bent, dan trager. Die sinusknoop gaat niet zomaar beslissen wanneer hij afvuurt
maar in principe altijd op regelmatige basis een potentiaal afvuren.

Intermodale pathways = er zijn een aantal wegen binnen de atria waarlangs die stroom zich verder door het
hart gaat verplaatsen. Terwijl die stroom daar passeert, zorgt die ervoor dat de atria gaan samentrekken. Atria
zijn vrij dun, hebben niet zo een spierlaag als de ventrikels, dus die contractie van die atria moet niet zo extreem
zijn ® bloed moet gewoon zakken van de atria naar de ventrikels. Dat is de eerste plaats waar die
stroompotentiaal zijn invloed heeft. Dan komt de stroom terug samen in de atrioventriculaire knoop (AV-
knoop). ® die zit ergens op de overgang tussen de atria en de ventrikels. Daar komt de stroom weer samen om
naar de ventrikels te gaan.

Er is vrij snel een splitsing voor het rechtersysteem en het linkersysteem
= bundeltakken. Linker bundeltak en rechter bundeltak die de stroom
naar de ventrikels gaat brengen. De stroom wordt pas afgegeven aan de
vezels (Purkinjevezels). De contractie van de ventrikels gebeurt best van
onderuit (= belangrijk). Als je eerst van boven gaat contraheren en een
fractie van een seconde gebeurt het vanonder, dan heb je een beweging
dat het bloed naar onder wordt gestuwd terwijl het naar boven moet
richting aorta en de longslagader (arterie pulmonalis).

Heel het systeem is erop gemaakt dat bij elke hartslag eerst de atria gecoördineerd samentrekken en nadien de
ventrikels gecoördineerd samentrekken van onderuit. Er kan daar vanalles mee fout lopen vb. de sinusknoop
vuurt niet meer af. Gelukkig nemen dan andere plaatsen in dat systeem die rol over want anders zou het hart
niet meer samentrekken, is niet ideaal. Soms zien we blokken ontstaan thv de AV-knoop ® maar om de zoveel
tijd wordt er nog eens een potentiaal doorgelaten of zelfs helemaal niet meer, dan krijgen we ritmestoornissen.




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mettepeeters. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $22.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

83637 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$22.89
  • (0)
  Add to cart