Samenvatting van alle theorie uit de cursus histologie van Prof. dr. Jean-Pierre Timmermans en dr. Inge Brouns. Ook afbeeldingen zijn bijgevoegd om de leerstof te verduidelijken.
Histologie
Les 1: Inleiding tot de histologie
Een ‘weefsel’ is in feite een groep van gelijkaardige cellen die een gemeenschappelijke functie uitoefenen.
Elk weefsel is gespecialiseerd in minstens 1 unieke functie die mee instaat voor het behoud van
homeostase.
Cellen in weefsels zijn altijd omgeven door of ingebed in niet-levend inter- of extracellulair materiaal dat
matrix wordt genoemd.
Intercellulaire juncties, zoals desmosomen en tight juncties, houden groepen cellen samen om weefsels
te vormen die in lagen of andere continue massa’s voorkomen.
Onderverdeling weefsels:
- Epitheel(weefsel):
o Bedekt en beschermt lichaamsoppervlak
o Lijnt de lichaamsholten (lumen) af
o Zorgt voor selectieve overdracht van substanties in en uit bloed
o Vormt vele klieren
o Intercellulaire matrix nagenoeg afwezig
o Celverbindingen komen massaal voor
- Bindweefsel:
o Gespecialiseerd in ondersteuning van lichaam en onderdelen, en deze samenhouden
o Transport van substanties doorheen het lichaam
o Bescherming tegen indringers
o Cellen in bindweefsel liggen dikwijls ver uit elkaar en worden gescheiden door veel
extracellulaire matrix
- Spierweefsel:
o Veroorzaakt beweging
o Gespecialiseerd voor contractie
o Produceren beweging door verkorting van contractiele elementen aanwezig in hun
cytoplasma
o Willekeurig: skeletspier
o Onwillekeurig: hartspier – gladde spier
- Zenuwweefsel:
o Gespecialiseerd in communicatie en integratie
o Genereren van complexe boodschappen voor coördinatie van lichaamsfuncties
1.1. Embryonale ontwikkeling van weefsels
Ééncellige zygote → blastocyst → gastrulatie = proces verplaatsing blastocyst en vorming endoderm,
mesoderm en ectoderm → histogenese = primaire kiemlagen differentiëren tot verschillende weefsteltypes
- Ectoderm:
o Epitheel van de huid
o Aflijning mond en anus
o Zweetklieren en talgklieren
o Haar, glazuur van tanden
o Zenuwstelsel (hersenen, ruggenmerg)
o Epitheliale delen van de ogen, neus en oren
- Mesoderm:
o Spieren (spierweefsel)
o Skelet (been en kraakbeen)
1
, o Bloed
o Epitheliale aflijning van bloedvaten (endotheel)
o Onderheid (dermis)
o Organen van excretie- en voortplantingsstelsel
o Bindweefsel
- Endoderm:
o Epitheliale aflijning spijsverteringskanaal en ademhalingsstelsel
o Secreterende delen hepar (lever) en pancreas (alvleesklier)
o Urineblaas
o Epitheelbegrenzing urethra, thyreoïd (schildklier), parathyreoïd (bijschildklier) en thymus
(zwezerik)
1.2. Bestuderen van cellen, weefsels en organen
Klassiek lichtmicroscopisch onderzoek: organen fixeren → dehytrateren (ontwateren) → ingebed in
parafine → in dunne schijfjes snijden m.b.v. microtoom
Contrast creëren met kleuringen, samengesteld uit basische en zure kleurstoffen.
1.3. Relatie tussen structuur en functie
De verschillende weefsels in een orgaan zullen een specifieke rol vervullen. Samen zullen de lagen
(tunica) bijdragen tot de functie van het volledige orgaan.
Sommige organen bestaan uit kwabben (lobus; mv. lobi), onderverdeeld in kleinere kwabjes (lobulus; mv.
lobuli).
1.4. Bloed en bloedvaten
Bloed
- Bloed = bloedplasma + bloedcellen
o Hematrocriet = verhouding volume bloedcellen en plasma in gecentrifugeerd bloedstaal
- Rode bloedcellen (erythrocyten):
o Biconcave schijfjes zonder kern
o Gevuld met hemoglobine
o Roze aankleuren met zure kleurstof eosine
o Functie: zuurstof en CO2 transport
- Witte bloedcellen (leukocyten):
o Donkerpaars aangekleurd met may-grünwald giemsa kleuring
o Granulocyten:
▪ Diameter 12-15 μm
▪ Gelobde of gesegmenteerde kern (polymorfonucleaire leukocyten)
▪ Granulen in cytoplasma
▪ Neutrofielen:
• Gesegmenteerde kern met 2 tot 5 lobjes verbonden door chromatinebruggen
• In granulen zowel zure als basische stoffen
• Na kleuring zeer licht zalmroze (=neutraal)
• Functie: bij infectie
▪ Eosinofielen:
• Granulen gekleurd met eosine een baksteenrode kleur
• Tweelobbige kern
• Functie: doden van worm en parasieten + inperken allergische reacties
▪ Basofielen:
• Tweelobbige kern
• Granulen basofiel en donkerpaars gekleurd (kern maskeren)
o Agranulocyten:
3
, ▪ Mononucleair (1 kern, rond tot niervormig)
▪ Monocyten:
• Groot (12-20 μm)
• Grote kern, niet- of hoefijzervormig
• Cytoplasma licht basofiel
• In bindweefsel differentiëren tot macrofagen
▪ Lymfocyten:
• Klein (6-9 μ)
• Ronde cellen met weinig cytoplasma
• B-lymfocyten: humorale afweer
• T-lymfocyten: cellulaire immuunreacties
o Bloedplaatjes (trombocyten):
▪ Klein (2-5μm), kernloos, schijfvormige
celfragmenten
▪ Vorming van bloedstolsel (= trombus)
Bloedvaten
Tunica intima (endotheel + bindweefsel) – tunica media ((glad)
spierweefsel) – tunica adventitia (bindweefsel)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolienvanaelst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.92. You're not tied to anything after your purchase.