Dit is een samenvatting van de stof die geleerd moet worden voor de pedagogiek toets van Hogeschool Leiden bij de opleiding Sociaal Werk leerjaar 1. Dit is een uitgebreide samenvatting.
H1, h2, h5, h7: 7.3, 7.4 en 7.5, h8: 8.3, 8.4 en 8.7, h4 en h6
March 21, 2018
67
2017/2018
Summary
Subjects
pedagogiek
marielle regeer
samenvatting pedagogiek
pedagogiek samenvatting
inleiding in de pedagogiek
samenvatting inleiding in de pedagogiek
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hogeschool Leiden (HSL)
Sociaal Pedagogische Hulpverlening
Pedagogiek
All documents for this subject (2)
3
reviews
By: daanhoogeveen • 1 year ago
By: jonnamoonen • 6 year ago
By: jetskezeilemaker • 6 year ago
Seller
Follow
marielleregeer
Reviews received
Content preview
Samenvatting pedagogiek leerjaar 1 periode 3 Sociaal
Werk
Hoofdstuk 1:
Pedagogiek houdt zich bezig met de opvoeding van kinderen en jeugdigen van 0-18 jaar.
Het woord pedagogiek is afkomstig van het Griekse woord paidagoogia. Dit woord bestaat uit de
woorden pais en agogein.
Pais = kind
Agogein = leiden
Andere woorden voor pedagogiek zijn:
Opvoedkunde (richt zich op de vaardigheden van de opvoeder)
Opvoedingsleer (richt zich op het vergaren van kennis en opvoeden)
Opvoedingswetenschap (richt zich op het ontwikkelen van theorieën over en methoden met
betrekking tot opvoeden)
Pedagogiek heeft een eigen wetenschappelijke basis maar maakt ook gebruik van de wetenschap van
anderen (hulpwetenschappen).
Er zijn verschillende visies op de definitie van opvoeding. Uit de combinatie van die visies is de
volgende definitie ontstaan:
Opvoeding = alle omgang tussen ouder en kind waarbij gericht een relatie wordt aangegaan.
In deze omgang biedt de ouder het kind liefde, geborgenheid, veiligheid, intimiteit, aandacht,
grenzen, instructie, ondersteuning en controle. Hierdoor zal het kind tot zelfontplooiing
komen en over het nodige zelfvertrouwen en de nodige zelfstandigheid en zelfredzaamheid
beschikken om richting te geven aan zijn verdere leven. (opvoeding wordt ook uitgevoerd
door bijvoorbeeld leraren)
Er is pas sprake van opvoeding als het volgende van toepassing is bij de omgang met het kind:
1. Er is sprake van wederzijds respect tussen ouder en kind.
2. Het kind ervaart voldoende veiligheid bij, heeft vertrouwen in, kan rekenen op, voelt zich
geaccepteerd door en krijgt ondersteuning van de ouder.
3. Het kind wordt uitgedaagd om eigen beslissingen te nemen en te experimenteren met
nieuwe dingen, waardoor hij vertrouwen krijgt in zijn omgeving.
De 4 basisdimensies van opvoeden:
1. Ondersteuning bieden
2. Instructie geven
3. Controle uitoefenen
4. Grenzen stellen
Deze 4 dimensies zijn met elkaar verbonden en kunnen niet afzonderlijk van elkaar uitgevoerd
worden in de opvoeding.
De basisdimensies zorgen ervoor dat het kind zich door de verschillende ontwikkelingsfasen heen
kan slaan om volwassen te worden.
,Uitleg bij de basisdimensies van opvoeden:
Ondersteuning bieden
Ondersteuning = het opvoedgedrag dat liefde en zorg voor het kind uitdrukt en dat zich
richt op zijn fysieke en emotionele welzijn, waardoor het zich begrepen en geaccepteerd
voelt. (bijvoorbeeld bemoedigen, accepteren en helpen)
Ondersteuning zorgt ervoor dat het kind de wereld om zich heen met vertrouwen
tegemoet treedt. Door de emotionele betrokkenheid, warmte en affectie van de ouder te
voelen wordt deze ondersteuning ervaren.
Warmte en affectie duiden op de emotionele beschikbaarheid van de ouder en zijn van
belang voor een positieve ontwikkeling van het kind.
Responsiviteit is ook van belang bij opvoeding.
Responsiviteit = de mate van adequaat reageren op de signalen van het kind.
Sensitiviteit vind voor responsiviteit plaats.
Sensitiviteit = het gevoelig zijn voor de signalen die het kind aangeeft ten aanzien
van zijn behoeften en gevoelens.
Het goed uitvoeren van deze 2 begrippen kan leiden tot een positieve ontwikkeling van
het kind.
Dit omdat het kind aanvoelt dat het door de signalen die het uitzendt een
bepaalde invloed kan uitoefenen op de buitenwereld.
Ondersteuning heeft vaak te maken met het opvoedend handelen ten opzichte van het
kind. De aangeboden ondersteuning kan zichtbaar gemaakt worden door beloningen of
straffen (afhankelijk van de leeftijd van het kind).
Straffen en beloningen komen voort uit de operante conditionering.
De operante conditionering = een leerproces waarbij een kind wordt gestimuleerd
om gewenst gedrag te vertonen, door middel van beloningen en straffen.
Beloning = een bekrachtiger die ervoor zorgt dat een kind gepleegde handelingen vaker
laat zien. Het doel is het stimuleren van door de opvoeder gewenst gedrag van het kind.
(bijvoorbeeld een sticker of een overgansrapport)
Straf = een bekrachtiger om ongewenst gedrag van een kind af te leren. Vervolgens wordt
door middel van een beloning het gedrag gestimuleerd naar gewenst gedrag. Dit vereist
consequent gedrag van de ouder.
Straf de ondersteuning van het gewenste gedrag.
Regelmatig slecht gedrag kan verholpen worden door het gedrag te negeren.
2 manieren om ondersteuning te geven:
1. Materieel
2. Emotioneel
Alle vormen van beloning leiden tot een emotioneel goed gevoel.
Straffen hebben een negatieve lading (omdat het toegepast wordt bij grensoverschrijdend
, gedrag van het kind).
Straf heeft een goede invloed door erop te reflecteren, omdat anders het kind het niet
goed begrijpt en de straf zijn doel voorbij schiet.
Gedragsregulatie = het proces waarbij een kind met zijn ouders stil gaat staan bij zijn
gedrag en het gaat reguleren.
Instructie geven
Instructies geven = het duidelijk maken aan het kind wat de bedoeling van iets is en welk
gedrag van hem verwacht wordt. Het gaat hier om de informatie die het kind krijgt voor de
ontwikkeling van kennis en vaardigheden.
Door instructies leert het kind strategieën ontwikkelen om zijn eigen problemen op te
lossen en verantwoordelijkheid te dragen voor zijn beslissingen. (zelfstandigheid en
zelfredzaamheid)
De zelfstandigheid en zelfredzaamheid worden bevorderd als de ouder op tijd
weet in te spelen op de behoeften en signalen van het kind.
Instructies is een ongevraagd en gevraagd proces.
Als kinderen overladen worden met instructies kan het volgende gebeuren:
Het kind zal geen eigen initiatieven durven ontplooien
Het kind zal te veel bezig zijn met wat de ouder zal denken van de acties die het
van plan is te ondernemen, waardoor het niet durft te handelen.
Controle uitoefenen
Er zijn 2 verschillende soorten controle te onderscheiden, door de verschillende
opvattingen van onderzoekers over de term controle:
1. Autoritaire controle/restrictieve controle (negatieve invloed op kind)
2. Autoritatieve controle (positieve invloed op kind)
Autoritaire controle:
Het opvoedgedrag waarbij de ouder druk uitoefent op het kind om correct gedrag
te vertonen.
Macht en gezag ten opzichte van het kind spelen een centrale rol.
Het kind moet gehoorzaam zijn.
Hierbij spelen straffen en strikte gedragsregels een grote rol.
Het kind wordt gehinderd in zijn bewegingsvrijheid en autonomie.
De ouders met deze controle worden gekenmerkt door iemand die waarde hecht
aan rust, regelmaat en gehoorzaamheid in de opvoeding.
Er is hier geen sprake van gelijkwaardigheid tussen het kind en de ouder.
De conflicten tussen het kind en de ouders nemen hier in de volwassenheid van
het kind toe en het kind is nauwelijks in staat om voor zijn eigen wensen en
verlangens uit te komen.
Autoritatieve controle:
Gedragingen van de ouder waarbij uitleg wordt gegeven aan het kind en eisen
worden gesteld aan zijn zelfstandigheid.
Het kind krijgt informatie, instructies, suggesties en aanwijzingen voor het
gewenste gedrag.
, Hierbij hecht de ouder zich aan openheid en zal door uitleg en verklaringen te
geven, proberen instemming te verwerven voor zijn verwachtingen bij het kind en
zo wordt een belangenconflict vermeden.
Het kind wordt hierbij gestimuleerd om eigen handelen te onderzoeken en er
verantwoordelijkheid voor te nemen.
Hierbij wordt er gestraft maar ook beloond.
De ouder en het kind zijn gelijkwaardig.
Inductie = het stimuleren om vrijwillig tegemoet te komen aan de belangen van de
ouder en het goed richting geven en verklaringen geven voor consequenties.
Grenzen stellen
Grenzen stellen = de wijze waarop de ouder het kind bestraft of beloont om gewenst
gedrag aan te leren. (Pavlov en Skinner)
Aangeleerd gedrag kan afgeleerd worden.
Gedragsverandering vindt plaats door beïnvloeding.
Het stellen van grenzen vereist:
1. Consequent gedrag
2. Respect voor de autonomie van het kind
3. Het bieden van gelegenheid om het kinds eigen wijzen te ontwikkelen.
Een valkuil bij grenzen stellen is aardig gevonden willen worden.
Als een kind duidelijke grenzen geboden krijgt voelt het zich serieus genomen en voelt het
de liefde en de betrokkenheid van de ouder.
Door duidelijke grenzen te stellen:
Wordt het kind gevraagd om zijn gedrag af te stemmen op een situatie en rekening
te houden met anderen.
Leert het kind omgaan met zijn normen en waarden.
Leert het kind omgaan met de maatschappelijke eisen die aan hem gesteld
worden.
Leert het kind zijn verantwoordelijkheid te nemen voor zijn daden.
Leert het kind zijn grenzen aan te geven aan te geven.
Bekijk hierbij goed figuur 1.1 op blz. 16!
Intentioneel opvoedgedrag = het opvoedgedrag waarbij de ouder zich richt op bewuste of onbewuste
doelstellingen die bereikt moeten worden voor het kind.
Er zijn 3 algemene opvoedingsdoelen:
1. Zelfstandigheid (individu)
o Het kind is in staat om zelf keuzes te maken, daarbij hoort het recht op een eigen
leven en uitvinden wat van belang is. De bedoeling is dat het kind zelf beslissingen
leert nemen, een eigen leven leert leiden en eigen mogelijkheden leert ontdekken.
2. Zelfredzaamheid (samenleving)
o Het kind is staat keuzes te maken en deze te verantwoorden, mondigheid en
verantwoordelijkheid worden hier gestimuleerd. Het kind wordt geleerd om op een
positieve manier vorm te geven aan zijn toekomstige rol in de samenleving.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marielleregeer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.