Dit is een samenvatting van het gedeelte Arbeidsrecht van het Vak Arbeidsrecht en Sociale zekerheidsrecht. Dit deel werd gegeven door prof. F. Hendrickx. De samenvatting is gebaseerd op de PowerPoint slides, lesnotities en aangevuld met het handboek.
Deel 1 – Inleiding
1.1 Begrip en grondslagen
- AR = recht dat van toepassing is op arbeidsprestaties geleverd in ondergeschikt verband
o Ondergeschikt verband = sleutelelement => AR afbakenen met andere rechtsgebieden
o In ruime zin: AR = geheel van rechtsregels die betrekking hebben op verrichten van arbeid op
arbeidsmarkt en tot doel hebben menselijke waardigheid en sociale rechtvaardigheid te
bevorderen
- AR interfereert met premissen van burgerlijk recht
o AR = antwoord op ongelijkheid in arbeidsverhouding of op arbeidsmarkt
o Ongelijkheid is dubbel
Feitelijke
Aanname van marktongelijkheid of ongelijkheid in onderhandelingspositie
van werknemer (wn) en werkgever (wg) bij aangaan van arbeidsovk.
Veronderstelling: wn bevindt zich in inferieure onderhandelingspositie t.o.v.
wg
Juridische
Feit dat wn zich in juridische ondergeschiktheid bevindt t.o.v. wg
o => kan hier functie van AR uit afleiden, namelijk vormen van tegengewicht t.a.v. superieure
positie van wg
AR = beschermend R. + ordenend R.
MAAR breder palet aan functies en doelstellingen
=> niet te eenzijdig worden opgevat
Wn verdient bescherming MAAR belangen van wg ook in rekenschap
nemen
Ook in veel gevallen zal belang van arbeidsmarkt of bredere
maatschappelijke belang aan orde zijn
1.2 Historische wortels
- AR oorsprong in 18e -19e eeuw
o Franse revolutie (1789) = referentiepunt
Vrijheid van nijverheid en arbeid gepropageerd
Arbeidsrelatie zelf steunde voornamelijk op civielrechtelijke uitgangspunt
o 1804 Code civil: zag arbeidsrelatie als “huur van werk”
Vertrouwend op principiële gelijkheid en wilsautonomie van partijen
=> slecht # art. voor arbeidsrelatie
Art. 1780 code civil
o Kan zich maar verbinden voor bepaalde tijd of voor bepaalde
onderneming
o Art. bestaat nog steeds
Art. 1781 Code civil
o Gemeenrecht afwijkende bewijsregeling in arbeidszaken
o Idee van vrije en gelijke co.partijen beantwoordde niet aan realiteit
Ontstaan van AR wetgeving = gevolg van sociale wantoestanden
1886 = scharnierpunt
1873 = omvattende en diepe econ. crisis
=> sociale onrust en stakingen
=> hele reeks wetten
o Loonbeschermingswet
o Wet betreffende kinder- en vrouwenarbeid
o Arbeidsreglementenwet
o Wettelijk kader gericht op veiligheid en gezondheid op werk
- Pas in 20e eeuw alomvattende regelingen
o Groeiende interventie van wetgever op verschillende gebieden van AR
Arbeidsongevallenwet
Wet op zondagsrust
1
, Internationale normering van AR
Verdrag van Versailles => oprichting van int. arbeidsorganisatie (IAO)
8-urenwerkdag en 48-urenwerkweek
o 1900: 1e arbeidsovk.wet
Belang hechten aan vrijheid van individu
Slecht van toepassing op werklieden
Bediende = medewerkers van hoofd van onderneming => niet opportuun om situatie
te regelen => wet 1922
Beoogde leemten in burgerlijk R. in te vullen
MAAR wetgever had geen intentie om coherente, exhaustieve regeling tot
stand te brengen
o Wet 1921 vrijheid van vereniging en opheffen van coalitieverbod
=> kreeg vakbeweging een belangrijke impuls
Leiden tot landelijke staking van 1936
Paritaire comités werden steeds meer gebruikt => collectieve overleg kreeg steeds
meer vorm
Diverse initiatieven tot ontwikkeling ter verbetering van positie van behoeftige wn
en werklozen (vb. mutualiteiten en werkloosheidskassen)
o Na WOII: uitbouw van collectieve arbeidsverhoudingen, SZ en verdere uitbouw van
arbeidsbescherming
Sociaal Pact van 1944 gaf uitdrukking aan ? om door middel van verregaand
staatsinterventionisme tegemoet te komen aan groeiende verzuchting naar
stabiliteit en zekerheid
Doelstellingen: solidariteit, stabiliteit, verhoging koopkracht, volledige tewerkstelling
en stelsel van SZ
=> aanzet tot: loonpolitiek, voornaamste beginselen SZ voor wn, nieuwe paritaire
structuur voor sociale overleg
Legde basis voor collectieve arbeidsverhoudingen
o Nogmaals veranderingen in jare 60 en 70
Dwingende, wetgevende matregelen + eerste nationale CAO’s (collectieve
arbeidsovereenkomsten)
Arbeidsovk.wet (WAO) = referentie voor individuele arbeidsovk.R.
Onderscheid tussen arbeiders en bedienden blijft lang bestaan
=> WAO = antwoord op vraag naar eengemaakte wetgeving
o Jare 80: dereguleringsvraagstuk
Door crisisjaren + ontstaan van verlangen om AR te dereguleren of te versoepelen
Nadruk komt op flexibiliteit van arbeidsrechtelijke regelingen + relevantie voor
werking van arbeidsmarkt
o Rol van EU neemt toe
Na verklaring in Parijs (1972) kwam hele reeks plannen en voorstellen WANT sociaal
beleid in EU = even belangrijk als econ. en monetaire Unie
Roep naar flexibilisering en uitbreiding hielt wel vel tegen
Handvest 1989 = ! stap om te komen tot pol. wil om sociale bevoegdheden te
creëren => “sociaal hoofdstuk van VWEU (art. 151 e.v.)
- Toch blijven moeilijke spanningen tussen sociale dimensie van Europa en interne markt en
economische dimensie
o Benadrukt efficiëntie van AR in licht van werking van arbeidsmarkt
o + econ. “governance” van EU, globalisering en toenemende int. competitie => discussies over
hervorming van AR
o Vinden van evenwicht = blijvende oefening
=> Europese Pijler van Sociale Rechten
Niet rechtstreeks afdwingbaar
- Discussie worden oop op int. vlak gevoerd
o Heeft te maken met de veranderende wereld van het werk
o Komen steeds nieuwere vormen van arbeid en steeds nieuwe uitdagingen
- 2022 arbeidsdeal
2
, o = aantal nieuwigheden voor AR
o Schenkt aandacht aan: R. op disconnectie, betere combi van werk en privé, mogelijkheid tot
invoering van 4-dagen werkweek, intro van opleidingsR., bevorderen van transities en
inzetbaarheid i.g.v. ontslag, instellen van wettelijk vermoeden voor bestaan van arbeidsovk.
i.g.v. platformarbeid
1.3 De inbedding van het arbeidsrecht in het sociaal recht
- In # landen valt AR onder term “sociaal recht”
o Bestaat uit 2 grote delen
AR
SZR
o Sociaal = recht dat tot stand kwam n.a.v. “sociale” kwestie in 19 e eeuw
o Vandaag: sociaal = verbondenheid v. AR en SZR met sociaal-politieke keuzes, waarvan zij
doorgaans resultaat zijn of sociale verhoudingen die zij in hun regelingen als voorwerp
hebben
- Int. is “sociaal recht” als vakgebied niet wijd erkend
o Vb.
Dui.: sociaal recht = synoniem voor SZR => onderscheiden van AR
VK + Angelsaksische landen: sociaal recht = onbestaande of iets helemaal anders +
AR is strikt gescheiden van SZR
Ook IAO en EU onderscheiden tussen AR en SZR
o Afzonderlijke benadering heeft goede redenen
MAAR zijn gedeelde historische wortels + overlappingen in regelingen en
bescherming die rechtsgebieden bieden
Kan verwacht worden dat rechtssysteem ook naadloze overgang en afstemming
voorziet tussen situatie van arbeid en die van SZ
1.4 Inbedding van het arbeidsrecht in het burgerlijk recht
- Nauwe samenhang tussen AR en burgerlijk recht
o Arbeidsrelatie steunt op (arbeids)ovk. = in beginselen onder worpen aan BW
o DUS onvermijdelijke samenhang en interactie
- BW = algemene strekking met reikwijdte tot buiten wetboek
o Nuance: bijzondere wetten gelden onverminderd = principe van lex specialis
AR = autonoom rechtsgebied = lex specialis t.o.v. BW
Toch blijft burgerlijk recht op AR onvermijdelijk
Autonomie van AR zal vaak bovenhand halen, MAAR tegelijkertijd is AR geen
geïsoleerde discipline
o Discussie over notie “werkdag”
Art. 1.7, §3 BW: werkdagen = alle andere dan wettelijke feestdagen, zondagen en
zaterdagen
Nieuw: voor AR om zaterdag niet meer als werkdag op te vatten
Arbeidswetgeving verwijst in heel wat gevallen naar werkdagen, ook voor bepaling
van termijnen
In AR wordt “werkdag” niet gedefinieerd
Voor rechtszekerheid past men art. 1.7 niet toe voor AR
1.5 Bronnen van het arbeidsrecht
1.5.1 Algemeen
- Wetgeving = ! bron MAAR arbeidsovk. Bestaat ook nog
o Kan zowel mondeling als schriftelijk
o Partijen hebben mogelijkheid om allerlei afspraken te maken
o WEL moet het rekening houden met hiërarchie van rechtsbronnen
- # andere bijz. rechtsbronnen:
o CAO
o Arbeidsreglement
3
, o Gebruik
1.5.2 Hiërarchie van de rechtsbronnen
- BE wetgever heeft uitdrukkelijk hiërarchie voorzien (art. 51 CAO-wet)
- Hiërarchie bepaald voorrang van verschillende rechtsbronnen als die met elkaar in tegenstrijd zijn
o Als strijdige bepalingen => die van lagere rechtsbron = nietig
o Nietigheid van strijdige bepaling brengt niet nietigheid van rechtsbron in zijn geheel met zich
mee
- Bovenste rang = wetgeving (dwingende aard) + # gevallen van openbare orde
o Zorg voor bescherming van wn leidt ertoe dat wetgever wilsvrijheid van partijen aan banden
legt
o Geschreven individuele arbeidsovk. = 4e plaats, mondelingen individuele arbeidsovk. = 8 e
plaats
- BE AR kent geen gunstigheidsbeginsel
o = voor wn meer gunstige bepaling zou voorrang hebben op andere
o Arbeidswetten + CAO’s hebben wel min.bepalingen
Impliceert dat zij door lagere rechtsbron kunnen verhoogd of verbeterd worden
- Art. 51 CAO-wet verbiedt niet dat partijen geschreven individuele arbeidsovk. Vervangen of wijzigen
door mondelinge ovk.
1.5.3 Meergelaagdheid
- Moet rekening mee houden met meergelaagdheid
o Dit wordt
Beïnvloed door int. en Europese recht
Ook ingebed in fed. staatsstructuur
o Regionale bevoegdheden betreft:
Gemeenschappen bevoegd voor professionele vorming en opleiding en gebruik van
talen voor sociale betrekkingen tussen wg en hun personeel
Gewesten zijn bevoegd voor werkstellingsbeleid, arbeidsbemiddeling,
tewerkstellingsprogramma’s, doelgroepenbeleid en toepassing van reglementering
inzake tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten
- Int. bronnen betreffen: IAO, Raad van Europa en VN-verdragen
o Toch meer belang gehecht aan IAO
ILO opgenomen als gespecialiseerd orgaan in systeem van VN
Werden om en bij 200 conventies + eens zoveel aanbevelingen aangenomen
o Raad van Europa betreft EVRM en ESH
Vooral verscheidenheid aan opvattingen over rol van sociale grondrechten leidde tot
aannemen van 2 afzonderlijke instrumenten
Voor EVRM geldt rapporteringsverplichting en is er een toezicht procedure en
formuleren van aanbevelingen
Voor ESH bestaat collectieve klachtenprocedure MAAR dergelijke klachten leiden
slechts tot aanbevelingen aan lidstaten
o Invloed EU steeds meer toegenomen
Invloed op AR moet vanuit verschillende beleidsdomeinen worden bekeken
Sociale politiek
Interne markt
Werkgelegenheidsbeleid
Elk beleidsdomein is juridisch werkzaam op andere manier
1.6 Handhaving
- Geldt een uitgebreid en eigen arsenaal aan structuren en rechtsregels
- Arbeidsinspectie
o sociale inspectie
o Worden vaak als zelfde gezien
o Naast fed. Ook regionale inspectiediensten uitgaande van gemeenschappen en gewesten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller judithverdonck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.73. You're not tied to anything after your purchase.