Inleiding:
Het boek bespreekt de chronologie van de moderne kunst. Moderne kunst was eerst onzin
en geldverspilling, dertig jaar alter was het een geaccepteerde vorm van kunst door de
enorme geldstroom die de kunstwereld invloeide. Door de val van het communisme en de
liberalisering van markten ontstond er een rijke superklasse. De liberalisering van de
markten zorgde ook voor globalisering, iedereen op aarde kon meedoen met veilingen van
moderne kunst. De tijd van straatarme kunstenaars is voorbij door de modernisering en
groeiende media. Dit heeft bijgedragen aan de publieke profilering van moderne
kunstenaars.
Moderne kunst: 1860-1970
Eigentijdse kunst (kunst van nog levende kunstenaars): 1970-heden
Belangrijk: begrijpen de manier waarop kunst zich ontwikkelt.
Elke stroming hangt samen met de vorige. Elke stroming wel eigen stijl & regels, vaak in
reactie op de vorige stroming.
Namen & jaartallen
Stromingen/kunstvormen
Namen van kunstwerken
H1 Fountain 1917
Marcel Duchamp (1887-1968) koopt in een badkamerzaak in New York een urinoir om een
kunstwerk/geintje mee uit te halen om de kunstwereld op te schudden. Zijn idee was om
alledaagse massaproducten met een nieuwe soort beeldhouwkunst van hun functionele
doel te bevrijden en nutteloos te maken door het te signeren bijvoorbeeld. Deze nieuwe
vorm van kunst maken noemde hij readymade (een beeldhouwwerk dat al gemaakt was).
Het urinoir werd door Duchamp gesigneerd met R. Mutt 1917 en Fountain genoemd, en
onder dit pseudoniem ingediend als kunstwerk voor de Independents Exhibition waarvan
Duchamp in het bestuur zat (vandaar pseudoniem) maar R. Mutt staat ergens voor,
namelijk voor een hebberig stripfiguur en als variatie op de naam Mott, de naam van de
badkamerzaak. ‘R’ staat voor Richard, oftewel de Franse volksterm voor rijke stinkerd.
Met het urinoir wilde hij het begrip ‘kunstwerk’ ter discussie stellen. Duchamp vond dat
kunstenaars zelf moesten vaststellen of iets kunst of niet was.
Duchamps opvatting over kunst: Als een kunstenaars iets kunst noemde, dan veranderde de
de context en de betekenis van het voorwerp en werd het kunst. Het idee staat voorop, pas
daarna kies je het medium waarmee het idee het beste uit te drukken is. (Kunstenaars
namen zichzelf ook te serieus en moesten zich niet hoger of beter voelen)
Algemeen geaccepteerde opvatting over kunst in 1917: Het medium bepaalt hoe een
kunstenaar het werk maakt. Iets is pas kunst als het door academici en critici zo gezien
wordt.
Reactie op Fountain: conservatieven reageerden met afschuw. Duchamp verdedigde het
kunstwerk van de zogenaamd meneer Mutt, maar het mocht niet baten, Fountain is nooit
openbaar tentoongesteld. Het bestaat zelfs niet meer alleen een foto ervan.
,Deze foto was belangrijk want:
- Gemaakt door Stieglitz, een gewaardeerd fotograaf
- Werd erkend als kunstwerk omdat het belangrijk genoeg was om te documenteren
- Bewijs voor het bestaan van Fountain
Tegenwoordig zijn er 15 kopieën te vinden van het urinoir. Mensen bewonderen de pisbak
raar want het is maar een urinoir, het voorwerp zelf is niet belangrijk, maar het idee. Dat
mensen het bewonderen zou Duchamp vermakelijk hebben gevonden.
Het urinoir is antiretinaal (=gebrek aan esthetische aantrekkingskracht)
De ideeën die Fountain belichaamd heeft meerdere belangrijke kunststromingen beïnvloed:
- Dada
- Surrealisme
- Abstract expressionisme
- Popart
- Conceptualisme
Duchamp gaf een nieuwe definitie aan wat kunst is en kan zijn. Een kunstenaar moest
volgens hem van buitenaf de wereld bekijken en bekritiseren door de presentatie van
ideeën.
Duchamp: vroege vertegenwoordiger van kubisme en grondlegger conceptualisme maar hij
was niet de grondlegger van de moderne kunst.
H2 Pre-impressionisme 1820-1870
Claude Monet (1840-1926) schilderde het drieluik Waterlelie-landschappen rond 1920. Van
dichtbij zie je alleen maar losse penseelstreken, maar als je verder achteruitloopt komt er
een beeld tot stand. Het impressionisme is nog steeds onderdeel van onze beeldtaal en veel
mensen kennen de impressionistische werken. Het impressionisme gaat over het weergeven
van herkenbare taferelen op een figuratieve manier. Daardoor voelen mensen zich vaak met
deze stroming van moderne kunst het meest vertrouwd.
De tijdgenoten van de impressionisten vonden hen maar opstandig en radicaal. Vooral de
Académie des Beaux Arts in Parijs waren het niet eens met de impressionisten, zij wilde dat
er mythologische godsdienstige iconografie/geschiedenis werd geschilderd in een
idealiserende stijl. Geen dagelijkse taferelen met losse streken.
Parijs was de perfecte stad voor de impressionisten, rebellie hing in de lucht. Alleen omdat
de Académie daar gevestigd was, was het soms moeilijk. Toch was het een juist moment op
de juiste plaats, in Parijs had net op politiek vlak een breuk met traditie plaatsgevonden
zorgde ook voor technologische en filosofische veranderingen. (opkomst verftubes en
fotografie door technologie). De Académie beschermden het oude erfgoed, maar bood geen
ruimte aan de nieuwe ontwikkelingen in hun land kunstenaars wilden deze ontwikkeling
vastleggen, laten zien en daarin mee gaan.
Opvatting impressionisten: Nieuwe onderwerpen schilderen, alledaags, in de buitenlucht/bij
mensen thuis in plaats van in het atelier (en plein air). Nieuwe techniek toepassen van ruwe
en schetsmatige penseelstreken. Veel snelheid omdat het licht buiten constant veranderde.
Kleuren werden op nieuwe manieren gebruikt, op een manier waarop ze te zien zijn in het
natuurlijke licht.
, Algemeen geaccepteerde opvatting Académie des Beaux Arts: schilderen volgens de grand
manière van DaVinci en Poussin. Alles draait om vaardigheid en precisie met het penseel.
Aardse, neutrale kleuren gebruiken die in elkaar overvloeiden en dat de streken van het
penseel onzichtbaar werden. Onderwerp van schilderij was mythologisch/godsdienstig en
vertelde een geschiedenis.
Impressionisten zoeken de waarheid die ze kunnen schilderen en vastleggen.
Eugène Delacroix schilderde in 1830 (30 jaar voordat het impressionisme echt opkwam) La
Liberté guidant le peuple. Hij gebruikte daarin moderne schildertechnieken met levendige
kleuren en energieke penseelstreken. Het onderwerp was politiek en ging over de vrijheid
en democratie waar het volk naar snakte. Hij was een voorloper van het impressionisme en
vond ook dat de Académie kunstenaars inperkte. Echter was zijn schilderij een denkbeeldig
tafereel, iets dat wel weer tegen het impressionisme ingaat.
Gustave Courbert (1819-1877) was een bekwaam realist. Hij bewonderde Delacroix maar
ging met realistische onderwerpen aan de slag die de Académie vulgair vond (armen &
vrouwelijk naakt). L’Origine du monde is in 1866 door hem geschilderd en het meest
beruchte werk en is pas in 1988 tentoongesteld.
Courbert en Delacroix verwierpen beide de neoclassicistische renaissancestijl van schilderen
op hun eigen manier. Maar dat was nog niet het begin van het impressionisme. Daarvoor
moesten de levendige schilderstijl van Delacroix en het realisme van Courbert
gecombineerd worden. Dat deed Edouard Manet.
Édouard Manet (1832-1883) deed dit. eerste en grootste impressionist die de Académie
trotseerde. = grondlegger impressionisme. Hij schilderde realistische taferelen en speelde
met felle en donkere kleuren. Hij dacht zelf dat de Académie dit wel kon waarderen, maar
dat was niet zo. Zijn werk werd keer op keer afgewezen. In 1863 schilderde hij Le Déjeuner
sur l’herbe (twee mannen lunchen met vrouw in een park die model stond), hij verwerkte
geschiedenis en andere verwijzingen en hoopte dat dit wel in de smaak zou vallen was
niet zo Académie vond het plat en niet goed uitgewerkt.
Tegenhanger van de Salon van de Académie = Salon des Refusés Manet, Cézanne en
Pissarro waren allemaal afgewezen en gingen hun werk in deze Salon voor de afgewezen
kunstenaars tentoonstellen. (georganiseerd door Napoleon die zich populair wilde maken)
1863 doorbraak in moderne kunst met Olympia van Manet in de Salon des Refuses &
vanwege essay van Baudelaire ‘De schilder van het moderne leven’. Baudelaire steunde
Delacroix en Courbert hij omvatte de ontwikkeling van de moderniteit in tekst bevatte
veel basisbeginselen van het impressionisme.
Impressionisme is de eerste beweging van de moderne kunst. Grote namen:
- Manet
- Monet
- Pissarro (1830-1903)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sarahcuiper1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.46. You're not tied to anything after your purchase.