Aardrijkskunde, Natuurkunde, Scheikunde, Economie en NLT
102
All documents for this subject (2)
1
review
By: redouan_hofstad • 6 year ago
Seller
Follow
ChristiaanvanEck
Reviews received
Content preview
Aardrijkskunde Hfst 2: Globalisering in landen: Groot Britannië en India
Paragraaf 1: Globalisering vanuit drie dimensies
1.2 Globalisering en de bedrijven
Gedwongen zich internatonaal te oriënteren
Ten behoeven van de winst zal een bedrijf ernaar streven de totale opbrengsten te vergroten
en/of de totale kosten te verminderen
I Schaalvergrotigg:Meer van hetzelfde, maar tegen lagere kosten d.m.v. Mechanisate en
intensivering of lagelonenlanden
II Specialisateg:Vergrotng van de toegevoegde waarde per eenheid product.
Kwaliteitsproducten per eenheid product dus een hogere opbrengst. Wel investering in kennis nodig.
Selecteproces De keuze die bedrijven maken bij globalisering, bij het zoeken naar de juiste locate
in de wereld voor vestging in hoog ontwikkelde landen of in minder ontwikkelde landen.
Hoog ontwikkelde landen hebben een hoge toegevoegde waarde en/of door
computerisering veel kosten bespaard.
1.2 :Globalisering en de bevolking de sociaal-culturele dimensie
Economische migranten en de politeke vluchtelingen en asielzoekers spreiding en integrate van
culturen.
Paragraaf 2: De uitgangssituate voor Groot-Britannii en India
2.1 Het Britse wereldrijk ontstaat de periode van kolonisate
Posite van Groot缟Britannië
18e eeuw basis voor wereldrijk gelegd.
19e eeuw meer behoefe aan grondstofen door de industrie en aan landbouwproducten voor de
groeiende bevolking. Ook behoefe aan afzetmarkten voor de industrie veroverde gebieden onder
politek toezicht van moederland geplaatst Groei Britsch Empire:
1914
- Groot-Brittannië = Moederland
- Canada, Australië, Nieuw-Zeeland en de Unie van Zuid-Afrika = Dominions = Blanke kolonies
worden steeds onafankelijker
- West-Indië, Maleisië, Singapore, Hongkong en landen in Afrika = Koloniën
- India = Aparte kolonie = rijk binnen een rijk
- Malta, Cyprus, Gibraltar, Suez, Aden en Mauritus = Militaire steunpunten waar de
handelsroutes door beschermd worden
Posite van India
2e keus omdat de Nederlanders, de Britten hadden verdreven uit Indonesië
1650 tot 1785 = Handelskolonisate.
Na 1785 India ook militair gekoloniseerd exploitate. Het werd dus een kolonie omdat de
Britten wilden voorkomen dat andere landen de overhand in India kregen.
Britse Oost-Indische Compagnie focust zich op de kust de factorijen
1800 (bijna) alle kustgebieden van India in Britse handen centrum-periferie
, Koloniale ruimtelijke situate Ruimtelijke inrichtng van het koloniale gebied die bepaald wordt door
de economische functe. Door de functe van wingewest bestaat de ruimtelijke structuur uit een
samenhangend geheel van producteplaatsen van grondstofen, wegen, havens en nederzetngen.
Spoorwegennet economische moteven = gevolg van snelle industrialisering. Grondstofen
moesten snel vervoerd worden + vervoerlijnen.
politeke moteven = om India te beheersen.
2.2 Ieder zijn eigen weg het proces van dekolonisate
Het Britse Gemenebest
Na WOI dekolonisate. Als eerste de dominions in 1926. Ook kregen ze dus de naam dominions.
Moederland + dominions = Commonwealth of Natons / Gemenebest.
Ze gaven elkaar handelsvoordelen waardoor een systeem van vaste handelsrelates en
afzetmarkten ontstond.
India wordt zelfstandig
Na WOII komt er een einde aan het Britse rijk.
In 1855 ontstaat de Indian Natonal Congres.
= Een politeke partj die de onafankelijkheid moet realiseren.
1920/1930 Gandhi maakte hiervan een natonale volksbeweging.
1947 Onafankelijkheid van India waarbij Pakistan zich afscheidt volksverhuizing.
Moslims naar Pakistan en hindoes naar India.
India kiest zijn eigen weg naar ontwikkeling
I) Politek Parlementaire democrate (president, volksvertegenwoordiging en regering
Federale democrate (aan de ene kant staat de staat en aan de andere kant de
deelstaten.
Proces van eenwording en natonale identteit
II) Sociaal Iedereen gelijk of kastenstelsel
III) Economisch Overgang traditoneel-agrarische samenleving naar een gemoderniseerde
agrarische en industriële samenleving .
India = mengvorm van kapitalisme en centraal geleide economie
Vanaf 1951 Landbouw = 5 jaren plannen (zoals planeconomie)
2 organisates Plantage = grootschalige handel
Zelfvoorziening gerichte landbouw voor de Indiase bevolking
Industrie gestart met import vervangende industrialisate
Natonale zware industrie gedaan door staatsbedrijven.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ChristiaanvanEck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.