100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Mens&Leren 2 $9.20   Add to cart

Summary

Samenvatting Mens&Leren 2

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een uitgebreide samenvatting van het vak Mens&Leren 2

Preview 4 out of 68  pages

  • December 26, 2023
  • 68
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Mens en Leren 2

1. Autismespectrumstoornis (ASS)
1.1. Inleiding
Autismespectrumstoornis (ASS) is de overkoepelde term die wordt gebruikt om alle stoornissen
binnen het autismespectrumstoornis aan te duiden.

ASS is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig patroon van zowel significante
beperkingen in de sociale omgang als beperkte, repetitieve interesses en gedragingen.

 Stoornis: ASS is een ontwikkelingsstoornis en is dus aangeboren? De kenmerken worden
duidelijk tijdens de vroege ontwikkelingsperiode.
 Hardnekkig: de symptomen blijven aanhouden en verdwijnen niet zomaar vanzelf of met
intensieve ondersteuning.
 Significante beperkingen: er is sprake van beperkingen die ernstig, betekenisvol of klinisch te
noemen zijn. Ze vormen namelijk een duidelijke belemmering in het alledaagse functioneren.
 Sociale omgang: het gaat hier zowel om problemen met non-verbale sociale communicatie
als om moeilijkheden met sociale interacties en relaties. Er is in beide domeinen sprake van
een ernstig probleem in de wederkerigheid, in het tweerichtingsverkeer en de
gelijkwaardigheid die normaal eigen zijn aan gesprekken en relaties.
 Beperkte, repetitieve interesses en gedragingen : er is sprake van gedragspatronen die
stereotiep en weinig gevarieerd zijn, die telkens opnieuw worden herhaald, en waar men
vaak hardnekkig/rigide aan vasthoudt.

Het spectrum kent zeer grote
verschillen in graden van ernst.
Sommige kinderen kunnen
zelfstandig functioneren, terwijl
andere voortdurend toezicht nodig
hebben. Het spectrum slaat ook
op de variatie in
gedragskenmerken, die niet alleen
afhankelijk zijn van de ernst van de
ASS, maar ook van de leeftijd, het
ontwikkelingsniveau/IQ, de taalvaardigheid en bijkomende stoornissen (comorbiditeit maakt de
problemen complexer).

1.2. Kenmerken
1.2.1. Primaire gedragskenmerken
Ernstige en aanhoudende problemen met de wederkerige en sociale communicatie en interactie.
Voorbeeld: Ze vertellen over hun interesses, want waarom zouden ze vertellen over dingen die hun
niet interesseren?

 De problemen met sociale interactie worden gekenmerkt door een tekort aan
wederkerigheid, aan vlot op elkaar inspelen, zowel in de (gespreks)interacties als in het delen
van emoties. Sommige kinderen reageren niet altijd gepast op emoties van anderen: ze
lachen bijvoorbeeld als iemand boos of verdrietig is. Kinderen met ASS hebben ook moeite
om relaties met anderen te begrijpen en te ontwikkelen. Ze hebben problemen met het
aanpassen van hun gedrag aan verschillende sociale omstandigheden (bijvoorbeeld: praten



1

, Mens en Leren 2
met een leerkracht versus vriend versus vreemde), hebben moeite met het deelnemen aan
fantasiespel of met vrienden maken.
 De problemen met sociale communicatie betreffen kwalitatieve tekorten in het non-verbale
gedrag dat wordt gebruikt voor sociale interacties. Er kan sprake zijn van een slechte
afstemming tussen verbale en non-verbale communicatie, tussen met het zelf uiten en/of
begrijpen van non-verbaal gedrag, zoals gezichtsuitdrukkingen en gebaren van anderen niet
goed kunnen interpreteren, verkeerd gebruik van lichaamstaal, geen of net te star
oogcontact nemen, of weinig mimiek vertonen. Alhoewel de aanwezigheid van stoornissen in
taal/spraak geen criterium meer is in de DSM-5 vertonen kinderen met ASS toch vaak
tekorten op dit vlak. Er kan sprake zijn van een taalachterstand of zelfs een volledige
afwezigheid van spraak, waarbij ze deze moeilijkheden niet non-verbaal kunnen
compenseren. Sommige kinderen hebben moeite met taalbegrip, of vertonen een gekunsteld
of overdreven letterlijk taalgebruik.

Beperkte en repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten.

 Er kan sprake zijn van motorische stereotypieën, namelijk stereotiepe en zich herhalende
bewegingen. Het gaat om zeer aparte, eigenaardige, doelloze lichaamsbewegingen zoals
fladderen met de handen, draaien met de handen/vingers, rond de eigen as draaien, op de
tenen lopen, wiegen of hoofdbonken.
 Er kan ook sprake zijn van stereotiep en repetitief gebruik van voorwerpen. Bij kinderen
komt dit vooral tot uiting in het omgaan met speelgoed: in plaats van ermee te spelen, zetten
ze alles op een rijtje (bijvoorbeeld: auto’s) of proberen ze het te laten draaien als een tol
(bijvoorbeeld: blokken).
 Ook de spraak kan stereotiep en repetitief zijn. Sommige kinderen vertonen echolalie, wat
betekent dat ze woorden en zinnen van anderen letterlijk herhalen (onmiddellijk of
uitgesteld; in de derde persoon praten). Daarnaast spreken sommigen over zichzelf in de jij-
vorm of gebruiken ze idiosyncratische uitdrukkingen (bijvoorbeeld: zelf uitgevonden
woorden; zus met sproeten  ze praten niet over hun zus, maar over een aardbeitje). Ze
spreken soms te stil of te luid, of hebben een vreemde intonatie die te vlak of te hoog is, of
waarbij bepaalde letters op een vreemde manier worden uitgesproken.
 Kinderen met ASS houden daarnaast vaak hardnekkig vast aan dingen. Er is sprake van
rigiditeit of een gemis aan flexibiliteit. Ze vertonen bijvoorbeeld weerstand tegen
onvoorspelbare en plotse veranderingen, ze willen dat alles steeds op dezelfde manier
gebeurt en kunnen zeer overstuur geraken (bijvoorbeeld: gillen, hoofdbonken) bij kleine
veranderingen (bijvoorbeeld: ander merk van bepaalde producten). Er is vaak ook sprake van
rigide of starre denkpatronen en halsstarrig vasthouden aan bepaalde rituelen en routines
(bijvoorbeeld: op dezelfde manier mensen begroeten).
 Ze hebben vaak bijzonder specifieke interesses waardoor ze volledig in beslag worden
genomen en die ze gedurende langere tijd kunnen volhouden. Het kan gaan om het
uitvoeren van bepaalde activiteiten zoals zand in een emmer schappen, water pompen,
papier in repen scheuren, of stokjes verzamelen. Er kan sprake zijn van een preoccupatie met
ongebruikelijke voorwerpen zoals een pan, een stofzuiger, een touwtje of pluisje. Bij oudere
kinderen met een normale begaafdheid komt dit eerder tot uiting in een sterke interesse
voor specifieke thema’s zoals de dienstregeling van treinen, de oudheid, dinosaurussen of
automerken.
 Tot slot vertonen veel kinderen met ASS een overgevoeligheid (hypersensitiviteit) voor
bepaalde zintuiglijke prikkels (voornamelijk geluid, aanraking, bepaalde texturen en smaken).


2

, Mens en Leren 2
Ze vertonen er dan ook een sterke afkeer voor en kunnen er bijgevolg extreem op reageren
(bijvoorbeeld: oren bedekken, roepen). Daarnaast kunnen ze voor andere prikkels
(bijvoorbeeld: pijn, temperatuur) dan weer net ongevoelig reageren (hyposensitiviteit en
reactiviteit). Wanneer kinderen met ASS veel prikkels tegelijk moeten verwerken, raken ze
sneller overprikkeld, waardoor ze zich terugtrekken of net in woede uitbarsten.

1.2.2. Fenotypes
Sociale fenotypes

 Tot het afzijdige type behoren de kinderen die het meest afgesloten zijn van sociaal contact,
die weinig interesse hebben in anderen, nabijheid en contact vermijden, en zelden zelf
toenadering zoeken (behalve voor primaire behoeften). Deze kinderen hebben bijkomend
vaak een ernstige verstandelijke beperking.
 Kinderen die behoren tot het passieve type ondernemen geen actieve pogingen tot interactie
(tenzij voor primaire behoeften), maar aanvaarden wel toenadering van anderen. Ze nemen
zelf zelden initiatief, maar antwoorden wel op vragen, reageren op aanspreking, of doen mee
als ze worden gevraagd. Ze ondernemen echter geen pogingen om de interactie te
onderhouden als deze door hun interactiepartner wordt afgebroken. Deze kinderen zijn
intellectueel meestal sterker dan de afzijdige groep.
 Het actief-maar-bizar type zoekt heel actief toenadering tot anderen, maar doet dat op een
egocentrische, onaangepaste en bizarre wijze. Deze kinderen praten bijvoorbeeld enkel over
hun eigen interesses zonder op de signalen van de gesprekspartner te letten of stellen
vreemde of ongepaste vragen. Ze komen vaak opdringerig en storend over, wat soms
verkeerdelijk als kenmerk van ADHD of ODD kan worden gezien. Deze kinderen hebben in
vergelijking met kinderen binnen de andere sociale fenotypes de beste cognitieve
mogelijkheden.
 Er kan nog een 4e fenotype worden onderscheiden dat enkel voorkomt bij normaal tot
hoogbegaafde adolescenten en volwassenen: het hoogdravend of stijf-formalistisch type.
Het wordt gekenmerkt door een zeer formeel en beleefd taalgebruik. Deze volwassenen
vertoonden als kind de kenmerken van één van de bovenstaande fenotypes, maar leerden
door hun sterk cognitieve mogelijkheden om zo normaal mogelijk over te komen. Ze zijn sterk
gebonden aan regels en scripts in sociale situaties, maar vatten de subtiliteiten in de sociale
interactie niet. Ze voelen het niet aan en moeten er constant bij nadenken. Ze kunnen het
sociale script niet aanpassen aan onvoorzien omstandigheden waardoor ze door de mand
vallen als er iets onverwachts gebeurt.

1.2.3. Secundaire kenmerken
Eén van de meest voorkomende problemen bij kinderen met ASS is de aanwezigheid van extremen
angsten. Deze hebben vaak te maken met de onvoorspelbaarheid van de wereld om hen heen. Soms
hebben ze voor de buitenwereld schijnbaar onlogische angsten zoals angst voor een bepaalde kleur.

Gedragsproblemen zoals driftbuien of woedeaanvallen zijn vaak een uiting van angst door
onvoorspelbaarheid bij veranderingen. Ze kunnen ook optreden vanuit frustratie omwille van het
zich niet voldoende kunnen uitdrukken en het niet begrepen worden door anderen.

Zelfbeschadigend gedrag kan ook een uiting zijn van frustraties of van stereotypie (bijvoorbeeld:
hoofd tegen muur bonken).




3

, Mens en Leren 2
Eet- en drinkproblemen kunnen vaak verklaard worden door een overgevoeligheid voor bepaalde
texturen en een sterke afkeer van bepaalde smaken. De vaak moeilijke overgang van vloeibare naar
vaste voeding kan dan weer te maken hebben met de weerstand tegen veranderingen.

Er kan sprake zijn van slechte schoolprestaties. Enerzijds kan dit te maken hebben met de cognitieve
problemen die kinderen met ASS vaak vertonen. Ze hebben bijvoorbeeld moeilijkheden met plannen
en organiseren, begrijpen opdrachten en abstracte begrippen niet goed, en verwerken informatie
fragmentarisch waardoor ze hoofd- en bijzaken moeilijk kunnen onderscheiden. Anderzijds kunnen
slechte resultaten ook het gevolg zijn van frustraties, van comorbide aandachtsproblemen of een
verstandelijke beperking.

Normaal begaafde kinderen met ASS hebben ook vaker een negatief zelfbeeld en last van
depressieve gevoelens. Dit is vooral bij normaal begaafde kinderen omdat ze intelligent genoeg zijn
om te merken dat ze anders zijn.

1.2.4. Neuropsychologische kenmerken
De neuropsychologische tekorten waarvoor de meeste evidentie bestaat zijn: een zwakke centrale
coherentie, problemen met ‘Theory of Mind’, en stoornissen in de executieve functies.

 Centrale coherentie
Dit is de neiging om samenhang te zoeken tussen individuele stimuli (het geheel zien),
rekening houdend met de context. De centrale coherentie theorie stelt dat problemen met
deze centrale coherentie de belangrijkste verklaring vormen voor het ontstaan van ASS. Er
wordt in dit opzicht bij ASS ook wel over ‘contextblindheid’ gesproken.
Voorbeeld: ‘Ik had altijd al moeite gehad met de idee dat iets anders wordt. Ik kende koeien,
maar als ze een kudde vormden, waren het voor mij geen koeien meer. Ik begreep dat je
‘kudde’ gebruikt om een groep aan te duiden, maar het woord ‘vee’ begreep ik niet...’

 Theory of Mind




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MiraMerel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.20
  • (0)
  Add to cart