Dit is een volledige samenvatting van het vak 'Alternatieve conflictoplossing', gedoceerd door de nieuwe proffen Maud Piers en Katalien Bollen. Het bevat ook de mogelijke examenvragen bij elk thema en de boostersessie.
Veel succes!
ALTERNATIEVE CONFLICTOPLOSSING
- Examen (80%): schriftelijk, gesloten boek, casus, meerkeuzevragen en open vragen
- Werkstuk (20%) over thema 4
- Na elke les komt er een lijst met vragen als voorbereiding op het examen
- 4 thema’s
1) Wat is ACO?
2) Tussenpartijdige ACO
3) Bovenpartijdige ACO
4) Toekomst van geschiloplossing
THEMA 1: WAT IS ACO?
TERMINOLOGIE
- Alternatieve Conflict Oplossing
o Alternatieve
o Conflict
o Oplossing
o Cfr. ADR = Engelse tegenhanger
▪ Alternative Dispute Resolution
= is de basis geweest van de term ACO
- Alternatieve Conflict Oplossing
o Alternatieve
▪ Alternatief = anders dan klassiek. Alternatief t.o.v. de aanpak van de rechter.
• Leidt vaak tot een duurzamer oplossingsmiddel
• ‘Buiten de rechtbank’, i.p.v. naar de rechtbank te gaan, gaan we het buiten de
rechter om proberen op te lossen.
o out-of-court’ dispute resolution (wegens minder tijdrovend, kostelijk,
…)
o = bv. (Buitengerechtelijke) bemiddeling, arbitrage, bindende
derdenbeslissing, collaboratief onderhandelen
➢ Bemiddeling: men doet beroep op een derde die geen rechter
is voor de oplossing van een geschil
➢ Arbitrage: een panel van derden legt een beslissing op,
opnieuw een beslissing door iemand die geen rechter is
o ≠ bv. minnelijke schikking → want gebeurt door de rechter!
1
,Je kan ook een andere definitie hanteren, niet per se buiten de rechtbank:
• OF: Anders dan door adversarieel strijdmodel? (wegens relatieduurzaamheid)
waarmee we de oplossing van geschillen vaak associëren
o = bv. bemiddeling, collaboratief onderhandelen, minnelijke schikking,
verzoening
o ≠ bv. arbitrage, bindende derdenbeslissing
→ DUS: afhankelijk van welke definitie men hanteert vallen bepaalde handelingen er wel of niet onder. Wij
gaan op een andere manier kijken:
▪ Alternatief: wat is dat? → Betekent voor ons ‘Appropriate’
• Er bestaat geen one size fits all oplossing voor conflicten. Het is van belang om
te kijken naar wie de partijen zijn, wat de partijen nodig hebben, de aard,
alsook de context waarin het conflict tot stand is gekomen en kan worden
opgelost
o Het kan dan zijn vanwege de aard van het conflict, dat een
gerechtelijke procedure beter geschikt is dan ADR
• Appropriate (wat hebben partijen nodig) versus Alternative Dispute
Resolution
• Aandacht voor noden van partijen, conflict en context = daardoor breed
gamma van ACO (vertrekpunt ACO). De klassieke gerechtelijke procedure valt
hier ook onder dus want kan zijn dat dit soms voor de partijen de betere
oplossing is.
• = Focus vak ACO (minus klassieke gerechtelijke procedure)
o Het kan in bepaalde gevallen wel de juiste oplossing zijn om een
gerechtelijke procedure te volgen
• ≈ Ligt in de lijn met de verwachting t.a.v. actoren van justitie (vooral sinds
2018 worden de rol van andere vormen van conflictoplossing gepromoot).
o Conflict
▪ Cruciaal concept: goed begrip leidt tot ‘appropriate’ oplossing
▪ AConflictO versus ADisputeR: belang terminologie?
• Conflict versus geschil
o Het gaat om het conflict in de ruime zin, de onderlinge spanningen en
de historie die eraan voorafgaan. De rechter oordeelt over het
voorgelegde juridische geschil, terwijl het onderliggende conflict
dikwijls buiten zijn beoordelingsbevoegdheid valt.
o Geschil wijst op een gejuridiseerd conflict. Conflict is ruimer, kan ook
gaan over de onderlinge spanningen en historie.
• Geen typisch juridisch concept. Daarom: psychologie!
• Tussenpartijdig versus bovenpartijdig?
o Tussenpartijdige conflictoplossing: het conflict aan de wortel
proberen behandelen.
2
, oBovenpartijdig conflictbeslechting: focus op het geschil zelf (rond de
rechten en verplichtingen van de partijen) en minder aan het oplossen
van het conflict dat aan de basis ligt van het geschil
▪ Bestaand conflict!
• Conflictoplossing en dus niet conflictpreventie (bijv. Dispute Review Boards bij
de uitvoering van contracten→ aanbevelingen)-
o = bepaalde tribunalen die worden opgericht om de uitvoering van het
contract van het begin tot het einde mee op te volgen en als er een
onenigheid bestaat, hier onmiddellijk een antwoord op te bieden. Zij
geven bijvoorbeeld aanbevelingen hoe die problemen kunnen worden
opgelost (= Dispute Review Boards), maar ze kunnen ook beslissingen
nemen (Dispute Jurisdictial Boards).
o Hier hebben we het dus niet over, enkel eenmaal er al een conflict is
ontstaan!
o Oplossing
▪ Brede term (ontleend aan de ADResolution)
• > meer dan enkel ‘beslechten’ = oplossen van een geschil door een derde ipv
de partijen zelf
o = focus procesrecht
• > meer dan ‘onderhandelen en bemiddelen’ → door partijen
o = focus (en titel) vroeger vak
Oplossen betekent dat partijen zelf proberen tot een oplossing te komen.
INDELING
- Participatieve of tussenpartijdige conflictoplossing = synoniemen
o → Consensus en de vrijheid van partijen om zelf tot een oplossing te komen is van belang
o Ook wel ‘niet-bindende’ of ‘consensuele’ ACO genoemd
- <-> Adversariële of bovenpartijdige conflictbeslechting = synoniemen
o → Focus ligt op de rol van de derde
o Ook wel ‘bindende’ of adjudicerende ACO genoemd
→ Er is geen zuivere tweedeling, er zijn tussenvormen en ook nieuwe vormen.
1) Participatieve of tussenpartijdige conflictoplossing
o Beslissingsautonomie = partijen zijn cruciaal! (‘consensual ADR’)
▪ Partijen beslissen of ze al dan niet een oplossing aanvaarden die hetzij wordt
voorgesteld door de partijen zelf of door een derde
o Objectief: win-win
▪ Beide partijen hebben het gevoel dat ze hebben kunnen realiseren wat ze wilden
bekomen. → ‘taart vergroten’: methode om te komen tot een win-win.
3
, - Bijvoorbeeld: Contract gesloten bij de aanvang van een activiteit waarbij staat dat er bij het einde vh
contract een sv moet worden betaald muv wanprestatie. Overeenkomst voorzag ook in een
conflictoplossing nml dat er naar de orb van BXL moet worden gegaan. Maar beide bedrijven wouden
niet naar de rb gaan (reputatieredenen, wil zo snel mogelijk vergoeding krijgen,…). Optie collaboratief
onderhandelen: je moet beroep doen op een advocaat die daartoe erkenning heeft gekregen, zagen
de partijen niet zitten. Ook bemiddeling was een optie: beide partijen konden met hun eigen advocaat
dit doen en dus kiezen ze deze optie. Één partij zegt heb geen wanprestatie gepleegd, terwijl andere
partij zegt van wel. Bij Tussenpartijdige conflictoplossing gaat men niet de stok in twee doen en
beslissen om bv maar de helft uit te betalen waarbij beide partijen moeten toegeven. Men gaat
focussen op de belangenvan de partijen, eerder dan de standpunten van de partijen. Belangen in
deze zaak: dame wil uitbetaaldworden en wil niet naar de buitenwereld dat zij een wanprestatie is
begaan en wil een deel het niet- concurrentiebeding herzien. Andere partij wou alles confidentieel
afhandelen en willen wel betalen maarkunnen dat niet snel want zitten in slechte papieren.
➔ Belangen zijn dus niet zo tegenstrijdig maar de standpunten wel
➔ Oplossing: volledige opzegvergoeding wordt uitbetaald op een langere termijn, confidentieel en
niet-concurrentiebeding laten vallen
➔ Win-win: vergroten vd taart
o Het gehele conflict oplossen staat centraal
o Methode gericht op samenwerking/communicatie/onderhandelen (belanghebbend
onderhandelen)
▪ Belang van psychologische deskundigheid (multidisciplinariteit)! – kunnen omgaan
met emoties
▪ Succes hangt af van partijen: ze moeten willen meewerken
- Impact op toegang tot de rechter/arbiter?
o In principe: tijdelijk tenzij oplossing, de toegang tot de rechter wordt maar tijdelijk afgesloten
(niet definitief), definitief wanneer men tot een oplossing gekomen is.
o m.u.v. voorlopige en bewarende maatregelen
- Voorbeelden: bemiddeling, verzoening, minnelijke schikking, collaboratief onderhandelen
(= je moet beroep doen op een advocaat die hiertoe herkenning heeft gekregen), (‘gewoon’
onderhandelen). Focussen op het bovenhalen van belangen.
2) Adversariële of bovenpartijdige conflictbeslechting
o Beslissingautonomie = (neutrale) derde (‘determinative’ of ‘adjudicative’ ADR). De derde is
vaak een jurist (arbiter, voorzitter van een panel,..). Die zal dan een oplossing opleggen die
bindt, en kunnen nadien niet meer naar de rechter (wel uitzonderingen!).
o Objectief doorgaans: win-loose m.a.w. ‘gelijk halen’, de zaak winnen ten koste van de andere;
verdedigen van standpunten.
▪ Objectief is komen tot een oplossing van het geschil,
o Het ‘gejuridiseerd conflict’ (‘geschil’) beslechten staat centraal → daarom ook het belang van
juridische deskundigheid!
▪ Derde is vaak een jurist, juridische garanties spelen een belangrijke rol omdat de weg
naar de rechter wordt afgesloten
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller criminoloco. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $15.10. You're not tied to anything after your purchase.