Samenvatting International Finance & Economics 1 (IFE1) Accountancy Hanzehogeschool
21 views 0 purchase
Course
International Finance & economics
Institution
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Book
Algemene economie en bedrijfsomgeving
Samenvatting voor het vak International Finance & Economics 1 (IFE1). Opleiding Accountancy Hanzehogeschool. De volgende hoofdstukken uit het boek Algemene economie en bedrijfsomgeving (druk 6) worden behandeld: H1 - 9, 11, 13 - 18.
Algemene economie en bedrijfsomgeving
Hoofdstuk 1 De onderneming en algemene economie
Economie is de wetenschap die het streven naar welvaart bestudeert. De middelen voor de
welvaart zijn beperkt. Er moeten altijd keuzes worden gemaakt tussen de behoeften die men
wil bevredigen. Er is altijd schaarste.
De algemene economie bestudeert het economisch handelen voor een groter geheel, zoals
een land als Nederland of een regio als de EU.
De macro-economie is een onderdeel van de bedrijfsomgeving, de factoren die van invloed
zijn op de winstgevendheid van de onderneming. De macro-economische omgeving bestaat
voornamelijk uit de conjunctuur, wisselkoersen, loonkosten, grondstofkosten en rente. Deze
factoren hebben invloed op kosten en opbrengsten van de onderneming. Naast deze macro-
omgeving is ook een directe en een indirecte omgeving te onderkennen.
In het economisch denken is het verband tussen absolute en relatieve gegevens van groot
belang.
Variabelen zijn vaak het product van 2 andere variabelen (bijvoorbeeld: waarde is
hoeveelheid x prijs). De verandering in een dergelijke variabele is de som van de
verandering in de samenstellende delen (de verandering van de waarde is de verandering in
hoeveelheid + de verandering van de prijs). Een hoeveelheidsverandering staat bekend als
de reële verandering, een waardeverandering staat bekend als de nominale verandering.
De basisrelaties in de economie betreffen het volgende:
- De productie is het product van werkgelegenheid en arbeidsproductiviteit
- De loonsom is het product van werkgelegenheid en loon per werknemer
- De loonkosten per eenheid product zijn gelijk aan het loon per werknemer gedeeld
door de arbeidsproductiviteit
Hoofdstuk 2 Markten
Een markt is het geheel van betrekkingen tussen vragers en aanbieders van een bepaald
product. Je onderscheidt de volgende soorten markten:
- Wereldmarkt: de prijs van een product is voor de hele wereld gelijk
- Nationale markt: de prijzen en hoeveelheden komen in een heel land tot stand
- Lokale markt: de betrekkingen tussen vragers en aanbieders spelen zich af in een
kleiner gebied
De relevante markt voor een onderneming is het deel van de markt dat zij bedient.
Ondernemingen zijn ingedeeld in een bedrijfstak met andere ondernemingen die op
gelijksoortige wijze produceren voor dezelfde behoeften. Er is een eenduidige classificatie
van ondernemingen in bedrijfstakken door middel van de NACE.
Statistische bureaus delen de ondernemingen in naar grootte volgens het aantal
werknemers. Er is sprake van micro-, kleine-, middelgrote en grote ondernemingen.
, De economische orde bestaat uit de waarden, normen en instituties die het economisch
gedrag bepalen. Economische orden verschillen van elkaar naar de mate waarin markten en
regulering een rol spelen. In een markteconomie zijn individuen vrij om naar eigen inzicht te
handelen; in een economie waar regulering de boventoon voert, moet het gedrag voldoen
aan regels. De meeste economieën zijn mengvormen. Naarmate bij producten zedelijke
waarden een grotere rol spelen (zoals in de gezondheidszorg en bij giftige chemicaliën) is
regulering belangrijker.
Hoofdstuk 3 De vraag
Consumenten bevredigen allerlei soorten behoeften door middel van allerlei soorten
goederen en diensten. Dat is het consumptiepatroon. Op het consumptiepatroon zijn trends
van invloed:
- Demografische trends, de leeftijdsopbouw van de bevolking en de
inkomensverdeling
- Veranderende levensstijlen; de onderliggende factor is de individualisering waardoor
mensen kunnen kiezen tussen elementen uit diverse levensstijlen
Verder zijn ook seizoen en klimaat en de overheidsinvloed belangrijke elementen in de
consumentenvoorkeuren.
De vraagcurve geeft de gevraagde hoeveelheid weer bij elke prijs. De vraagcurve verloopt
dalend vanwege het substitutie- en inkomenseffect. Bij een prijsverandering past de
hoeveelheid zich aan op de curve. De vraagcurve kan verschuiven door externe factoren,
zoals de toename van de bevolking en de verandering van het weer en van smaken.
Het bovenste gedeelte van de curve heeft een elastische vraag. Het gaat daarbij om hoge
prijzen en kleine hoeveelheden. Meestal gaat het om luxe-goederen. Het onderste gedeelte
van de vraagcurve kent een inelastische vraag. Daarbij gaat het om lage prijzen en grote
hoeveelheden. Meestal gaat het om noodzakelijke goederen.
Naast de prijselasticiteit van de vraag is er ook de omzetelasticiteit. Deze geeft de
verandering van de omzet weer bij een verandering van de prijs van 1%.
Bij een prijselasticiteit tussen 0 en -1 zal de omzet stijgen bij een prijstoename van 1%. De
hoeveelheid daalt minder dan de prijsstijging.
Bij een prijselasticiteit kleiner dan -1 zal de omzet dalen bij een prijsstijging. De hoeveelheid
neemt sterk af dan de prijsstijging.
De substitutie-elasticiteit geeft de invloed weer van prijzen van andere producten op de
vraag. De vraag kan bij prijsverandering van een ander goed:
- Toenemen: er is dan sprake van een substitutiegoed
- Gelijk blijven: het is dan een indifferent goed
- Afnemen: het is dan een complementair goed
De inkomenselasticiteit geeft de invloed van inkomensveranderingen op de vraag naar een
goed weer. Er is sprake van:
- Luxegoederen: de vraag stijgt meer dan 1% bij een toename van het inkomen met
1%
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xninaxx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.68. You're not tied to anything after your purchase.