* Advies is opgesteld voor de begeleiding van patinten die abnormale slijtage laten zien: bij
wie slijtage ongewoon snel of fors is of voor patinten die op afwijkende plaatsen slijtage hebben.
Versnelde slijtage kan leiden tot problemen: pijn, esthetek en verstoorde functe.
* Gebitsslijtage soorten:
- Erosie = slijtage door inwerking van zuren die niet door bacteriin in de tandplak zijn gevormd.
o Erosie verzacht tandoppervlakken daardoor heef erosie een sterk versnellende invloed op
beide andere processen. Dit maakt erosie van bijzonder belang. Gebitsslijtage waarbij erosie als
belangrijke oorzaak wordt gezien, is daarom erosieve gebitsslijtage genoemd.
- Abrasie = slijtage door een object of substante aaomstg van buiten de mond.
o Kauwen op voedsel
- Attritie = slijtage tussen 2 tandoppervlakken in direct contact.
o
Het is niet vastgesteld dat de prevalente van erosieve slijtage in de afgelopen decennia is toegenomen. Toch
zijn er meer risicofactoren die erosieve gebitsslijtage bevorderen, zoals gevolg van veranderingen in levensstjl:
- Er worden meer erosieve dranken geconsumeerd.
- Meer diiten gevolgd met veel fruit en groente.
- Het gebruik van erosieve sport- en energiedranken is toegenomen.
- Jongeren gebruiken meer erosieve consumptes tjdens het uitgaan.
* Risicofactoren erosieve slijtage:
- Er zijn altjd zuren bij betrokken.
- Alle mogelijke factoren die slijtage bevorderen moeten beoordeeld worden voordat een mondverzorger
een diagnose kan stellen + therapie kan kiezen.
o Vragenlijsten en checklisten zijn hulpmiddelen.
* Categoriein zuren:
- Extrinsiek zuur = uit de omgeving, voeding en medicate.
o Beroep wijnen proeven, metaalbewerking, etc.
- Intrinsiek zuur = uit de maag. (vb. anorexia pt).
o Bij aanwezigheid raadzaam naar HA sturen.
o Progressie monitoren.
* Risicofactoren onderscheid in:
- Patintgebonden factoren bv. hyposalivate, reefuxziekte en voedingsgewoonten.
- Factoren in de voeding bv. zure drank en voeding.
- Werkgerelateerde factoren bv. werken in een zure atmosfeer.
* Beschermende factoren:
- Voedingsmiddelen melk- en yoghurtproducten.
- Gebruik van efuoride (zijn aanwijzingen voor als beschermende factor).
o Speciaal geformuleerde tandpasta’s en mondspoelmiddelen met tn (tnefuoride en/of tnchloride in
combi met efuoride) lijken erosieve slijtage te kunnen verminderen.
Er zijn geen aanwijzingen dat de frequente / tming / methode van tandenpoetsen klinisch relevante
factoren zijn voor erosieve slijtage.
De rol van de abrasiviteit van de tandpasta is onduidelijk.
1
,* Regelmatg screenen op tekenen van slijtage is gewenst.
- Bij waarnemingen slijtage (niet fysiologisch):
o Gedetailleerde visuele inspecte mondfoto’s
o Anamnese
o Aanvullende oz voedingsdagboek + speeksel oz.
* Advies:
- Melkproducten + water drinken.
- efuoride tandpasta en/of efuoride mondspoelmiddel met tn ( efuoride of -chloride).
- Bij cervicale slijtage gebruik een laag abrasieve tandpasta.
* Klinische vraag: Hoe kan erosieve gebitsslijtage worden gediagnostceerd, wat is de etologie en welke
preventeve maatregelen kunnen worden geadviseerdn
* Tijdige onderkenning van erosieve gebitsslijtage en efecteve adviezen zullen mogelijk dure en ingewikkelde
restaurateve behandelingen kunnen voorkomen.
* De meeste erosie adviezen die in de praktjk worden gegeven kunnen slechts gering worden onderbouwd met
klinisch bewijs.
● Tandslijtage = het gevolg van een combi van erosie, abrasie en atrite. .n dit veelal langdurige proces spelen
zuren van intrinsieke en extrinsieke bron, allerlei soorten mechanische belastng en de beschermende werking
van speeksel een rol. Deze factoren hangen op hun beurt samen met levensstjl, voedingspatroon, gewoonten,
gezondheid en medicijngebruik.
● Demasticatie = kauwen op voedsel (erosief / abrasief).
* Cervicale slijtagedefecten worden soms in verband gebracht met occlusale overbelastng, die leiden tot
spanning in het glazuur (= abfractie). Hiervoor is geen overtuigend bewijs.
* Pt populate:
- Pt met abnormale slijtage.
- Pt met hyposalivate (= te weinig speeksel)
- Bepaalde beroepen metaal bewerking, zwemmen, wijnproeven.
* Prevalente:
- Prevalente varieert sterk.
- .n Den Haag in 2002 hadden er 15 – 27% (van verschillende groepen 11- en 12-jarige kinderen) enige
vorm van erosieve gebitsslijtage.
- .n Oss in 2008 een prevalente van 44% bij 15-jarigen. Slijtage tot in de dentne kwam bij 11% v/d kinderen voor.
- Een duidelijk verschil tussen jongens en meisjes jongens meer erosieve slijtage.
- .n TNO oz in 2011 bij jeugdigen werdt een erosieve slijtage van 2-4% bij 11-jarigen, 18-23% bij 17-jarigen
en 25% bij 23-jarigen gevonden.
2
, - Het is goed je te realiseren dat een bepaalde mate van slijtage ( in tegenstelling tot cariis) een fysiologisch gegeven is.
Slijtageproces: Klinische verschijningsvormen:
Erosie - Verlies van perikymata, al bij jonge tanden.
- Gladde oppefvlakken met zijdeglans.
- Slijtage op locates die niet direct (zwaar) mechanisch worden belast, bv. palatnale en
linguale vlakken.
- Slijtagegebieden die meer groot (oppervlak) dan diep zijn.
- Gevoelige tanden.
- Doorschijnende en afrokkelende incisale randen.
- Uitslijten van blootliggend dentne met komvorming ( cupping) van knobbels en groefvorming
van incisale randen.
- Restaurates die uitsteken boven het omliggende tandweefsel.
Abrasie - Lokale slijtage, terug te voeren op specifeke mechanische oorzaken ( bv. kauwen op pen / nagels /
tandenpoetsen).
- Uitslijten van blootliggend dentne met komvormig ( cupping) van knobbels en groefvorming
van incisale randen, in geval van abrasief dieet ( demastricate).
- Gevoelige tanden.
Attritie - Gelijktjdige, op elkaar passende, slijtage verschijnsenen op tegenoverliggende vlakken die
elkaar raken in occlusie / artculate.
- Slijtfaceten op tanden en restaurates.
- Glazuur en dentneslijtage houden gelijke tred ( geen cupping / groefvorming).
- Scherpe begrensde slijtage, breuken (hoektanden, restaurates).
Links Tand met intacte perikymata.
Rechts De perikymata zijn gedeeltelijk weggesleten.
Links Vroege symptomen van erosieve slijtage afgeronde
contouren en cupping. Dentne schemert door het glazuur heen.
Erosieve slijtage v/d palatnale vlakken. Nabij de sulcus is een gebied
waar weinig slijtage optreedt.
Abrasieve slijtage v/d knobbels van 44 door uit gewoonte te bijten op
een pen.
Occlusale slijtage van dieet met veel abrasieve en erosieve
componenten (= demasticatie).
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Leonora20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.