Scheikunde Hoofdstuk 12, 13, 14 en 15
Hoofdstuk 12: Medicijnen op hun plek
12.1 Een medicijn op weg
Aspirine = acetylsalicylzuur. Dit kan uiteenvallen in ethaanzuur en salicylzuur
Medicijnen bevaten een bindmiddel, een conserveringsmiddel en een stof die ervoor zorgt dat de pil
makkelijk in het maag-darmkanaal uiteenvalt. Als de hoeveelheid werkende stof laag is, is een vulstof
nodig.
Een pil moet door de maag- of darmwand heen en dan door de wand van een bloedvat om in het
bloed terecht te komen.
Als het niet door de maagwand gaat moet het via de darmwand heef groot oppervlak door
plooien bevordert opname stof.
Het transport hangt af van de difusie en de pH in het maag-darmkanaal.
Difusie stof gaat van hoge concentrate naar lage concentrate.
De lever zet de stof vaak om in andere niet werkende stofen, welke net zoals het medicijn worden
uitgescheiden door de nieren.
- Opname in het bloed
- Verdeling over het lichaam
- Omzetng
- Uitscheiding
De snelheid van opname en efcicnte van de omzetng en uitscheiding bepalen wanneer je een
nieuwe pil nodig hebt.
Als de maag de werkende stof te snel afreekt kan je een injecte of infuus gebruiken om de stof
direct in de bloedbaan te krijgen.
Of een pil met een beschermlaag.
Iedere wand bestaat uit cellen. Om alle stofen in de cel te houden is er het celmembraan = barrière
voor deeltjes die erin of eruit willen.
= dubbellaag van deeltjes met een hydrofele kop en een hydrofobe staart. Aan beide zijden van het
celmembraan zit een waterige oplossing. Het oppervlak is hydrofel en de binnenzijde hydrofoob. Om
het hydrofobe deel van het celmembraan te kunnen passeren moet een deeltje niet al te groot zijn
en enigszins hydrofoob. Een celmembraan bevat ook kleine hydrofele poricn waar kleine hydrofele
deeltjes of ionen doorheen kunnen.
pH beïnvloedt het hydrofele of hydrofobe karakter van de moleculen.
Acetylsalicylzuur is een zuur kan een H+ afstaan in een gebied met een hoge pH zal het
molecuul deze afstaan en zal een negatef ion worden.
Paracetamol heef een NH groep kan H+ opnemen positef ion.
Doordat de moleculen veranderen, veranderen de mogelijkheden om door een membraan heen
getransporteerd te worden. De werking van een werkzame stof alleen afankelijk van de pH van de
omgeving.
12.2 Transport en pH
ethaanzuur heef een hogere pH dan zoutzuur [H3O+] in de 1,0M ethaanzuur is kleiner dan in 1,0M
zoutzuur. 1,0M ethaanzuur geleidt minder stroom dan 1,0M zoutzuur. In 1,0M ethaanzuuroplossing
komen minder vrije ionen voor dan in 1,0M zoutzuur.
Zuur in water:
- Het zuur lost op
- Reacte van zuur met water.
Sterk zuur = een zuur dat in een oplossing volledig reageert met water
HA + H2O H3O+(aq) + A-(aq)
Zwak zuur = een zuur dat met water een evenwichtsreacte vormt.
Ethaanzuur had minder H3O+ evenwichtsreacte
Er zijn dus nog moleculen ethaanzuur in de oplossing aanwezig. Het evenwicht ligt ook links
concentrate ethaanzuur is groter dan H3O+ en CH3COO- notate is CH3COOH(aq) = HA(aq)
Zwak zuur = HA(aq)
Sterk zuur = H3O+(aq) + A-(aq)
Sterke base in water nemen alle deeltjes een H+ ion op.
O2- = sterke base in water neemt het een H+ ion op.
- Oplossen van natriumoxide in water
- Alle oxide ionen nemen een H+ ion op
= Na2O(s) + H2O(l) 2 Na+(aq) + 2 OH-(aq)
O2- komen niet voor in water
Zwakke base niet alle moleculen nemen een H + ion op.
NH3(s) NH3(aq)
NH3(aq) + H2O(l) NH4+(aq) + OH-(aq)
Ook dit evenwicht ligt links notate = NH3(aq)
HA(aq) + H2O(l) H3O+(aq) + A-(aq)
A- Kan dus weer een H+ opnemen HA/A- = zuur-basekoppel
Bij het zuur HA hoort de base A- A- is de geconjugeerde base van HA
B(aq) + H2O(l) HB+(aq) + OH-(aq)
+
HB /B = zuur-basekoppel
Bij de base B hoort het geconjugeerde zuur HB +.
Naarmate het zuur zwakker is, is de geconjugeerde base van dit zuur sterker en andersom.
CH3COOH(aq)+ H2O(l) H3O+ (aq) +CH3COO- (aq)
Bij dit evenwicht hoort een evenwichtsvoorwaarde:
K = [H3O+ (aq)] x [CH3COO- (aq)]
---------------------------------------
[CH3COOH(aq)]
H2O kan je buiten beschouwing laten omdat het zo groot is en er nauwelijks verandert.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ChristiaanvanEck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.24. You're not tied to anything after your purchase.