Uitgebreide samenvatting van alle stof van Corporate Communicatie voor het tentamen. De samenvatting bestaat uit de hoofstukken uit Cornelissen (5e druk) en de artikelen. Daarnaast zijn de aantekeningen van de hoorcolleges door de samenvatting heen verwerkt.
Summany Corporate Communication (readings + seminars)
Corporate Communication
Corporate Communication Summary
All for this textbook (5)
Written for
Universiteit van Amsterdam (UvA)
Communicatiewetenschap
Corporate Communicatie
All documents for this subject (50)
30
reviews
By: nicaengel • 3 year ago
By: eehajet • 3 year ago
By: bouw176 • 3 year ago
By: mikaykoning • 3 year ago
By: lievebeers • 3 year ago
By: kristieebes • 3 year ago
By: marike74 • 3 year ago
Show more reviews
Seller
Follow
dominiquestuvia
Reviews received
Content preview
Samenvatng Corporate Communicate
Week 1: Wat is corporate communicatee p. 2 t/m 8
H1: Wat is corporate communicatee
H4: Stakeholder management en communicate
H10: Issue management
Perspecteven op communicate management (Van Ruler, 2005)
Dynamics of Issue Discourse (Vos, 2017)
Organizatonal Resilience and the role of Communicaton (Vos, 2017
Week 2: Corporate identteit en communicatestrategie p. 9 t/m 11
H5: Corporate identteit, Branding en Corporate Reputate
H6: Communicatestrategie en strategische planning
Dynamics of Organizatonal Identty (Hatch & Schultz, 2002)
Characteristcs of Excellent Communicaton (Grunig & Gruning, 2006)
Week 3: Medewerkercommunicate p. 12 t/m 17
H9: Medewerkercommunicate
The Impact of Employee Communicaton and Perceived External Prestge on Organizatonal
Identficaton (Smids, Pruyn & van Riel, 2001)
Culture, Subculture, and Organizatonal Socializaton (Cheney et al., 2010)
Communicaton Audits as Organizatonal Development (Downs & Adrian, 2004)
Week 4: Mediarelates p. 18 t/m 21
H8: Mediarelates
Sustainable Food and agriculture: Stakeholder’s Frames (Van Gorp & van der Goot, 2012)
Agenda-setng Efects of Business News on the Public’s Images and Opinions about Major
Corporatons (McCombs, 2003)
Week 5: Leiderschaps- en veranderingscommunicate p. 22 t/m 25
Organizatonal Change and Leadership Processes (Miller, 2014)
Process of communicaton during change (Lewis, 2011)
Leadership as social infuence: An expanded view of leadership communicaton theory and
practce. (Ruben & Gigliot, 2016)
Week 6: Communicatetechnologieën p. 26 t/m 29
H3: Corporate communicate in een veranderend medialandschap
Artkel IV: Organizatonal Communicaton: Approaches and Processes (Miller, 2014)
Artkel V: New Ways of Working: impact on working conditons, work-family balance, and well-
being (Demerout, Derks & Bakker, 2014)
- Corporate communicate = de functe en het proces van het beheren van communicate tussen een
organisate en belangrijke stakeholdergroepen waar het afankelijk van is. Het is een
managementuncte die een framework biedt voor efecteve coördinate van zowel interne als
externe communicate, met als algehele doel het vaststellen en behouden van de reputate.
o Corporatoo = een organisate waarbij het bezit in handen is van een aantal aandeelhouders.
o Corpus (lichaam) = een organisate wordt benaderd als een alleenstaand, ‘belichaamde’
entteit wanneer het communiceert met interne en externe stakeholders.
- Corporate communicate is betrokken bij een groot aantal actviteiten, waaronder: plannen,
coördineren en adviseren van de CEO, het produceren en verspreiden van informate en
boodschappen aan relevante stakeholders.
- Corporate communicate mindset = het overzien en coördineren van alle communicate door
medewerkers en onderdelen van de organisate.
o Corporate communicate is geïntegreerd rondom één missie/visie/corporate identteit hoe
je als organisate wil dat mensen over je denken.
o Corporate communicate is strategisch het heef een duidelijk doel voor ogen.
- Corporate communicate houdt zich bezig met de volgende vakgebieden, waarbij gecommuniceerd
wordt met één bepaalde groep:
* Public Relatons (PR) = hoe wordt de organisate gezien door het publiek. Corporate
communicate is ontstaan uit marketng en PR.
* Marketng = houdt zich bezig met markten en het overtuigen en bedienen van de consument
* Investor relatons = communicate met investeerders, bijv. door financiile jaarverslagen
* Overheidscommunicate
* Recruitment = het kapitaal en kracht van de organisate zit in het personeel
* Community relatons = communicate met de lokale gemeenschap waarin een bedrijf is
gevestgd
- Organizatonal communicaton houdt zich bezig met medewerkers en andere organisateleden
(interne communicate).
- Een organisate is een groep mensen die samenwerkt aan een gemeenschappelijk doel. Om samen te
werken is communicate en coördinate nodig.
- Vroeger werd een organisate gezien als een container waarbinnen medewerkers samenwerken aan
het behalen van de doelen. Een organisate werd als het ware gezien als een huls waarbinnen de
doelen bereikt worden = containerbegrip. Communicate werd hierbij los gezien van de organisate.
- Maar: tegenwoordig zijn organisates veel meer fexibel en fuïde. Het zijn nu meer fexibele
netwerken; mensen die kortstondig in een organisate aan het werk zijn.
- Commuoicateve Coosttute vao Orgaoisates (CCO): een organisate is geen container, maar
organisates bestaan uit communicate.
Trends in corporate cooomnicate
I. 1900-1970: publiciteit promote, informateverspreiding
- Elke functe, discipline binnen de communicate stond nog op zichzelf, waarbij elke afdeling
zich bezighoudt met zijn eigen prestates in plaats van te werken voor de organisate als een
geheel (fragmentate).
- Communicate werd vooral gebruikt om bijvoorbeeld nieuwe beslissingen aan te kondigen of
producten te promoten.
II. 1980-2000: ‘positoning’
2
, - Communicate werd gecoördineerd binnen de organisate als geheel, verschillende disciplines
consolideerden met elkaar om een meer strategische richtng te vestgen.
- Communicate moest zich meer richten op het strategische, omdat de organisate zo
gepositoneerd kon worden in de gedachten van belangrijke stakeholders. Er werd gebouwd
aan een reputate.
III. 2000-nu: stakeholder engagement
- Tegenwoordig zijn stakeholders steeds meer actef in het laten horen van hun stem tegen de
organisate en vanwege nieuwe media technologiein is het belangrijk dat er meer interacte
is.
- Ook moeten organisates individuele stakeholders ‘engageren’ door middel van verschillende
platormen. De organisate moet hierbij transparant zijn.
H4 Stakeholder management en communicate
- Het input-output model is een economisch model van een organisate, dat uitgaat van vier belangrijke
groepen waar je als organisate rekening mee moet houden: investeerders, leveranciers, consumenten
en werknemers (zowel financieel als menselijk kapitaal). Er wordt input geleverd door de
investeerders, leveranciers en werknemers en dit stroomt als output naar de consument. In dit model
ligt de macht bij de organisate en de andere partjen zijn hier van afankelijk.
- Maar: een organisate vervult ook een rol in een sociaal systeem met groepen zoals overheden,
politeke partjen, gemeenschappen en vakbonden, waar je als organisate rekening mee moet houden
stakeholder model.
- De stakeholder theorie gaat er vanuit dat een organisate wederzijdse relates aangaan met alle
partjen, waarbij bij voorbaat niet één van de partjen belangrijker is dan de andere.
- Organisates engageren met stakeholders voor twee redenen:
Instrumentele redenen: het financiile doel van de onderneming bereiken, namelijk winst
behalen.
Normateve redenen: stakeholders zijn een doel op zich en organisates houden rekening met
stakeholders door concepten als ‘rechten’ en ‘sociale contracten’.
Natmre of stakes and stakeholders
- Stakeholder = elke groep of individu die invloed uit kan oefenen, of wordt beïnvloed door het gedrag
dat de organisate vertoont voor het nastreven van zijn doelen.
- Stake = een belang of een aandeel in een organisate, die kan variiren van een persoonlijke interesse
tot het eigendom van de organisate.
- Manieren om te kijken naar stakes / stakeholders:
Onderscheiden van primaire en secundaire stakeholders, waarbij primaire groepen belangrijk
zijn voor financiile transactes en nodig zijn voor een organisate om te overleven. Secundaire
groepen oefenen invloed uit, maar zijn niet essenteel voor de organisate om te overleven in
economische termen.
Kijken of stakeholders gebonden zijn met een organisate door een contract of overeenkomst
of niet contractuele of non-contractuele (commuoity) stakeholders.
Stakeholders cooomnicate
- Communicate met stakeholders is belangrijk om de reputate te ontwikkelen en te beschermen.
- Stakeholders moeten geïdentficeerd worden en zij moeten de type informate krijgen over de
organisate, waar zij belang bij hebben. Bijvoorbeeld: consumenten moeten informate krijgen over
producten en services.
3
, - Door de stakeholders (en hun belang) van een organisate te identficeren en te analyseren, krijgt de
organisate een beter beeld van wat de stakeholders nodig hebben. Bij zo’n stakeholderanalyse passen
de volgende vragen:
* Wie zijn de stakeholderse
* Wat zijn hun stakese
* Welke kansen en uitdagingen kent de organisate in relate tot deze stakeholderse
* Welke verantwoordelijkheden heef de organisate ten aanzien van deze stakeholderse
* Hoe kan de organisate het beste communicerene
- Er kan ook een model opgesteld worden om stakeholders te identficeren en te positoneren. Er zijn
hier twee soorten van:
Stakeholder salience model
- Stakeholders worden geclassificeerd op basis van hun salience
binnen de organisate = hoe zichtbaar of prominent een stakeholder
is in een organisate.
- Het model verdeelt stakeholders in zeven types, afankelijk van de
combinate van drie kenmerken:
1) Macht: macht van de stakeholder op de organisate
2) Legitmiteit: het recht van spreken van de stakeholder
3) Urgente: hoe veel druk er staat om aan de eisen te voldoen
die de stakeholder stelt aan de organisate.
- Latente stakeholders = stakeholders die slechts één van de drie kenmerken vertonen. Hieronder
vallen de drie subklassen:
Dormant stakeholders (verborgen): stakeholders die de macht hebben om hun wil op te
leggen aan anderen, maar zij hebben hier de legitmiteit of urgente niet voor. Dit zijn
bijvoorbeeld mensen die veel geld hebben, maar geen of weinig verdere interacte hebben
met de organisate.
Discretonaire stakeholders: ze beschikken over legiteme claims, maar hebben geen macht
of urgente claims.
Demanding stakeholders (veeleisend): stakeholders die urgente claims ebben, maar geen
macht of legitmiteit hebben om deze af te dwingen.
- Verwachtende stakeholders = stakeholders die twee van de drie kenmerken vertonen. Hieronder
vallen de subklassen:
Dominante stakeholders: stakeholders die zowel macht als legiteme claims hebben, wat een
sterke invloed op de organisate geef.
Gevaarlijke stakeholders: stakeholders die macht en urgente claims hebben, maar geen
legitmiteit. Zij kunnen overgaan op dwang of zelfs geweld.
Afhankelijke stakeholders: zij hebben geen macht, maar wel urgente, legiteme claims. Zij
moeten vertrouwen op anderen die hun wil uitdragen.
- Definiteve stakeholders = stakeholders die alle drie de kenmerken vertonen.
Definiteve stakeholders = deze stakeholders zijn erg machtg en er moet dus met hen
gecommuniceerd worden. Managers moeten een claim van definiteve stakeholders prioriteit
en aandacht geven.
Power-interest matrix
- Stakeholders worden geclassificeerd in relate tot de macht die
zij beziten en de mate waarin zij belang zullen hebben bij de
strategiein van de organisate.
o Groep A: minimale inspanning en controle.
o Groep B: op de hoogte gehouden worden; zij kunnen
van belang zijn om machtgere stakeholders te
beïnvloeden.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquestuvia. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.31. You're not tied to anything after your purchase.