Dit is een samenvatting van het vak Organisatieontwerp. De samenvatting bevat het volgende: aantekeningen van college's, video-college's, werkgroepen en de uitwerkingen van de individuele en groepsopdrachten.
,Week 1
Hoorcollege 1
Arbeidsorganisatie = het organiseren van het werk van een bedrijf dat niet uitbesteed wordt.
Productie structuur/ uitvoeren = maken/leveren, voorbereiden, ondersteunen.
Ontwerpen is toekomstgericht. Het gaat om keuzes over functies, vorm en structuur van de
organisatie, om daarmee een beoogd effect te behalen. Ontwerpen is het eisen stellen aan
het ontwerp en de randvoorwaarden. ‘Goed’: als ontwerp voldoet aan alle eisen en
randvoorwaarden.
Organisatiestructuur = een organisatiestructuur ontstaat als je een totale klus (een primair
proces) verdeelt in deelklussen. Het uitvoerende en regelende werk is verdeeld over mensen
(socio-) en machines (techniek) en dat heet arbeidsverdeling.
Hoorcollege 2
Diverse benaderingen van organisatieontwerp:
1. Chart → organogram. Je zegt niks over de samenhang tussen het werk in afdelingen
beneden de ‘grote baas’. Voordeel van een organogram is dat het samenvat hoe een
organisatie er uit ziet.
2. Configuratie: patronen in organogrammen. Meestal zijn organisaties combinaties van
configuraties.
3. Contingency → fit. Wat werkte in het verleden in deze omgeving → ontwerp voor de
toekomst (path dependency). Structure follows strategy (Chandler). Economies of
scale/efficiency.
4. Communicatie → info-processing. Galbraith: verlagen behoeften aan infoprocessing.
Zorgen voor lateral linking mechanisms (= manieren om verschillende afdelingen die
met elkaar te maken hebben op een goede manier te laten communiceren).
5. Computer-processen benadering: computer-paradox: resultaten van automatiseren
vallen vies tegen. Business process redesign (= je stopt een proces in een computer
om het te laten controleren, je gaat een chaos automatiseren). Procesmanagement
en lean ‘flows’.
6. Cybernetische benadering → viable system model (Beer → system theory!).
Sociotechniek (modern): social structure follows strategy, eerst organiseren dan
automatiseren. Strategy shaped by structure (De Sitter).
Nederlandse systeembenadering: moderne sociotechniek (MST)
Ontwerpeisen van oudsher: kwaliteit van de organisatie (KvdO)
Toevoeging van De Sitter: kwaliteit van de arbeid (KvdA) → mens als belangrijkste ‘resource’.
Kwaliteit van de arbeidsrelaties (KvdAr) → gedeeld belang ‘arbeid en kapitaal’. Als
aandeelhouder krijg je niks meer als een bedrijf failliet gaat. Je moet top-down kijken vanuit
de techniek en kijken hoe je de besturing goed kunt krijgen.
Drie besproken theorieën in de colleges:
MST: integraal, theoretisch onderbouwd en praktisch bewezen.
Lean: uit de praktijk, verwante aanpak met ‘flows’.
JD (job design): meer nadruk op werkplekniveau.
, Vier organisatieregimes
Organisatie: samenhangend en doelgericht stelsel van mensen, system, structuur en cultuur.
Is ook een rechtspersoon en heeft een arbeidsorganisatie. Regime verwijst naar het hele
ontwerp. Infrastructuur van organisatie: structuur, HR en technologie.
1. Pionier regime (klein, jong en informeel)
2. Bureaucratisch regime (functioneel, veel vaste procedures en hiërarchisch)
3. Flexibel regime (MST-alternatief voor bureaucratisch regime)
4. Netwerkregime (idee in ontwikkeling voor organisaties die projectmatig voor
klantenspecificatie iets doen. Geldt voor projectmatige, turbulente orderstromen →
innovatieorderstroom = innovatiestructuur). Nodig voor ‘netwerken van organisaties’
die samenwerken → taakverdelingsvraagstukken tussen organisaties.
Het integrale perspectief op organiseren
Technisch werk heeft invloed op sociale aspecten → mensen moeten gebruik maken van jou
producten.
De integrale ontwerpketen is een iteratief proces:
1. Systeemgrens
2. Missie, doelen,
3. Ontwerpspecificaties
4. Structuurontwerp
5. Systeemontwerp
6. Ontwikkeling
Integraal zit in 10 kenmerken (dikgedrukt is belangrijk):
1. Systeem en omgeving
2. Organizational choice
3. Integraal (probeer de hele organisatie te herontwerpen, niet maar één deel)
4. Combineren van eisen: KvdO, -A en -Av
5. Betrokkenheid
6. Complexiteitsreductie
7. Structuur denken
8. Sub- en aspectensystemen (systemen die je min om meer uit elkaar kan halen, of
kijken naar ‘resource’ stromen)
9. Hoofd in de wolken, benen op de grond (je mag af en toe wel een beetje
optimistisch zijn, als je maar met beide benen op de grond blijft. Ontwerpen is
denken in veel alternatieve mogelijkheden. Je moet ook altijd een ‘onmogelijk’
alternatief bedenken, zodat je een richting hebt voor de toekomst)
10. Proces van veranderen (integraal herontwerpen: betrokkenheid van medewerkers en
decentralisatie van regeltaken → meer zelf sturen en verantwoordelijkheid)
Opstapelende markteisen: efficiëntie, kwaliteit, flexibiliteit, duurzaam, sociaal verantwoord,
ethisch verantwoord en innovatief. Je moet als organisatie aan steeds meer eisen voldoen
om competitief te kunnen zijn in je markt.
Integraal ontwerpen: zoveel factoren & variabelen → is een intellectuele uitdaging.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Radbouduniversiteit3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.19. You're not tied to anything after your purchase.