100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Communicatiewetenschappen $9.86   Add to cart

Summary

Samenvatting Communicatiewetenschappen

 16 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting Communicatiewetenschappen - had zelf 18/20 door deze samenvatting te studeren

Preview 4 out of 84  pages

  • December 27, 2023
  • 84
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Bouwstenen
Teken en betekenisvol communiceren
Basisconcepten
- Semiotiek: overkoepelend veld
 = het wet. veld rond tekens, betekenis en taal
 Bestudeert de wijze waarop tekens functioneren en hoe ze betekenis doen ontstaan
 Grondleggers: de Saussure en Peirce
- 3 centrale domeinen van studie
 1. De tekens zelf en hun indelingen
 2. De codes of systemen waarbinnen de tekens georganiseerd worden
 3. De brede cultuur waarbinnen de tekens of codes opereren
- Subdomeinen
 Fonologie: studie van klanken en de kleinste eenheden
 Syntaxis: studie van taalconventies en betekenisvolle patronen van tekens
 Semantiek: relatie tussen een teken en de betekenis die a/h teken wordt toegekend 
focussen hierop
 Pragmatiek: relatie tussen betekenis en de gebruiker v/h teken, sociale en contextuele
factoren
- Een teken heeft altijd een intensie en een extensie
 Intensie: het geheel van criteria/kenmerken/eigenschappen dat bepaalt of een
term/teken wel kan worden toegepast
 Extensie: de klasse van zaken waarop de term/het teken correct is toegepast
 Vb. romantische komedie
 Intensie: liefde, humor, happy end,…
 Extensie: Nothing Hill, Love Actually,…
 Maar: voor iedereen een andere betekenis, kan voor misverstanden zorgen
- Teken (!!!)
 Betekenaar (Sa - signifiant): materiële vorm (foto, schrift, uitspraak, tekening,..)
 Vb. een stoel
 Betekende (Se - signifie): dat waar de tekenvorm naar verwijst (betekenis, concept,
object, definitie,…)
 Vb. een meubel op 4 poten waarop je kan zitten
 Relatie tussen betekende en betekenaar is puur toeval en berust op het feit dat we een
code of conventies (afspraken) nodig hebben om betekenis te verlenen. Er is een sociale
behoefte om op deze manier betekenisvol te kunnen communiceren met elkaar
 EX: wat is de Sa en de Se van dit teken?
 Se: muzieknoot “la”
 Sa: de afbeelding, het horen van de noot
 Belangrijk: orkest  iedereen moet deze noot interpreteren als “la” en vb. niet
iemand als “do”, iemand als “re”,… anders misverstand




1

, - Teken – referent
 Referent= het fysiek object waar een teken naar verwijst
 Vb. de stoel zou het referent zijn
 Pas op: niet elk teken heeft een referent
 Vb. liefde, waarheid, vrede,…
 Vb. auto
o Sa: “auto’
o Se: “een voertuig met 4 wielen en een stuur”
o Referent hoeft dus niet aanwezig te zijn, omdat iedereen weet wat de Se is v/e
auto, referent kan wel voor iedereen anders zijn (vb. Ferrari vs mini cooper)
- Significatie (Roland Barthes)
 Primaire significatie – Denotatie:
 = de letterlijke of objectieve betekenis van een teken. (vglbaar met Se)
 Het deel v/d betekenis die voor elke tekengebruiker hetzelfde is en waar sociale
consensus over bestaat.
 De standaard, neutrale of primaire betekenis.
 Bv. Vuur = een rood heet natuurelement dat rook en hitte uitstoot
 Secundaire significatie – Connotatie:
 = de figuurlijke of subjectieve betekenis van een woord. (vglbaar met Sa)
 Hangt samen met specifieke (fysieke) verschijningsvorm v/d betekenaar
 De bijbetekenis of associatie
 Kan gesplitst worden in twee componenten.
o Evaluatieve lading: bepaalt of iets goed, slecht of neutraal is
o Referentiële lading: een variabele betekenis of verwijzing die naargelang de
context kan veranderen
 Bv. vuur = passie, energie, gevaar, warmte, gezelligheid…
- Ideologie/mythe = de verschillende manieren waarop de samenleving de betekenis van
communicatieboodschappen en media stuurt en organiseert

Tekensystemen
- Verwijst na/d relatie tussen tekens

Peirce
- Tekensysteem van Charles Peirce (VSA)
 Teken = drager v/e betekenis




 Object = waaraan betekenis wordt toegekend
 Interprenant = de betekenis die gegeven wordt
 Representamen = tekenvorm

2

, - Toepassing/oude examenvraag:
 Vb. representamen “student”
 Object: persoon die studeert
 Interprenant: “student is vriend vo/h leven”, “bende zatlappen”,… - is voor iedereen
anders, o.b.v. ervaringen
 Vb. tweet van Romelu Lukaku
 Representamen (betekenaar): vreemdelingen
 Object (betekende): het woord “vreemdelingen”
 Interprenant: persoon van andere origine
 Fout op examen: “interprenant = Lukaku”

De Saussure
- Tekensysteem van F. de Saussure (EU)
 Betekenaar en betekende
 “betekenaar” in zin van drager van betekenis v/e bepaald teken
 “Se wordt extra Sa voor (Se van) een ander teken”
 Onderlinge relaties tussen tekens bepaalt voor hem de betekenis van die tekens
 De betekende (Se) van teken A is op zijn beurt een betekenaar (Sa) van teken B
 Vb. als je weet wat een stoel is, weet je wat een tafel is
 Vb. als je weet wat een bejaarde is, weet je wat een baby is
 Vb. als je weet wat warm is, weet je wat niet warm (=koud) is




Betekenaar  Betekende “appel”

Betekenaar  Betekende “banaan”

Betekenaar  Betekende “peer”
 Indelen en categoriseren
 Rol v/d tekengebruiker
 Twee soorten relaties
 Paradigma: de betekenis wordt
geconstrueerd door substitutie of
afwezigheid en wordt gekenmerkt
door selectiviteit. (Verticale relatie,
woorden zoals de man, vrouw,
bakker, behoren tot dezelfde
categorie)
 Syntagma: een betekenisvolle combinatie of keten van tekeneenheden volgens een
bepaalde volgorde. (Horizontale relatie, een logische volgorde van woorden)


3

, Tekenindelingen
Peirce
- Tekenindeling van Peirce: 3 soorten tekens —> niet wederzijds exclusief en vaak
overlappend
 Icoon: een teken dat op visueel, auditief zelfs olfactorisch vlak een gelijkenis vertoont
met het object waar het naar verwijst. Het haalt zijn betekenis uit een relatie van
gelijkenis. Bv. Foto, landkaart, onomatopee, schilderij,…
 Index: een teken met rechtstreeks of natuurlijk verband met een object. De index haalt
betekenis uit een relatie van oorzaken en effecten. Indexen dienen aangeleerd te worden
via ervaring en kennis. Bv. Rook en vuur, koorts en ziekte,…
 Symbool: een teken dat betekenis heeft op basis van een conventie of afspraak. De
relatie met het object is arbitrair of toevallig gebaseerd op een conventie. Het vervangt
vaak een ander gecompliceerd of abstract begrip. Bv. Koffie, tand, boek…

Peters
- Tekenindeling van J. M. Peters




(van onder naar boven, vb. het is een conventioneel, arbitrair, kunstmatig teken)
 Natuurlijk of kunstmatig verband met het object waarnaar het verwijst
 Arbitrair (toevallig) of gemotiveerd verbant met object waarnaar het verwijst
 Icoon (gebaseerd op gelijkenis)
 Symbool (associatie <-> Peirce (afspraak))
- SLIDES EXVRAAG

Exvraag
- Memes
 Peirce: Icoon, want het is een foto, maar het is humor, verwijzen naar iets anders dus en
dat is afgesproken dus symbool
 Peters: associatie, want humor werkt met associaties




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lucawuyts. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72042 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.86
  • (0)
  Add to cart