Summary
Samenvatting Begrippenlijst boek Sociologie (Macionis & Plummer)
- Course
- Institution
- Book
Begrippen uit het boek van Macionis & Plummer, van alle hoofdstukken die we moeten kennen voor het tentamen.
[Show more]
Connected book
Book Title:
Author(s):
- Edition:
- ISBN:
- Edition:
More summaries for
-
Summary - Introduction to Sociology
-
Summary Sociology - Introduction to Sociology
-
Key Concepts in the Social Sciences CM1013 IBCOM BA-1
Seller
Followjolijnvenus
Reviews received
Content preview
- Begrippenlijst van de samenvatting van het boek -Hoofdstuk 1: De sociologische imaginatie
o Recursief: het werk van sociologen is recursief, omdat het weer bij zichzelf
terecht komt en zichzelf weer op die manier voedt
o Positivisme: een manier om de wereld te begrijpen, gebaseerd op wetenschap
o Kapitalisme: opkomst van nieuwe machines en ondergang van vroegere
maatschappij en sociale orde
o Gemeinschaft (Toennies): gemeenschap
o Gesellschaft (Toennies): de moderne wereld, de oorzaak van het progressieve
verlies van de menselijke gemeenschap (gemeinschaft), meer individualisme en
nadruk op zakelijke feiten en efciëntie. De nieuwe instelling van mensen
gebaseerd op zelfnteresse.
Hoofdstuk 2: Sociaal denken, globaal denken
o Theorie: een stelling over hoe en waarom specifeke feiten aan elkaar verbonden
zijn
o Theoretisch perspectief: een basaal ‘beeld’ dat het denken en onderzoeken
leidt
o Manifeste functie (Merton): erkende en opzettelijke consequenties van een
sociaal patroon
o Latente functie (Merton): consequenties die grotendeels onderkend en
onopzettelijk zijn
o Sociale disfunctie (Merton): ongewenste consequenties van een sociaal
patroon voor de werking van de maatschappij
o Scholingshypothese: geschoolde arbeiders zijn in staat om betere
arbeidsvoorwaarden voor elkaar te krijgen, als je geschoold bent ben je duurder
voor de kapitalist —> beter salaris
o Politieke rechten hypothese = door meer rechten door vakbonden en partijen
voor werknemers gaan inkomens van arbeiders en bezitters relatief ook minder
verschillen (collectieve organisatie)
o Kapitalisme: het economische systeem waarin bronnen en het produceren van
goederen en services privaat zijn, persoonlijk voordeel als streven, vrije
competitie, consumentensoevereiniteit en markten
o Conversationele analyse: focus op specifeke aspecten van ‘actie’ zoals taal en
conversatie
o Semiotiek: het idee dat maatschappijen structuren zijn gebaseerd op het
systeem van tekens en taal
o Feministische sociologie/ feministische methodologie: vrouwen of geslacht
wordt als middelpunt geplaatst van de specifeke analyse
o Essentialisme: de overtuiging dat de essenties gelijk zijn (bijv. denken dat alle
vrouwen hetzelfde zijn)
o Postmoderne standpunt: de suggestie dat er in de 21e eeuw een nieuwe
generatie sociologie zijn opkomst maakt. Moderniteit versnelt en sociologie moest
sommige sleutel ideeën herzien om veranderingen bij te houden = postmodern/
late moderne draai.
o Globalisatie: de toenemende onderlinge verbondenheid van maatschappijen
o Hybridisatie: het stimuleert de internationale markten en welvaart, het helpt ons
naar een meer universele mensheid
o Hegemonische masculiniteit: de dominantie van man zijn in de maatschappij
en de verscheidenheid aan globale masculiniteiten die ontdenkt zouden kunnen
worden
o Commodifcatie: aspecten van het leven worden veranderd naar ‘dingen’ die te
koop zijn (bijv. muziek)
o Glocalisatie: het proces waarmee lokale gemeenschappen verschillend reageren
op globale veranderingen (bijvoorbeeld in de muziekwereld)
, o Mutli-paradgimatisch: de suggestie dat sociologie niet één positie is maar velen
Hoofdstuk 3: Het sociale bestuderen: een introductie van de sociologische
methode
o Epistemologie: de vertakking van flosofe waarbinnen de aard van kennis en
waarheid wordt bestudeerd
o Positivisme: een logisch systeem dat kennis baseert op directe, systematische
observatie
o Empirische kennis: rust op empirisch bewijs, informatie die wek unnen
verwerpen met onze zintuigen
o Humanisme/ interpretativisme/ humanistische epistemologie: het
bestuderen van de meselijke wereld is verschillend van het bestuderen van de
fysieke, biologische of materialistische wereld, benadrukt belang van begrip en
interpretatie
o Humanistische sociologie: een meer humanistische disclipline dat zich bezig
houdt met begrijpen
o Realisme: theoretisch systeem van concepten die ontstaan zijn om een bepaald
probleem te benaderen, empirisch bewijs is nooit rechtdoorzee (Werk van Marx =
realistische theorie vanwege:
o Productiemodus (Marx): de manier waarop de maatschappij georganiseerd is
om goederen en diensten te produceren (ontwikkelde vanuit dit concept verder)
o Kritische sociologie: reactie op positivistische wetenschap, geïnspireerd door
Marx, verwerpt het idee dat de maatschappij bestaat als een natuurlijk systeem
dat open staat voor ontdekkingen. De sociale wereld moet worden begrepen maar
ook worden veranderd!
o Standpunt epistemologieën: kennis is altijd van specifeke soorten sociale
ervaringen afkomstig, stelt groepen in staat om om hun situatie te analyseren van
binnenuit de context van hun eigen ervaringen
o Zonderlingentheorie (Queer theory): de meeste sociologische theorieen
hebben een bias t.o.v. heteroseksualiteit en dat non-heteroseksuele individuen
gehoord moeten worden.
o Postmoderne methodologie: iedere zoektocht naar de waarheid is een deel van
het Verlichtingsproject van de wetenschap, waarheden zijn meervoudig, vloeibaar,
veranderend en tijdelijk
o Inductief logisch nadenken: redeneren waarbij specifeke observaties omgezet
worden naar een algemene theorie
o Deductief logisch nadenken: redeneren waarbij algemene theorie wordt
omgezet naar specifeke hypotheses die wetenschappelijk getest kunnen worden
Hoofdstuk 4: Samenlevingen
o Samenleving: mensen die interacteren in een gedefnieerde omgeving en die
hun cultuur delen
o Inlanders: mensen die verbonden zijn aan het land, het water en de dieren van
hun voorouderlijke domein
o Horticultuur: technologie gebaseerd op gebruik van handmatige hulpmiddelen
om planten te verbouwen
o Pastoralisme: mensen in een erg dorre of bergachtige regio’s, zij werden
herders, technologie gebaseerd op het temmen van dieren en planten
o Materieel surplus: meer bronnen dan nodig zijn om te overleven (door temmen
van dieren en planten)
o Agricultuur: de technologie van landbouw op grote schaal a.d.h.v. ploegen die
vastzitten aan dieren of andere sterkere energiebronnen, meer specialisatie en
sociale ongelijkheid
o Industrialisme: technologie die hoogontwikkelde machines aanstuurt met
vooruitstrevende energiebronnen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jolijnvenus. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.29. You're not tied to anything after your purchase.
Can Stuvia be trusted?
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
51292 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now