100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Internationale Marketing $5.34
Add to cart

Summary

Samenvatting Internationale Marketing

 30 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting internationale marketing, hogent marketing

Preview 4 out of 47  pages

  • Yes
  • December 27, 2023
  • 47
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Internationale Marketing
1 – Introductie
Werken internationaal
1/5 belgen job rechstreeks gelinked @ buitenland (vlaanderen 1/3)
Studiefiche = internationaliseringsprocessen leren maken + Internationaal
marketingprogramma maken

Internationaliseringsproces :
1 – De internationale omgeving
2 – Beslissing om internationaal te gaan
3 – In welke markt actief zijn?
4 – Marktinformatie en marktonderzoek
5 – hoe markt betreden?

Internationaal marketingprogramma : MarketingMix PPPP + personeel

2 - De economische omgeving
Internationaliseringsprocessen = scannen, beslissen ja/nee, zo ja dan
hoe ?, plan uitwerken, plan uitvoeren

Internationale omgeving = grote impact  impact in kaart brengen 
DESTEP, conc,
Bvb corona wereldwijde economische invloed  nieuwe economische
opportuniteiten zoals thuislevering, IT, mondmaskers, alocoholgel,…
 potentieel vinden

Elk land heet economisch ontwikkelingsniveau
Versch economische opdelingen :
- Bestaanseconomie =jagers/verzamelaars, landbouw en jacht (afrika,
azie)
- grondstof/export eco= 1/paar kostbare grondstoffen, rest arm, eco
leeft op ontginning & export GS, beperkte tech (Rwanda koffie, olie Irak)
- industrialiserende eco= 10-20% v eco is productie, groeiende
behoefte nr uitrustingsgoederen, grote actieve beroepsbevolking
- Industriêle economie = hoog niveau I & X, hoge welvaart

Meetinstrumenten :
BBP = marktwaarde v alle G/D die in dat land op 1j worden geproduceerd
 om welvaartscreatie te meten (obv opleiding, levensduur, politieke
situatie, toegang tot egw)
BNP = totale Y van inwoners v een land, ongeacht land waar ze werken
 om grootte v economie te meten
HDI = Humen developement index


1

,- Less Developed Countries (LDC’s)
= ontwikkelingslanden, BBP/capita > $3000, beperkte
productiecapaciteit/infrastructuur, (Ghana, Ehtopië, Sri Lanka, Zambia, …)
- Newly Industrialised Countries (NIC’s)
= in snelle ontwikkeling, exportmogelijkheden, verbeterende
infrastructuur
(China, India, Philippines, Thailand, Malaysia, S-Africa, Brazil, Mexico)
- Advanced Industrialised Countries (AIC’s)
= Aanzienelijk BBP:capita, uitgebreide productie, diensteneconomieën

Rijkste landen wereld: Luxemburg, Singapore, Ierland, Qatar, Zwitserland,
Norway

Landen met groot economisch groeipotentieel in toekomst:
 BRIC (brazil, Russia, India, china), BRICS (S-africa), BRICM (mexico)
= door bevolkingsgroei & politieke omstandigheden (meer macht)
 Next 11 (Bangladesh, Egypt, Indonesia, Iran, Mexico, Nigeria, Pakistan,
The Philippines, Turkey, South Korea, Vietnam)
 MINT (Mexico, Indonesia, Nigeria, and Turkey)
= grote jonge bevolking, geostrategisch goede ligging
 CIVETS (Colombia, Indonesia, Vietnam, egypt, turkey, S-africa)
= door bevolkingsgroei, jonge bevolking, politiek stabiel, opleidingen
beter, financieel goede systemen, weinig schulden, niet afhanklijk v export

 G7 (CA, DE, FR, IT, JA, VK, VS), G8 (+RU) = forum v rijke
industrielanden
= bespreken eco, fin, pol zaken (soms ook soc & milieu)
 G20 = 19 grootste nationale economien + EU (samen 80% v mondiaal
BNP)
= wereldwijde eco groei stimuleren

Inkomsten
Hoe hoger niveau economie, hoe hoger Y
GNI (Gross National Income) = income earend + global investments
that flows back in country
GNP (Gross National Porduct) = measures the goods and services
produced by only real residents from a country, both domestically and
abroad
 zijn gemiddelden, moeilijk te vergelijken, koopkracht ook beïnvloed door
wisselkoers
Y oneerlijk verdeel:
 42 rijkste mensen even veel geld als 3,7 MLD armste
 1% rijkste heeft meer geld dan 99% andere

GINI-index = om ongelijkheid binnen land te meten


2

,(tss 0-100, hoe meer nr 100 hoe ongelijker), BE = 24%, S-Africa hoogst
met 63%
GINI-coëfficiënt = coëfficiënt die de inkomensongelijkheid weergeeft op
vlak van het besteedbaar inkomen. Waakzaamheid is nodig en dat
betekent investeren in onderwijs, gezondheidszorg en open markten

Bestedingen v consumenten
Consumenten laten economie dragen
Europa: 25% egw & huishouden, 14% chap&drank, 12% transport
3 – Demografische omgeving:
Internationaliseringsproces: Demografie, Politiek-
Juridisch
Beïnvloeding v infrastructuur, communicatie, verstedelijking:
 hoe beter ontwikkeld, hoe meer infrastructuur, hoe meer markt &
communicatiemogelijkheden
 meer ontwikkeling = meer ondersteunende diensten zoals fin diensten,
distributie, reclamebureau’s, …
Infrastructuur = wegen, sporen, luchthavens, egw, …  correlatie met
industrialisatieniveau

Goede infrastructuur is noodzaak vr economische groei  china kent grote
infrastructuur evolutie (bv Shangai Port, vliegveld BEIJING)
3 grote transportmanieren: Spoor, vlieg, maritiem

Veel landen nog zonder egw in wereld: delen v afrika, india, pakistan,
middle-east
2023: 60% v wereldbevolking leeft in stad = mensen trekken meer nr
urban
Steden worden groter en groter (Tokyo 37mln grootste stad ter wereld)
Smartcities = infotech & internet om stad te beheren + besturen
Tijdperk van de superstad is aangebroken
Superstad = steden met een zeer hoog bevolkingsaantal, zoals 20 miljoen
of meer.
-verstedelijking
-kansen: jobs creëren, transportkosten laten dalen, samenwerking
promoten, etc..
Smart Cities
Smart City = stad waarbij de informatietechnologie en het internet der
dingen gebruikt worden om de stad te beheren en te sturen.
Slimme gebouwen, slim parkeren, afvalbeheer, educatie, slimme energie,
Internet Of Things, etc..

Bevolkingsaantallen
Grens v 8MLD bereikt in 11/2022, bevolking groeit steeds harder

3

, In Azie grootste aantal mensen
Europa heeft grote oude bevolking, “grijze continent”
 uitdaging ovv zorg, wonen, toegankelijkheid, pensioenen

Verschillende generaties: babyboomers, GenX (65-80), GenY (81-96),
GenZ (97-15)
 generatiekloof, anders denkend op economisch, cultureel, technologisch
vlak
Silver generation is groeiende
= hoger beschikbaar Y, technologiebekend + sociaal, beinvloeden jonge
generatie
Jongeren wisselen veel sneller v job  meer onderhandelingsmacht, keuze
door krapte arbeidsmarkt

Opleidingsniveau
Steeds meer & betere opleidingen, % analfabetisme daalt
 beïnvloed koopkracht, communicatiemogelijkheden, invulling arb markt
Opleidingssystemen verschillen per land en dit heeft invloed op de
bewoners en hoe zij zich opstellen als consument en hoe zij zich gedragen
op de arbeidsmarkt.
Ook de manier van onderwijs verschilt: aantal lesdagen, vanaf welke
leeftijd, lespakketten per onderdeel, bijhorende stages, etc..
% analfabetisme is gekoppeld aan landen waar er lagere opleidingsscores
worden behaald, wat dan weer ene negatief effect heeft op het
inkomenspotentieel.
Genderkloof = dubbel zoveel jongens volgen onderwijs in vergelijking tot
meisjes.

Gezinssamenstellingen
Wereldwijd gem 2 kinderen per vrouw, vrouw gaat steeds meer werken
 ook grote invloed koopkracht
Hoe meer ontwikkeld, hoe kleiner gezinsomvang
Het professioneel actief zijn van de vrouw in het gezin.
-aantal kinderen per gezin daalt
-gezinssamenstelling is een belangrijke factor bij bestedingssituaties,
consumptiesituaties, etc..

Gezondheid
Gezondheid steeds meer ontwikkeld + wereldwijde uitbreiding,
Levensverwachting afrika stijgd sterk, nog steeds veel hongersnood
Belg wordt gemiddeld 81,9 jaar, levensverwachting stijgt wereldwijd
Bedreigingen: hongersnood, obesitas, diabetes, bacteriële infecties,
alcohol, tropische ziektes, etc..
-gemiddelde levensverwachting was nog nooit zo hoog dankzij
vooruitgang in de medische wereld. De levensverwachting hangt af van in
welk land je geboren bent

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Anoniem12345678. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.34  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added