kjkkkjHistologie
Les 1: Inleiding tot de histologie
Histologie = weefselleer groep van gelijkaardige cellen die een gemeenschappelijke functie
uitoefenen
4 primaire weefseltypen:
1. Epitheel(weefsel): bedekt en beschermt het lichaamsoppervlak, lijnt de lichaamsholten af,
zorgt voor de selectieve overdracht van substanties in en uit het bloed en vormt vele klieren.
Intercellulaire matrix is nagenoeg afwezig. Celverbindingen komen massaal voor.
2. Bindweefsel: is gespecialiseerd in de ondersteuning van het lichaam en zijn onderdelen, het
samenhouden ervan, het transport van substanties doorheen het lichaam en de bescherming
tegen indringers. De cellen in bindweefsel liggen dikwijls ver uit elkaar en worden gescheiden
door grote hoeveelheden niet-levende matrix.
3. Spierweefsel: veroorzaakt beweging; het beweegt het lichaam en zijn delen. Spiercellen zijn
gespecialiseerd voor contractie (samentrekking-relaxatie) en produceren beweging door
verkorting van contractiele elementen aanwezig in hun cytoplasma.
4. Zenuwweefsel: is het meest complexe weefsel van het lichaam. Het is gespecialiseerd in
communicatie tussen de verschillende delen van het lichaam en in de integratie van hun
activiteiten. De belangrijkste functie is het genereren van complexe boodschappen voor de
coördinatie van lichaamsfuncties.
Embryonale ontwikkeling van weefsels:
Histogenese = proces waarbij uit de primaire kiemlagen verschillende weefseltypes differentiëren
Eencellige zygote blastocyst gastrulatie = omvorming 3 primaire kiemlagen (endoderm-
mesoderm-ectoderm) uit kiemlagen weefseltypen = histogenese bij mens: eerste 2 maanden
na bevruchting ontstaan 4 hoofdweefsels
Uit elk van de primaire kiemlagen aantal epitheelweefsels
,Mesoderm bindweefsels en spierweefsels
Ectoderm zenuwweefsels
p.8
Bestuderen van cellen, weefsels en organen:
Dunne preparaten of weefselsneden maken:
Organen fixeren, dehydrateren en vervolgens in paraffine inbedden. Paraffine in dunne schijfjes
snijden met een microtoom. 5 micrometer dikke weefselsneden kleuren en insluiten.
Kleuringen samengesteld uit basische en zure kleurstoffen (afhankelijk van welke structuren of cellen
je zeker wil zien).
p.10
Relatie tussen structuur en functie:
Bv. De nier is beschermd door een nierkapsel en bestaat uit nierlichaampjes voor de aanmaak van
primaire urine en een bijhorend nefron voor heropname van water en hierin opgeloste moleculen.
Organen zijn opgebouwd uit verschillende weefsellaagjes. Elk van de weefsels in een orgaan hebben
een specifieke rol. Verschillende weefsellagen dragen bij tot de functie van het orgaan.
Specifieke bouw van organen:
Lobi en lobuli
,Tunica’s
Medulla en cortex
Specifieke opbouw (cfr. Nier)
E14/24 dunne darm
Tunica mucosa:
Epitheellaag = lamina epithelialis
Bindweefsellaag = lamina propria
Spierlaag = lamina muscularus mucosae
Tela submucosa:
Bindweefsellaag net onder tunica mucosa
Tunica muscularis externa:
Circulaire en longitudinale laag
Tunica serosa:
Buitenste laag
Algemeen bouwplan bloedvat:
I4/2 en I1/8 aorta en vene
Tunica intima (binnenste):
Endotheellaag
Subendotheliale bindweefsellaag
Membrana elastica interna
Tunica media (middelste)
Tunica adventitia (buitenste)
Membrana elastica externa
Verschillende bloedceltypen (C1/13)
p.19
, Rode bloedcellen (erythrocyten)
Typisch biconcave structuur en hebben bij de mens geen kern makkelijk grote hoeveelheden
hemoglobine opslaan
Bloedplaatjes (thrombocyten)
Kleine cytoplasmabrokjes belangrijk bij bloedstolling ontstaan uit megakaryocyten
Witte bloedcellen (leukocyten)
Onderscheid tussen granulocyten en agranulocyten op basis van de aanwezigheid van specifieke
korrels in hun cytoplasma
Alle witte bloedcellen hebben een specifieke rol in het afweersysteem.
Les 2: Bedekkende epithelen en integument
Epitheelcel:
Cytoskelet: keratine
Epitheelcellen vormen keratine-eiwitten die in staat zijn intermediaire filamenten te vormen.
Keratine filamenten bepalen de morfologie van het cytoskelet en kunnen verenigen tot
tonofilament-bundels. Belangrijkste rol van keratine-eiwitten zijn keratinisering of
verhoorning.
Celpolariteit en celdomeinspecialisaties
Epitheelcellen gepolariseerd: “vrij” apicaal domein, lateraal domein en basaal domein.
o Apicale domein: uitwisseling van water, elektrolyten en moleculen met de omgeving.
o Laterale domein: specifieke transmembranaire cel-adhesie moleculen aan elkaar
binden stevig geheel vormen
o Basale domein: grenslaag tussen de epitheelcellen en het onderliggende bindweefsel
lamina basalis (bestaat uit elektronen-dense lamina densa en uit elektronen-
lucente lamina lucida).
Lamina basalis: hechtende functie en regulerende functie naar celdelingsactiviteit en
celdifferentiatie toe groeifactoren
Indeling van de bedekkende epithelen:
Bedekkende epithelen: bescherming stevig en ondoordringbaar dun laagje: lamina epithelialis
Vorm van de cellen:
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller liendonkers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.08. You're not tied to anything after your purchase.