100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting communicatiewetenschappen $10.72   Add to cart

Summary

Samenvatting communicatiewetenschappen

 74 views  4 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het vak communicatiewetenschappen. Het vak wordt door verschillende richtingen gevolgd, maar in mijn geval was het voor het schakeljaar tot de master Gezondheidsbevordering. De samenvatting omvat zowel de leerstof uit het boek en de informatie van de lesslides, als mijn ...

[Show more]

Preview 4 out of 47  pages

  • Yes
  • December 27, 2023
  • 47
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Communicatievaardigheden – communicatiewetenschappen
Communicatiewetenschap = wetenschappelijke studie van relatie tssn media & samenleving
 Impact op cultuur, politiek, economie, …
 Jong, maar breed & divers  fragmentatie + interdisciplinaire invloeden
 Taalaspect: dominantie Angelsaksische landen
 Belang historische & maatschappelijke context
 Wetenschappelijke & kritische benadering
Mediatisering = processen v sociale veranderingen id maatschappij op zowel macro- als microniveau,
die gelinkt kunnen zijn aan toenemende impact op & verwevenheid v media in deze maatschappij
Media roept effect op op verschillende manieren:
- Oproepen van emoties bij kijken van film/foto’s (bv. immigratiecrisis)
- Sensibilisering door bepaalde actuele gebeurtenissen (bv. aanslagen Parijs, sexting schandaal)
- Propaganda om mensen aan te zetten dingen te doen/kopen (bv. oorlog Rusland-Oekraïne)
 Argumenten voor/tegen zaken verspreiden  beïnvloeden v stemgedrag (bv. Brexit)
- Belangrijke figuren die fake/foute informatie verspreiden (bv. Trump op Twitter)
- Relatie media/gaming & geweld/verslaving (bv. GTA)
Mediacommunicatie centraal = communicatieprocessen via technologisch medium
 NIET mediacentralisme = te centraal plaatsen van media/communicatie in de samenleving
 Door ze af te zonderen van de sociaal-economische context
 NIET technologisch determinisme = geloof dat technologische veranderingen eigen logica
volgen, onafh v mens & zo de drijvende kracht zijn voor sociale veranderingen
 NIET maatschappijcentrisme = maatsch beïnvl media (media = weerspiegeling samenleving)
Media & communicatie = multidisciplinair:
 Invloed historische, politieke, economische, culturele, sociale, psychologische,
technologische, juridische, … processen  onderzoeken vanuit verschillende perspectieven

H1: Bouwstenen
Communicatie > enkel overbrengen info  complex samengaan van versch sociale, culturele,
gedragsmatige & cognitieve aspecten
 Omvat ook gevoelens, rituelen, emoties & sociaal handelen ~ Lego
Teken als basis voor betekenisvol communiceren
Hoe ontstaat betekenis?
Semiotiek = overkoepelend veld rond teken, betekenis & taal = leer van tekens
3 centrale domeinen:
1) Tekens zelf & hun indeling in soorten
2) Codes/systemen waarbinnen tekens georganiseerd zijn
3) Brede cultuur waarin tekens/codes opereren
4 subdomeinen:
1) Fonologie = studie van klanken & kleinste eenheden (letters)
2) Syntaxis = linguïstische studie van taalconventies/patronen/structuren/ordening van tekens
3) Pragmatiek = studie van relatie tssn betekenis & tekengebruiker (contextuele & sociale
factoren die rol spelen bij betekeniscreatie)
4) Semantiek = relatie tssn teken & betekenis

,  Intensie = alle criteria/kenmerken dat bepalen of term mag worden gebruikt
 Extensie = klasse van zaken waarop de term correct is toegepast
Teken, tekensystemen & tekenindeling:
Teken = allerkleinste eenheid v communicatie
- Betekenaar = signifiant (Sa) = materiële/fysieke verschijningsvorm (beeld, klank, woord)
- Betekende = signifié (Se) = (mentale) concept, begrip, beeld, idee waar het Sa naar verwijst
 Kan bij verschillende personen verschillend zijn
Relatie Sa & Se = arbitrair (obv toeval) & obv afspraak
Referent = eigenlijke fysieke object waar teken naar verwijst:
 Moet niet perse aanwezig zijn om er betekenisvol over te communiceren
 Soms geen referent: bv. liefde, engel, vrijheid, waarheid, …
Significatie = betekenis (Roland Barthes):
1) Primair betekenisniveau = denotatie = letterlijke/objectieve betekenis teken
 Deel betekenis dat voor elke tekengebruiker hetzelfde is & waar sociale consensus over is
 Standaard, neutrale of primaire betekenis
2) Secundair betekenisniveau = connotatie = figuurlijke/subjectieve betekenis
 Bijbetekenis of associatie
 Evaluatieve lading = verwijzing naar goed, slecht of neutraal
 Referentiële lading = betekenis afh van persoon, tijdstip & culturele context
3) Soms derde niveau = ideologie = manier waarop samenleving (machtshebbers) de betekenis
van communicatieboodschappen & -media stuurt & organiseert
 ~ Mythe = bestaande & met waarden beladen ideeën afgeleid vd cultuur die via
communicatie worden overgedragen
Tekensystemen = alles mbt organisatorische/functionele aspect v tekens:
Peirce De Saussure
Focus op hoe mensen de wereld waarnemen & Focus op onderlinge relatie tussen tekens
dit communiceren via hun representatie  Betekenis komt tot stand uit de
 Filosofisch/psychologisch verhouding tot andere tekens
 Teken = drager van betekenis  Betekenis teken/woord ligt vnl. in zijn
 Representamen = tekenvorm tegengestelde
 Object = waar teken nr verwijst Fundamenteel onderscheid betekenaar &
 Interpretant = betekenis die aan teken betekende  betekende w ook betekenaar
gegeven wordt voor een ander teken
Relatie representamen & object  Indelen & categoriseren
= determinerende component betekenis Betekenaar = drager van betekenis
 Betekeniseffect bij tekengebruiker Se wordt extra Sa voor (Se van) een ander teken
 Mentale concept dat hierbij wordt 2 soorten relaties:
opgeroepen = interpretant 1) Paradigma = selectie, verticale relatie
 Bep door persoonlijke ervaringen tssn tekens = reeks homogene tekens
 = bron van additionele betekenissen 2) Syntagma = betekenisvolle combinatie,
horizontale relatie tssn tekens

,Tekenindelingen = verschillende soorten tekens:
Peirce = obv relatie teken & object Peters
Icoon = sterke gelijkenis teken en object
 Herken je direct
Index = rechtstreeks, natuurlijk verband teken & object
 Leer je door ervaring/kennis
 Oorzaak & gevolg
Symbool = betekenis obv afspraak/conventie
 Arbitrair/toevallig
 Vaak vereenvoudiging
Elementen van het communicatieproces:
Niet één overkoepelende definitie  wel eensgezindheid over de elementen/bouwstenen ervan:
1) Communicator ~ zender
2) Boodschap ~ informatie
3) Fase van encoderen/decoderen
4) Transmissie, kanaal, medium ~ overbrengen
5) Ontvanger
Communicator  bron:
- Communicator = actor die boodschap met info uitzendt
 Bedoeld  onbedoeld (bv. zweten, blozen, …)  wel bewust van
 Bewust  onbewust (bv. bij pijn handen in rug zetten)  heb je niet door
 Individu  groep/organisatie
- Bron = actor die boodschap bevat, maar niet uitzendt
We kunnen niet niet communiceren  ook stilte/niets doen zendt een boodschap uit
Geen vaste rol  we gaan constant in communicatie  communicator w ontvanger & omgekeerd!
- Feedback = manier waarop communicator beïnvloed w door reactie ontvanger op boodschap
 Vaak onbewust adhv non-verbale communicatie
- Feedforward = als communicator anticiperen op mogelijke reactie van de ontvanger
- Selectie = sommige zaken uitvergroot/beklemtoond, andere zaken geminimaliseerd
- Copresence = communicator is aanwezig bij ontvanger tijdens overbrengen boodschap
 Vnl. voor non-verbale communicatie = extra informatiebron + oordeel geloofwaardigheid
Boodschap = bewustzijnsinhoud dat communicator kenbaar wil maken aan ontvanger(s):
 Bv. gedachten, normen, waarden, emoties, droomen, bestaande kennis, …
Externaliseren = interne bewustzijnsinhoud omzetten/coderen in tekens voor ontvanger
2 belangrijke vragen:
- Is er communicatie als boodschap niet w opgevangen door een ontvanger?
 Bv. gedachten neerschrijven in dagboek, auteur die boek niet verkocht krijgt, …
 JA, indien de mogelijkheid bestaat die iemand het OOIT zal ontvangen
- Is er communicatie als de ontvanger onbekend of onbedoeld is?
 Bv. dakboek van Anne Frank, iemand die gesprek afluistert, …
 JA, de ontvanger moet niet op voorhand bepaald worden
3 lagen van de boodschap (schema van Muylle):
1) Referentiële/inhoudelijke aspect = 1e betekenislaag = zakelijke inhoud v/d boodschap
 Gebruik tekens die verwijzen naar iets anders dan de tekens zelf
 Representationele verwijzingsfunctie = teken verwijst nr bepaald begrip (immaterieel)

,  Referentiële verwijzingsfunctie = teken verwijst nr iets van materiële aard
 DUS comm enkel mogelijk indien symbool/teken bestaat voor zaken/begrip
2) Expressieve/vormelijke aspect = “verpakking”
 Heeft invloed op hoe iemand boodschap verwerkt
 Bv. lay-out, intonatie, …
3) Relationele aspect = weergave van relatie communicator tov ontvanger (bv. u/jij)
Appellerende of handelingsaspect = verwachting tov ontvanger + aanzetten iets te doen
Om alle lagen te kunnen waarnemen is copresence belangrijk!
Encoderen & decoderen:
Code = manier waarop set tekens systematisch georganiseerd is in een systeem (bv. Nederlandse taal)
- Eenheden (bv. A-Z)
- Patronen (bv. grammatica)
Conceptueel onderscheid:
- Digitale/conventionele codes (letters, taal, cijfers, …) = geen gradatie in betekenisintensiteit
 Moet aangeleerd worden  obv afspraak, geen gelijkenis tssn teken en betekenis
- Analoge/natuurlijke codes (non-verbaal, beeldend) = wel gradatie in betekenisintensiteit
 Situatiegebonden, gelijkenissen met wat je wilt uitdrukken
Encoderen = omzetten inhoud in symbolen/tekens door
communicator om via geschikt kanaal te versturen nr ontvanger
Decoderen = dubbel proces:
- Syntactisch proces = ontcijferen v/ specifieke code
- Semantisch proces = interpreteren & toekennen betekenis
Onderscheid agv interpretatie v/d boodschap door ontvanger:
1. Dominante/hegemonische decodering (preferred reading)
= voorkeurslezing = doel v/d communicator
 Zender & ontvanger kennen zelfde betekenis toe
 Ontvanger aanvaardt betekenis & beschouwt lezing als natuurlijk/transparant
2. Aberrante decodering (opposite of counter-hegemonic reading)
 Ontvanger geeft andere/afwijkende/tegenovergestelde betekenis dan communicator
 Verwerping geëncodeerde betekenis agv botsende waarde/norm, versch wereldvisies, …
3. Onderhandelde decodering (negotiated reading) = ontvanger gaat grotendeels akkoord met
lezing van communicator, maar met enkele zaken gaat hij niet akkoord
Media-logic = mediaproducenten zijn gebonden aan bep professionele codes, publieksverwachtingen
& conventies  niet gevolgd = veel aandacht
Belang delen v zelfde code  zodat alle ontvangers zelfde interpretatie geven aan boodschap
 Veel ontvangers van media verkiezen om passief de preferred reading te volgen
 Bv. een belangrijke Poolse krant heeft geen betekenis vr mensen die geen Pools spreken
Belangrijke aspecten  “betekenis zit in mensen, niet in woorden”
- Gemakkelijkheidsgraad = bv. gedachten, gevoelens & zintuigelijke ervaringen moeilijker
- Verschillend vermogen om te en- & decoderen (bv. kinderen, talenknobbel, …)
- Onderscheid digitale & analoge code
Transmissie = overbrengen van geëncodeerde boodschap v communicator nr ontvanger:
Nodig: kanaal = materiële/fysische drager signaal (teken), als verbindingsschakel tssn 2/meer actoren

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maxinemasse64. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.72  4x  sold
  • (0)
  Add to cart