Hoofdstuk 1: De ruimte
1. Cartografie
Cartografie: de wetenschap die zich bezighoudt met het schrijven van kaarten.
Wat is een kaart?
Je kan ermee bepalen waar je bent of waar bepaalde plaatsen liggen.
Het toont ook de samenhang tussen verschillende aspecten: je kunt er uit afleiden waarom
een bepaalde stad daar ligt.
Het wordt meer gebruikt dan voor alleen de plaatsbepaling
Een kaart is een vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid
Hoe is de kaart onderverdeelt?
We maken gebruik van symbolen= de legende
Schaal: die aanduidt hoeveel keer de aardoppervlak of een deel ervan werd verkleind.
Een titel
Bovenste van de kaart is steeds het noorden
Een kaart bevat altijd fouten, de aarde is bolvormig en het is wiskundig onmogelijk om een bolvormig
oppervlak weer te geven op een plat oppervlak.
Verdieping:
Vroeger projecteerde men de aarde op een plat vlak, een kegel of een cilinder en gelijktijdig past
men op de uitkomsten enkele wiskundige formules toe om het resultaat nog wat op te schonen. Als
men vervolgens de kegel of cilinder uitvouwt, heeft men een voorstelling van de aarde.
Hoe wordt een kaart gemaakt?
Je hebt een afbeelding van een deel van het aardoppervlak nodig. Hiervoor gebruiken ze satellieten
en bekomen ze een luchtfoto.
Ze tekenen de kaart met gespecialiseerde computerprogramma’s.
Het nadeel van fysieke kaarten is dat je ze niet actueel kunt houden.
Tegenwoordig werken ze voornamelijk met geografische informatiesystemen. GIS
Dat zijn informatiesystemen waarbij men geo-informatie bewaart ,beheert, aanpast,
analyseert, samenvoegt en presenteert.
Indeling van kaarten
1. Topografische kaarten
Is een kaart waarop zoveel mogelijk zichtbare elementen van het terrein zo nauwkeurig
mogelijk worden weergegeven.
2. Thematische kaarten
Geeft slechts 1 of hoogstens enkele thema’s weer. Met thematische kaarten kun je
geopolitieke, fysische en sociaaleconomische onderwerpen visueel maken.
, Kaartnaam en -nummer, legende en schaal
Kaartnaam: is het eerste element waarnaar je kijkt. Je wilt weten welk gebied de aart weergeeft.
De schaal: die geeft de verhouding weer tussen de werkelijke afstand en die op de kaart.
Op een topografische kaart vind je altijd een breukschaal en een lijnschaal.
Ze geven uiteraard dezelfde verhouding weer, maar bij een lijnschaal wordt die alleen grafisch
getoond.
Een grote schaal: is een schaal die een relatief klein gebied weergeeft, met veel details. Vb: 1: 10 000
Een kleine schaal: die geeft een groot gebied weer met minder details. Vb: 1:250 000
Legende: raadpleeg je om te weten te komen wat de verschillende symbolen, lijnen en kleurvlakken
op de kaart betekenen.
Wereldgradennet
Is een denkbeeldig net dat men over de aarde spant en ons toelaat plaatsen exact de
lokaliseren adhv coördinaten: men bepaald op die manier de geografische ligging van een
punt.
Het bestaat uit verticale en horizontale lijnen. Dat zijn de meridianen en parallellen.
Breedteligging lees je af aan de linker of rechterzijde van de kaart, de lengtelijnen op de boven op
onderzijde.
Hoogtelijnen
Of isohypsen zijn lijnen die punten met eenzelfde hoogteligging verbinden.
Wanneer deze lijnen dicht bij elkaar liggen, verandert de hoogte op een korte afstand en heb
je een steil reliëf.
Het gelijkhoogteverschil of equidistantie is het hoogteverschil tussen twee opeenvolgende
hoogtelijnen op een kaart.
Andere kaartelementen:
Het jaartal van de luchtfoto waarop de kaart is gebaseerd
De gebruikte ellipsoïde; de gebruikte projectie
De magnetische declinatie
UTM
Hoe kun je je oriënteren
De zon: de zon komt op in het oosten, ze bereikt haar hoogste punt in het zuiden en ze gaat
vervolgens onder in het westen.
De kaart: je zoekt naar een referentiepunt in het landschap die je makkelijk kunt vinden op
de kaart.
Kompas: houdt het kompas steeds horizontaal en neem afstand van hoogspanningskabels,
schrikdraad of andere elektrische leidingen. De magneetnagel wijst naar het magnetische
noorden en niet naar het geografische noorden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller clodeblieck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.07. You're not tied to anything after your purchase.