Blik op de wereld samenvatting
Wetenschap en techniek
Hfstk 1: de seizoenen
afwisseling van de seizoenen aan de basis van seizoenale verschijnselen
belangrijke factoren:
ashelling de as staat schuin
baan om de zon (jaarcyclus)
zon draait om as
winter= lange nacht en korte dag en gekeerd tegen de zon
zomer= naar de zon gedraaid= meer zonlicht
pooldag/middernachtzon = Antarctica, de zuidpool krijgt dan volop licht, de zon is er in december
dan altijd te zien, dag en nacht dus= 24u licht. De zon staat dan de hele tijd net boven de horizon en
gaat niet onder.
poolnacht= De aarde staat scheef ten opzichte van de zon daarom ligt in december het noordelijk
halfrond, van de zon afgekeerd, in het meest noordelijk gebied is er dan helemaal geen zon. Dus 24u
geen zon.
Hoe ontstaat er dag en nacht?
zon verwarmd en verlicht de aarde
de zonnestralen kunnen nooit de volledige aarde tegelijkertijd verlichten, als de ene helft
verlicht wordt, licht de andere helft in de schaduw. Die grens verschuift de hele tijd omdat de
aarde draait daardoor ontstaat er dag en nacht
hoe ontstaan seizoenen?
Uit de video:
Europa krijgt de meeste zon in Juni dan schijnt de zon op het noordelijk halfrond en hebben
we lange dagen en korte nachten.
In december zien we veel minder zon in Europa de zon staat dan namelijk op het
zuidelijkhalfrond en daardoor krijgen we lange nachten en korte dagen.
Uit het boek (blz 42-43)
Eclipticavlak= Het vlak waarin de aarde rond de zon draait
Gravitatiekracht of aantrekkingskracht= De kracht die de aarde in een baan om de zon houdt en
voorkomt dat de aarde de ruimte wordt in geslingerd
Middelpuntvliedende kracht= Doordat de aarde zo snel rond de zon draait ontstaat deze kracht
De aarde draait heel snel rond de zon waardoor door de aarde niet wordt opgeslorpt door de
zon.
,Seizoenen
1) De aarde draait rond de zon
2) De aardas staat scheef
3) Energieoverdracht
Zie blz 43 voor meer uitleg+tekening
Hfstk 2: Paddenstoelen en andere herfstfenomenen/ De schimmels
- Paddenstoelen zijn de vrucht van de zwammen
- Een schimmel is er altijd
- een paddenstoel is altijd een schimmel maar een schimmel niet altijd een paddenstoel
- schimmels zijn niet beweeglijk
- schimmels maken hun voedingstoffen niet zelf aan, planten wel.
- Schimmels= zwammen
- Schimmels hebben reservestoffen= glycogeen, daarom de link naar dieren
Eencellige schimmel: gisten
Zit in alcohol en brood
Alcoholvergisting= suiker + gist ethanol+co2
Meercellige schimmels met geen vruchtlichaam
Penicillium:
Antibiotica
Blauwe kazen
Geen vruchtlichaam= geen paddenstoel
Planten zich wel voort
Schimmels groeien in draden (niet altijd)
Meercellige schimmels met vruchtlichaam
Mycelium= paddenstoelen
Het zit onder de paddenstoelen= de zwamdraden/zwamblok
Levenscyclus van de paddenstoel
1) Kiemende spore
2) Versmelting van mycelia
3) Vorming van vruchtlichaam
4) Sporevorming
Grootste organisme ter wereld is zo’n 965 ha groot
Parasitaire zwammen
Plantenziekten zoals tomaten/aardappelen
Dermatofyten= ziekte bij mensen (rode plekken)
Boomparasieten
, Parasieten leven ten kosten van andere organismen= ze halen hun voedsel uit andere organismen
Saprofyten
Leven van dood materiaal
Bv: van dood hout of afgevallen balderen
Symbiotische schimmels
Zwam groeit rond de wortels
Waarom?
Het is interessant want er zijn de hele tijd voedingsstoffen in de grond.
De kous van de zwam zit rond de wortelharen
Waarom is dit interessant voor de boom?
Zo kunnen ze signalen tussen de planten overdragen en dus voedingsstoffen overbrengen
Wat doen de wortels van een plant?
Voeding en opname van vloeibaar water
Merkwaardige paddenstoelen
Weide champignon is eetbaar vs de groene knolamaniet is giftig
Kale inktzwam is niet giftig maar als je alcohol hebt geconsumeerd dan wel
Bulkzwammen= de stinkzwammen
Geschubde inktzwam
Echte tonderzwam= groeit op verzwakte of dode bomen
….. zie ppt
Leerstof uit het boek (blz 332-348)
1.De schimmels
Schimmels kunnen zich niet verplaatsen en leven onder de grond (in de bodem).
Ze lijken meer op dieren dan op planten
Planten maken hun eigen voedsel aan en doen ook aan fotosynthese dat doen dieren en
schimmels niet ze zijn dus hetrotroof
Dieren en schimmels bevatten een andere reservestof (glycogeen) dan planten (zetmeel)
Er zijn 7stammen waarvan de steeltjeszwammen en de zakjeszwammen de grootste groepen
zijn
De zakjeszwammen
De groep met de meeste soorten
Het morieltje,de truffel, de bekerzwam, de gisten en voetschimmels behoren tot deze groep
Ze heten zo omdat hun sporen met acht in een zakje zitten voor ze loskomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller clodeblieck. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.05. You're not tied to anything after your purchase.