Natuurkunde
Hoofdstuk 10: Aarde en heelal
Paragraaf 1: Hemellichamen
In veel oude culturen hielden wetenschappers zich bezig met het waarnemen en
beschrijven van de bewegingen van sterren en andere hemellichamen.
Sterrenkundigen dachten vroeger dat de aarde het middelpunt van het heelal was en
dat alle hemellichamen, dus ook de sterren en de zon, in cirkelbanen om de aarde
heen draaiden. Dit wordt het geocentrisch wereldbeeld genoemd. De
sterrenkundigen zagen de sterren aan de hemelbol ronddraaien, maar ten opzichte
van elkaar niet bewegen.
Sommige hemellichamen leken af en toe achteruit en daarna weer vooruit te
bewegen. Ze beschreven als het ware lussen tussen de sterren. Ze werden
dwaalsterren genoemd. Daar is de naam planeet afgeleid.
In 1453 publiceerde de Pools-Duitse wis-en sterrenkundige Copernicus het boek. In
dat boek ging hij ervan uit dat niet de aarde, maar de zon in het midden van ons
zonnestelsel staat. De planeten en ook de aarde draaien in cirkelvormige banen rond
de zon. Dit wordt het heliocentrisch wereldbeeld genoemd. De beweging van de
sterren aan de hemelbol is in dit model een gevolg van de draaiing van de aarde om
haar eigen as. Ook de lusvormige beweging van de planeten kon Copernicus
hiermee verklaren.
De aarde maakt deel uit van het zonnestelsel. Ons zonnestelsel bestaat uit de zon
waar de acht planeten omheen draaien. Elke planeet draait bovendien nog om zijn
eigen as. Sommige planeten hebben een of meer manen. Een maan is een
hemellichamen dat om een planeet cirkelt. De aarde heeft één maan.
Planetoïde = Kleine planeet
Er zijn nog meer hemellichamen die rond de zon bewegen, zoals kometen en
meteoroïden. Kometen zijn klompen die uit ijs, steen, metaal en stof bestaan en die
in een elliptische baan rond de zon draaien. Als er een komeet dicht bij de zon komt,
wordt hij warmer.
Meteoroïden zijn stukjes steen of ijs die in de ruimte zweven en ook een baan rond
de zon beschrijven. Ze kunnen in grootte variëren tussen een zandkorrel en een
groot rotsblok. Als zo’n meteoroïde in de dampkring van de aarde komt, wordt het
een meteoor genoemd. Een meteoor verbrandt door de wrijving met de lucht en
veroorzaakt daardoor een lichtspoor. Soms verbrandt niet de hele meteoor. Dan slaat
een deel ervan in op de aarde: een meteoriet.
De maan zendt net als de aarde zelf geen licht uit, daar is dit hemellichaam veel te
koud voor. Je kunt de maan toch zien omdat de zonlicht in de richting van de aarde
reflecteert. In de loop van die tijd zie je vanaf de aarde steeds een andere vorm van
de maan aan de hemel. Dat zijn schijngestalten of de fasen van de maan van de
maan.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sarah208. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.89. You're not tied to anything after your purchase.