Samenvatting Gezondheid door de levensfasen: van voeding voor zuigelingen en kleuters tot ouderen met ziekten en dementie
2 views 0 purchase
Course
Diëtistisch handelen
Institution
Haagse Hogeschool (HHS)
Verken met deze samenvatting onderwerpen zoals het metabool syndroom, fasen van gedragsverandering, motivational interviewing, bariatrische chirurgie, groeicurves, voeding bij zuigelingen, vaardigheden van zuigelingen, peuters en kleuters, ondervoeding, prematuriteit, dieetpreparaten, Cystic Fibros...
Je kunt met behulp van het nutritional assessment en andere parameters 10%
een oordeel geven over de voedingstoestand van een patiënt en
onderbouwen welke metingen het meest geschikt zijn voor het dietistisch
onderzoek (lesweek 1 t/m 5 & 8 t/m 14)
Je kunt door de oorzaken, symptomen, vormen, pathofysiologie, gevolgen 55%
en onderzoek bij een cliënt uiteen te zetten een passende evidence
based dieetbehandeling opstellen, uitvoeren en evalueren (anamnese,
voedingsanamnese, dietistische diagnose, doelen stellen,
uitvoeringsafspraken maken, evalueren, eventueel gebruik maken van
hulpmiddelen, afronden en rapporteren)** (lesweek 1 t/m 5 & 8 t/m 14)
Je kunt onderbouwd advies geven op basis van de fase van ontwikkeling 5%
van de zuigeling rondom het gebruik van moedermelk, koemelk,
opvolgmelk en bijvoeding (lesweek 8 , 9)
Je kunt specifiek aangeven welke voedingsmiddelen per fase van 5%
ontwikkeling van een kind kunnen worden geïntroduceerd en kan dit
onderbouwen (lesweek 8 , 9)
Je kunt voor elke leeftijdsgroep (zuigelingen, peuters, kinderen, ouderen) 5%
verbanden leggen tussen de behoefte aan energieleverende- en overige
voedingsstoffen en de fysiologische veranderingen. (lesweek 8, 9, 11, 12,
13)
Je kunt voor elke leeftijdsgroep (zuigelingen, peuters, kinderen, ouderen) 5%
en in de palliatieve fase richtlijnen geven voor een goede keuze van
voedingsmiddelen volgens de huidige ADH (lesweek 8, 9, 11, 12, 13)
Je kunt voor elke leeftijdsgroep (zuigelingen, peuters, kinderen, ouderen) 5%
een oordeel geven over de voedingstoestand m.b.v. groeicurves en/of
screeningsinstrumenten. (lesweek 8, 9, 11, 12, 13)
Je kunt de relatie tussen apraxie, afasie en agnosie en dementie 5%
uitleggen aan de cliënt (of vertegenwoordiger), hierbij een evidence
based behandeling opstellen en uitvoeren rekening houdend met de leef-
en eetomgeving en verandering in zintuigen. (lesweek 8, 12, 13)
Je kunt de toekomst met technologie bij diagnostiek en behandeling in 5%
kaart brengen. (lesweek 1 t/m 5 & 8 t/m 14)
**Je kunt deze leerdoelen toepassen op de volgende ziektebeelden:
Diabetes mellitus, bariatrische chirurgie, metabool syndroom, dementie
,Leerdoelen
WEEK 1
Je bent bekend met de ketenzorg waar diëtistische behandeling onderdeel
van uitmaakt en kunt naar alle betrokken disciplines overdracht geven van
jouw cliënt
Je kunt met behulp van het nutritional assessment en andere parameters
een oordeel geven over de voedingstoestand van een patiënt en
onderbouwen welke metingen het meest geschikt zijn voor het dietistisch
onderzoek
Je kunt door de oorzaken, symptomen, vormen, pathofysiologie, gevolgen en
onderzoek bij een cliënt uiteen te zetten een passende evidence based
dieetbehandeling opstellen, uitvoeren en evalueren (anamnese,
voedingsanamnese, dietistische diagnose, doelen stellen,
uitvoeringsafspraken maken, evalueren, eventueel gebruik maken van
hulpmiddelen, afronden en rapporteren)**
Diabetes Mellitus is een verstoring van de koolhydraatstofwisseling. Koolhydraten
in voeding worden verteerd en geabsorbeerd als glucose in het bloed. Insuline, een
hormoon geproduceerd door de alvleesklier, zorgt voor de opname van glucose in
cellen, zodra glucose in het bloed komt. Bij mensen met diabetes produceert de
alvleesklier weinig tot geen insuline, waardoor hyperglykemie (= te hoge
bloedsuikerspiegel) ontstaat. Cellen krijgen geen brandstof, waardoor vetten en
eiwitten afgebroken worden om te gebruiken als brandstof. Dit heeft ketoacidose
(= verzuring van het bloed door vetzuren) tot gevolg. Door de afbraak van
spiereiwitten zal de spiermassa afnemen.
Symptomen van diabetes
Veel dorst hebben
Last van een droge mond
Veel moeten plassen
Veel moe zijn
Last van ogen, bijvoorbeeld wazig zien
Afvallen in gewicht
Wondjes die slecht genezen
Vaak terugkomende infecties, bijvoorbeeld blaasontsteking
Vier typen diabetes
1. Diabetes type 1
2. Diabetes type 2
3. Zwangerschapsdiabetes: hormonen uit de placenta blokkeren de actie van
insuline van de moeder. Vaak ontwikkelen deze vrouwen diabetes type 2
later in hun leven.
4. Pre-diabetes: de bloedglucoselevels zijn hoger dan normaal, maar niet hoog
genoeg voor de diagnose diabetes. Het is vaak een voorloper van diabetes
type 2.
Hypoglykemie
Hypoglykemie is een te lage bloedsuiker. Dit ontstaat doordat te veel glucose in de
cellen gaat. Dit wordt veroorzaakt door te veel insuline, te veel sporten en te
weinig eten. Bij mensen zonder diabetes zijn er twee soorten:
Reactieve hypoglycemie: een uur na een koolhydraatrijke maaltijd: het
lichaam produceert te veel insuline. Eet frequenter, kleinere maaltijden en
verdeel de koolhydraten.
Vasten hypoglycemie: het lichaam produceert te veel insuline, zelfs als er
niet gegeten is. Het kan veroorzaakt worden door een tumor in de pancreas.
Management van diabetes
Diabetes type 1: gezond eten, veel bewegen, insuline prikken, bloedglucose
monitoren
Diabetes type 2: gezond eten, veel bewegen, bloedglucose meten
o Afvallen verbetert de glucosemetabolisme en insulineresistentie (het
lichaam heeft minder insuline nodig om glucose in de cellen te
krijgen)
Voeding bij diabetes
Het hoofddoel bij de voeding is de bloedglucose gemiddeld houden.
Diabetes type 1: elke dag rond dezelfde tijd eten, consistent zijn met type
voeding, verdeling van de koolhydraatinname
Diabetes type 2: gebalanceerd eten, voeding eten dat laag is in vet,
koolhydraten halen uit fruit, groente en volkoren granen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ddenisee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.