Jurisprudentie en literatuur samenvattting Bijzondere Overeenkomsten
9 views 2 purchases
Course
Bijzondere Overeenkomsten
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Uitwerkingen van week 1 t/m 7 van het (Master)vak Privaatrechtelijke Rechtspraktijk. Het document bevat samenvattingen van de arresten en van de literatuur en ook een aantal stappenplannen. Bij de uitwerkingen van de arresten staan de belangrijkste rechtsoverwegingen. De wetenschappelijke (literatu...
Week 6|Distritbutie en franchise.................................................................................................................. 26
De Distributieovereenkomst...............................................................................................................................26
Stappenplan distributieovereenkomst...............................................................................................................29
De franchiseovereenkomst.................................................................................................................................30
Jurisprudentie (week 6|Distributie en franchise).......................................................................................... 32
HvJ-EU 06-12-2017, ECLI:EU:C:2017:941 (Coty Germany GmbH/Parfümerie Ahzente GmbH).........................32
HR 21-10-1988, ECLI:NL:PHR:1988:AD0483 (Mondia/Calanda) (3.2)................................................................32
HR 21-05-2010, ECLI:NL:HR:2010:BL8295 (Korea Trade and Distribution Centre/Impro) (4.1.2.).....................32
HR 14-06-2013, ECLI:NL:HR:2013:BZ4163 (Auping/Beverslaap) (3.6 en 3.7)....................................................33
HR 24-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:311 (Eiser/Street-One) (5.2 en 5.3)..............................................................33
HR 21-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1696 (Eiseres/Albert Heijn)..........................................................................34
Boersma, De vaststellingsovereenkomst in het verzekeringsrecht....................................................................35
Jurisprudentie (week 7|Verzekering en vaststellingsovereenkomst)..............................................................38
HvJ-EU 23-04-2015, C-96/14 (Van Hove/CNP Assurances SA) (rov. 40 en 50)...................................................38
HR 13-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:601 (Shaken baby) (3.5.7 en 3.6).................................................................39
HR 05-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1841 (Acceptatiebeleid verzekeraars)..........................................................39
HR 28-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1800 (Is deze polisvoorwaarde een kernbeding?) (rov. 3.5.2-3.5.5)............40
HR 04-06-2021, ECLI:NL:HR:2021:815 (Bosporus/ASR) (3.1.2)..........................................................................40
2
,Week 1|Algemene Inleiding Bijzondere overeenkomsten; Koop en Digitale
Inhoud
HvJ-EU 04-06-2015, C-497/13 (Faber)
De rechter moet ambtshalve toetsen of de koper een consument is ook al heeft de koper
zich niet op de hoedanigheid als consument beroepen (rov. 48)
De kennisgevingsplicht van de klachtplicht met een termijn van twee maanden heeft
alleen betrekking op het bestaan van het gebrek. Voor de kennisgeving van het gebrek
gelden geen bewijsregels (rov. 60)
Indien het gebrek (non-conformiteit) zich binnen een termijn van zes maanden vanaf de
aflevering van de goederen heeft gemanifesteerd, verlicht de richtlijn de bewijslast voor
de consument door te bepalen dat het vermoeden geldt dat het gebrek bestond op het
tijdstip van aflevering. De consument komt evenwel slechts in aanmerking voor die
verlichting, indien hij bepaalde feiten bewijst (rov. 75).
(1) Hij moet stellen en bewijzen dat het verkochte goed non-conform is aan
overeenkomst (bijv. niet de overeengekomen eigenschappen bezit of ongeschikt is voor
verwachte gebruik) De consument moet slechts het bestaan van een gebrek aan
overeenstemming bewijzen. Hij is niet verplicht om de oorzaak van dat gebrek te
bewijzen of te bewijzen dat de oorsprong ervan te wijten is aan de verkoper.
(2) Consument moet bewijzen dat het betrokken non-conformiteit zich binnen een termijn
van zes maanden vanaf de aflevering van het goed heeft gemanifesteerd, dus
werkelijk heeft voorgedaan (Rov.70).
HR 05-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8101 (Lundiform/Mexx)
Ook bij commerciële overeenkomsten is de Haviltex-norm ook het uitgangspunt: naast de
taalkundige uitleg, moet ook rekening gehouden worden met de betekenis en inhoud die
partijen bij een wederkerige overeenkomst over en weer hebben mogen afleiden. Een
‘entire agreement clausule’ staat hier niet aan de weg.
“3.4.3 (…) Ook indien bij de uitleg van een overeenkomst groot gewicht toekomt
aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen, kunnen de overige
omstandigheden van het geval meebrengen dat een andere (dan de taalkundige)
betekenis aan de bepalingen van de overeenkomst moet worden gehecht.
Beslissend blijft immers de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en
weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en hetgeen zij te
dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. (…).”
De “entire agreement clause” heeft dus geen vaste betekenis.
“3.5.3 Opmerking verdient dat een “entire agreement clause” een relevante
omstandigheid kan zijn bij de uitleg van een overeenkomst waarvan deze clausule
deel uitmaakt (…). Welke betekenis aan een dergelijke clausule toekomt, is
afhankelijk van de omstandigheden van het geval, waaronder de bewoordingen
van de clausule, de aard, de inhoud, de strekking en de mate van
gedetailleerdheid van de overeenkomst waarvan de clausule deel uitmaakt, en de
wijze waarop de clausule tijdens de onderhandelingen ter sprake is gekomen en
onderdeel van de overeenkomst is geworden.”
HR 11-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3765 (Vano/Foreburghstaete)
Na een geslaagd beroep op dwaling/vernietiging moet voor schadevergoeding een
“specifieke/andere” rechtsgrond bestaan nu de grondslag voor schadevergoeding
bestaande uit een tekortkoming in de nakoming ontbreekt. Indien er sprake is van
nietigheid van de overeenkomst waardoor ook de vermeende verbintenis ontbreekt, zal
een vordering tot schadevergoeding zonder grondslag ook niet slagen.
3
, “3.5.1 De vernietiging van een overeenkomst wegens dwaling treft in beginsel (….)
ook de daarin opgenomen garanties, zodat dan geen sprake meer is van een
tekortkoming in de nakoming daarvan.”
Uit vernietiging op grond van dwaling volgt niet dat de wederpartij van de dwalende
schadeplichtig is. Voor schadevergoeding is een specifieke grond vereist.
“De vernietiging van de overeenkomst brengt mee dat de enkele omstandigheid
dat een partij – de vernietiging weggedacht – is tekortgeschoten in de nakoming
van de overeenkomst, rechtvaardigt niet de verwijzing van partijen naar de
schadestaatprocedure. Voor schadeplichtigheid jegens de dwalende is een
specifieke rechtsgrond vereist”
HR 12-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3593 (Far Trading/Edco II)
De beoordelingsmaatstaven van de klachtplicht worden in dit arrest ingekleurd. Er dient
een afweging worden gemaakt van alle betrokken belangen, inclusief het nadeel van de
verkoper. Er geldt een bewijslastverdeling.
“5.6.1 De vraag of binnen bekwame tijd is geklaagd, kan niet in algemene zin worden
beantwoord. Van belang is dat schuldeiser (hierna: koper) (a) het in gegeven
omstandigheden redelijkerwijs van hem te verwachten onderzoek doet, en (b) binnen
bekwame tijd nadat hij de gebreken heeft ontdekt of had behoren te ontdekken, dit
aan de verkoper meedeelt. (…)
Of de kennisgeving binnen bekwame tijd is geschied, hangt af van alle betrokken
belangen en inachtneming van relevante feiten en omstandigheden. (…) Een vaste
termijn wordt niet gehanteerd. De rechter dient rekening te houden met enerzijds het
voor de koper ingrijpende rechtsgevolg van het te laat protesteren (verval van al zijn
rechten ter zake van de tekortkoming) en anderzijds de concrete belangen waarin de
verkoper is geschaad door het late tijdstip waarop dat protest is gedaan (bijvoorbeeld
een benadeling in zijn bewijspositie of een aantasting van zijn mogelijkheden de gevolgen van
de gestelde tekortkoming te beperken). De tijd die is verstreken (…) is niet
doorslaggevend.
De verkoper moet stellen dat niet tijdig is geklaagd als bedoeld in art. 6:89 of 7:23 BW.
Voorts moet de koper bewijzen dat en wanneer hij heeft geklaagd, waarna het aan de
verkoper is om te bewijzen dat de koper daarmee niet tijdig heeft geklaagd.
“5.6.2 De stelplicht en bewijslast met betrekking tot de vraag of tijdig is geklaagd,
komen pas aan de orde als de verkoper daadwerkelijk het verweer voert dat niet
tijdig is geklaagd. De stelplicht en bewijslast (op koper) (…) op de art. 6:89 of 7:23 BW
kunnen dragen, rusten echter in beginsel op de verkoper. (…) waaruit kan volgen op
welk moment de koper heeft ontdekt of had behoren te ontdekken dat de verrichte
prestatie niet aan de overeenkomst beantwoordt én dat het tijdsverloop vanaf dat
moment tot aan het moment waarop de koper geklaagd heeft, zo lang is dat niet kan
worden gesproken van een tijdige klacht.”
HR 12-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:236 (Lindorff BV/Nazier)
(1) Vraag 1: Art. 7:61 lid 2 en 7A:1576 lid 2 BW eisen bij een telefoonabonnement
inclusief toestel in de ovk de door consument te betalen koopprijs voor de mobiele
telefoon afzonderlijk wordt bepaald (3.6)
“3.5 Bij koop op afbetaling moet derhalve, ter bescherming van het belang van de
koper, duidelijk zijn wat de koopprijs van de door hem gekochte zaak is, en daarmee
wat de omvang is van de door hem verschuldigde termijnen voor zover die daarop
betrekking hebben. Die prijs moet in overeenkomst afzonderlijk zijn bepaald. Nu uit
een all-in prijs waarin (zonder specificatie) ook abonnementskosten en eventuele
rentekosten zijn verwerkt, niet valt af te leiden wat prijs is van mobiele telefoon, is
(…)niet voldaan aan art. 7A:1576 lid 2 BW.”
(2) Vraag 2: De rechter dient ambtshalve te beoordelen of aan deze voorwaarde is
voldaan, en kan zo nodig ook ambtshalve de overeenkomst vernietigen of oordelen
dat deze geen rechtsgevolg heeft.
“3.8.1 Aan de eis dat de nationale rechter bepalingen van consumentenbeschermende
Unierichtlijnen ambtshalve toepast, het effectiviteitsbeginsel ten grondslag. Die eis is
(…) gerechtvaardigd omdat de consument zich tegenover de verkoper in zwakke
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jipvanamstel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.