- Hoofdeconoom bij het IMF sinds 2008 (tot 2015)
- Professor of Economics at Massachusetts Institute of Technology (MIT), Cambridge, USA
- Eén van de meest geciteerde economen volgens IDEAS – Ere-doctoraat UGent, 3 juli 2017
- Handboek “Macroeconomics” is basiswerk in het domein
DE CRISIS 2008/2009
Probleem
- 90-00: dot-com crisis internet was nieuw
o Aanleiding tot overwaardering van nieuwe economische aandelen faillissementen
o Echte economische crisis: invloed op werkgelegenheid, welvaart
o 9/11 : economische stilstand
- 2000 - 2007 : periode van economische groei in wereldeconomie
- 2007: instorten huizenmarkt in VS grootschalige financiële crisis
- Gevolg: sterke economische recessie, aandelenprijzen kelderen
- 2008: negatieve outputgroei in VS in derde kwartaal tot einde 2009
o 2005: waarschuwingen voor overwaardering vastgoed
o Instorten vastgoedmarkt vertaald zich in banken en vertrouwenscrisis
Banken stonden leningen toe wetende dat deze niet terugbetaald zouden k worden
Lehman Brothers failliet
o Internationale handel + financiële verwevenheid crisis in VS raakt hele wereld
- Sindsdien: groei laag gebleven (zeker in Europa)
o Economische groei: procentuele toename van inkomen in land
o Crisis periode: negatieve economische groei
- Figuur: outputgroei wereldeconomie
- Figuur: crisis BE – groei (reel in %)
2019: voorspeld op 1.1%
2018: 1.4%
2017: 1.7%
,Van financiële crisis tot reële economische crisis : beleid
- Vraag naar goederen en diensten stortte in door vermogensverlies
o Oorzaak: lage huisprijzen, lage aandelenprijzen, lage vertrouwen
o Consumenten stellen aankopen uit door gebrek aan vertrouwen in economie
- IS-curve verschuift naar links
- Zowel VS als EU hanteren fiscaal / budgettair en monetair beleid om recessie tegen te gaan
o Ook financieel beleid banken redden
- Expansief fiscaal / budgettair beleid
o OV meer uitgaven om vraag te stimuleren om daling private investering te counteren
o Begrotingen: grotere tekorten dan voordien
Vb. VS steeg tekort op begroting van 2.7% van BBP (2007) tot 12.7% (2009)
o Gevolg: sterkere toename van overheidsschuld in ontwikkelde landen
BE: voorbije 10j weinig k besparen door opeenvolgende crisissen
- Monetair beleid
o = lage intrestvoeten om vraag te stimuleren (want geld sparen brengt niet veel op)
o MAAR:
Liquiditeitsval: rente was uiteindelijk nul (tot 2021) negatieve intrest kan niet
Bedenkingen: effectief een reële impact?
- Economische groei beperkt door duurzaamheid en verdeling binnen land
DE PANDEMIE 2020
De pandemie
- December 2019: nieuw virus in Wuhan (China), stad gaat in lockdown op 23 januari 2020
o Bezorgdheid over impact op Chinese economie en die van handelspartners
o Impact op global supply chains: internationale handel lag stil (geen transport en productie)
- Januari: eerste gevallen in Europa (Italië), in februari eerste cases gerapporteerd in VS
- Aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen steeg zorgwekkend snel
- Maart 2020: lockdown in meeste landen, ook België
Economische impact
- Oorsprong van de crisis uitzonderlijk:
o Doorgaans: onevenwichten (huizenmarkt, dot.com bubble)
o Hier: exogene en onverwachte schok virus
- Zware recessie volgde wereldwijd
o Productieketens verstoord
o Bedrijven / sectoren waar telewerk niet mogelijk was sluiten = aanbodtekort
- Eind 2021 zicht op beterschap / einde in zicht begin 2022
o Vlugger dan voordien verwacht was
o Recessie al bij al nog ‘beperkt’
, o BE: negatieve economische groei in Q2 van 14.5% in vergelijking met Q2 2019
De twee crisissen vergeleken
- Beide crisissen hebben verschillende oorsprong
o Beide crisissen konden opgelost zijn, tot: inval van Rusland in Oekraïne
- Financiële crisis: shock in de VS in 2008 (instorting huizenmarkt)
o Balansen van banken geïmpacteerd op eenzelfde manier als daling van aandelenkoersen met 4%
o Crisis legde problemen in de financiële wereld bloot
- Covid-pandemie: daling van output (door lockdowns)
o Eerst: gezondheidscrisis, nadien: focus op ondersteuning
o Beperkte impact op financiële systeem
o Korte(re) doorlooptijd? (cfr. Spaanse griep 1918)
- En sinds 2022 een “bijkomende /nieuwe crisis”
- 2008:
o Oorzaak in financiële sfeer, vooral de VS (vastgoedmarkt, aandelen, banken, …)
o Nadien besmetting wereldwijd
o Daarna vraagtekort : V ondersteunen door toename overheidsbestedingen
- 2020:
o Oorzaak = pandemie = wereldwijd
, o Daarna vooral aanbodtekort (uit China)
Aanbodtekort en inflatieproblemen
Beleid om intrestvoet te doen toenemen: vraag afremmen; later daalt A
- 2022:
o Oorzaak: Oekraïne: “lokaal” conflict in Europa
o Gevolgen vooral EU, maar ook wereldwijd (vooral ook geopolitiek)
o Verder aanbodtekort, ook energietekort en krappe arbeidsmarkt in EU inflatieprobleem
DE VERENIGDE STATEN
- De Amerikaanse economie is groot
o Output = BBP = som van alle inkomens
o Output van $17.4 triljard in 2014 23% van de mondiale output
- De levensstandaard in de VS is hoog
o Output per capita is $54,000 (nagenoeg het hoogste in de wereld)
o MAAR: verdeling en ongelijkheid ?
- De federal funds rate – de intrestvoet die de FED controleert
o FED = centrale bank van VS / US dollar
o Eerste daling: dot-com crisis
o Tweede daling: bankencrisis 2008 : lage intrest = meer lenen en spenderen
Daalde van 5,2% in juli 2007 tot nagenoeg 0% in december 2008
o Sinds 2020 sterke stijging om inflatie af te remmen
- Figuur: Federal Funds Rate sinds 2000
- Waarom zijn lage intrestvoeten (tot 2021) een potentieel probleem?
o Lage intrestvoeten: aanleiding tot nemen van excessieve risico’s door investeerders die hun
opbrengsten willen verhogen (‘geld is gratis’)
o Geen zin als er weinig effect is op de vraag
- Sinds 2021/2022 stijgen de intrestvoeten
o Maar de huidige inflatie niet vraag gestuurd, maar aanbod gestuurd
o Zinvol via creatie van verwachtingen dat inflatie gaat dalen ?
- Stijgend intrestvoet beleid, omdat men verwacht dat inflatie zal dalen
o Economisch beleid als belangrijk doel verwachtingen te creëren selffulfilling
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kayceedaelman2801. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.25. You're not tied to anything after your purchase.