Samenvatting van vooral de collegestof, maar ook van het boek "Fysieke distributie - toegevoegde waarde in ketenperspectief" H13 . Dit is de samenvatting van Stedelijke distributie van Logistics Management leerjaar 2.
Stedelijke distributie samenvatting
College 1 | Inleiding stedelijke distributie
➢ Stedelijke distributie: De distributie van goederen naar bedrijven en instellingen in de binnenstad en de
kernwinkelgebieden (winkels, horeca, kantoren en andere bedrijfsmatige activiteiten), inclusief het
ophalen van retourgoederen en afval bij bedrijven in hetzelfde gebied.
Alle leveranciers en consumenten hebben te maken met retiallogistiek. De actoren hebben verschillende
wensen en belangen.
➢ Actoren: betrokken mensen, die er belang bij hebben (gemeente, inwoners, ontvangers, leveranciers,
logistiek dienstverleners en de verladers).
➢ Last mile: De laatste mile die het product aflegt tot de klant. Dit kan dus beslaan: van leverancier naar
winkel tot klant. Hierin is de winkel ook nog onderdeel van de Last Mile.
➢ Kruisende bewegingen: leveranciers, consumenten kruisen elkaar in de stad.
Er zijn zes stakeholders betrokken bij de stedelijke distributie problematiek
Stakeholder Belangen
Gemeente Moet zorgen voor een balans tussen verschillende partijen en wil schone lucht, bewoonbaarheid en
een aantrekkelijk winkelklimaat.
Inwoners Willen ongestoord kunnen winkelen in een veilige omgeving. Winkelen op korte afstanden en een
aantrekkelijk woongebied.
Winkeliers Willen een aantrekkelijk winkelgebied voor hun consumenten en willen goede bereikbaarheid van de
winkel voor consumenten en leveranciers.
Leveranciers Willen geen moeite doen voor de last-mile.
Verladers Willen lage kosten van de last mile.
Logistiek dienstverlener Willen beperkte maatregelen voor transport en willen goede bereikbaarheid van de afleveradressen.
Green Deal 010 Zero Emission City Logistics → een samenwerkingsproces (Living Lab) (FQP):
- Identificatie van markt partijen (actief in stadslogistiek) die willen bijdragen aan \ gezond klimaat = koplopers.
- Geen uitstoot in de binnenstad in 2020
- Ontwikkeling van gezamenlijke roadmap
- Bouw aan een Community van supporters
- Definieer projecten en oplossingen in een living lab-style.
- De rol van de gemeente Rotterdam is het faciliteren en samenbrengen partijen, organiseren van evt. geldelijke
middelen en het monitoren.
Verkeersplan (2017):
- Minder autokilometers binnen de ring: fiets is - Gezonde leefomgeving
dominant - Slimme mobiliteit
- Versterken van nieuwe vervoerswijzen: - Gebieden buiten de ring duurzaam verbinden
- Vervoer over water en last mile
Stedelijke distributie vs Distributie:
- Geografisch gebonden; De stad - Probleem of Oplossing voor een gemeenschap,
- Gaat uit van stakeholder problematiek niet voor 1 bedrijf
- Kent daardoor geen eenduidige oplossing
2
, Blok 3 ILESDI20 LVlogistiek
Noodzaak aandacht voor Stedelijke distributie
80% van de wereldbevolking leeft in 2050 in een stad. Dagelijks beleveren 200.000 kleinere en 50.000 grotere
vrachtwagens de Nederlandse binnensteden. Voornamelijk Bouw, Horeca en Retail. Vrachtauto’s bepalen
slechts 10-15% van het totale verkeer in de stad. Dus als zodanig geen probleem.
Het effect van vrachtauto’s is groter, omdat deze auto’s groter zijn dan personenauto’s. De
afmetingen en het parkeren leiden sneller tot congestie.
Vrachtauto’s dragen meer bij aan luchtvervuiling (diesels).
Vracht draagt meer bij aan onveiligheid en perceptie van de stad.
Rotterdam heeft moeite met de concentratie fijnstof Europese boetes.
Vijf belangrijke uitdagingen:
- Transport moet schoner, stiller en veiliger
- Verminderen van congestie (→ Venstertijden, groene zones)
- Efficiënter vervoer (→ minder ritten, stromen bundelen)
- Groeiende retourstromen (retourzendingen van producten en afval) zo efficiënt mogelijk verwerken.
- Beperking van de extra belasting van woonwijken door de belevering van online aankopen worden
beperkt (→ gratis bezorgen moet weg, bijbetalen als je ná 19h geleverd wil worden).
Tot aan het einde van de jaren zestig was de oriëntatie van de huishoudens en de bedrijven op de centrale
steden evident. De uitbreiding van de woongebieden vond aan de rand van de steden plaats, maar de
bewoners bleven voor veel van hun inkopen afhankelijk van de centrale voorzieningen en van de bedrijvigheid
in de steden. In de buitenwijken en voorsteden ontstonden wel winkelcentra, maar die waren alleen ingericht
op de dagelijkse levensbehoeften. Andere artikelen werden in het stadscentrum gekocht.
Goede stedelijke distributie begint op straatniveau:
- In de winkelstraat is stedelijke distributie het meest zichtbaar:
o De vrachtwagens en bestelauto’s die moeizaam manoeuvreren, chauffeurs die moeten wachten
tot een collega klaar is,
o Vrachtwagens die op de stoep staan geparkeerd, de paaltjes, de winkeliers (al dan niet op tijd
aanwezig)
- Op dit straatniveau is ook de reden zichtbaar van stedelijke distributie:
o Hier ontstaat de vraag naar het vervoer.
o Het begint bij de veeleisende consument die steeds meer keuzes kan maken in het alsmaar
uitbreidende assortiment;
o De winkeliers en horecaondernemers willen geen nee verkopen maar ook geen grote voorraden
aanhouden.
➢ VVO (verkoop vloeroppervlak): Winkeliers willen een zo groot mogelijk verkoopvloeroppervlak, maar ze
hebben natuurlijk ook ruimte nodig voor het magazijn. Hoe groter het verkoopvloeroppervlak, hoe hoger
de omloopsnelheid van de producten en groter het assortiment.
Stadsdistributie is een problematiek voor iedere stad, maar de mate is afhankelijk van factoren als:
- De kenmerken van stadscentra en de mate waarin suburbanisatie en re-urbanisatie zich hebben
voltrokken.
- De kenmerken van de bevolking: jong-oud
- De aantrekkelijkheid van de stad voor toeristen.
- De productsegmentatie en de ontwikkeling van seizoen producten, bijvoorbeeld het aantal
kledinglijnen per jaar (van 2 naar 4 maal per jaar).
- De kosten van een winkelgebied. Hoe hoger de kosten, hoe minder opslagruimte gewenst is.
College 2 + Hoofdstuk 13 | Retaillogistiek (Fysieke distributie)
In de detailhandel kennen we verschillend soorten winkeltypen. Iedere winkelketen kent zijn eigen formule. Bij
het vormgeven van een dergelijke formule speelt het (verwachte) consumentengedrag een leidende rol. Met
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LVLogistiek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.73. You're not tied to anything after your purchase.