Samenvatting Examenkatern paragraaf 4 de verlichting
98 views 1 purchase
Course
Geschiedenis
Level
VWO / Gymnasium
Book
Historische context verlichtingsideeen en democratische revoluties, 1650-1848; vwo-editie
De verlichting, een lastig stuk geschiedenis maar niet minder interessant. Daarom heb ik de taaie stof een stuk makkelijker voor je gemaakt. Met tabellen en overzichten zit de stof binnen een mum van tijd in je hoofd. Leer de vijf belangrijkste verlichte denkers, herken de idealen van de verlichtin...
Geschiedenis samenvatting de Verlichting.
Paragraaf 4.1 De verlichting (1650-1789)
Welke ideeën ontstonden tijdens de verlichting over de ideale samenleving?
Vanaf de tweede helft van de 17e eeuw probeerden gematigd verlichte denkers een middenweg te
vinden tussen traditie en rede. Dus tussen oude gebruiken en het geestelijke vermogen van de mens.
Radicale denkers meenden dat democratie, vrijheid en gelijkheid de universele waarden zijn.
Vanaf 1650 ontstonden er twee filosofische stromingen, het empirisme en het rationalisme. Zij
stelden dat het geloof en de traditie moesten plaatsmaken voor waarneming en rede. Het
rationalisme stelde dat de rede de voornaamste bron van kennis is.
Onder invloed van de verlichting vonden grote veranderingen plaats in het denken over mens en
maatschappij. Redelijk en wetenschappelijk denken werd overal toegepast. Traditionele ideeën over
sociale verhoudingen, politiek, etc werden ter discussie gesteld. De samenleving moest gebaseerd
zijn op de rede, niet op erfelijke rechten of religieuze ideeën. De standenmaatschappij en het
absolutisme werden door veel verlichte denkers verworpen.
In dezelfde tijd werd de macht van vorsten op alle gebieden verder uitgebreid en gecentraliseerd.
Lodewijd XIV rechtvaardigden deze machtsuitbreiding met het Droit Divin, ze hadden de macht van
god gekregen. à Alleen God kon over koningen oordelen, daarom hoefde hij geen verantwoording
af te leggen aan het parlement.
Verlichte denkers hadden andere ideeën over soevereiniteit, en de relatie tussen vorst en
onderdaan. De vijf belangrijkste verlichte denkers zijn: Spinoza, Locke, Voltaire, Rousseau en Kant. In
het schema op de volgende pagina staan hun overtuigingen beschreven.
Een sociaal contract: mensen sloten een sociaal contract waarbij ze vrijheid overdroegen aan de
staat. In ruil daarvoor moest de overheid hun leven, bezit en vrijheid beschermen en als neutrale
rechter optreden bij conflicten. (Verplicht voorbeeld)
De verlichting begon aan het einde van een reeks godsdienstoorlogen en religieuze onderdrukking.
Dit was voor de verlichte denkers een argument om het belang van individuele vrijheid en tolerantie
te benadrukken.
Het vertrouwen in de rede leidde tot optimisme, er werd niet aan getwijfeld dat de mensheid er
beter op werd. Op alle terreinen was verbetering te zien. Er ontstonden twee stromingen verlichte
denkers. Radicaal en gematigd.
Gematigd: Evenwicht tussen rede en traditie.
Radicaal: Traditie doorbreken en een geheel nieuwe maatschappij creëren.
Alle mensen hebben dezelfde behoeften en moeten dezelfde moeten hebben. De voorrechten van
adel en geestelijkheid waren in strijd met de rede à Radicaal.
Volgens Kant kon puur rationalisme leiden tot waanideeën. Hij stelde dat er een universele morele
wet is waaraan iedereen verplicht is te gehoorzamen. Mensen moeten voldoen aan regels die ze
voor iedereen willen laten gelden. (Verplicht voorbeeld)
Sommige Europese heersers werden ook door de verlichting beïnvloed. Koning Frederik II en keizer
Johan II zagen hun zichzelf als dienaren fan het algemeen belang. Ze vergrootten de persvrijheid en
werkten mee aan tolerantie en het godsdienst bestrijden. Wel hielden ze vast aan de absolute macht
en standenmaatschappij. à Verlicht absolutisme.
De Franse koning probeerde deze ideeën te voorkomen door honderden boeken te verbieden. De
boeken werden daarna in Amsterdam gedrukt om vervolgens weer Frankrijk binnengesmokkeld te
worden. Op den duur wonnen radicale ideeën meer terrein en was het een oorzaak van de Franse
revolutie. Hun ideeën raakten wijdverspreid en de politieke cultuur veranderde. Vorsten moesten
rekening houden met de publieke opinie in alle lagen van de bevolking.
, De belangrijkste verlichte denkers:
Baruch Spinoza John Locke Voltaire Rousseau Immanuel Kant
1632-1677 1632-1704 1694-1778 1712-1778 1724-1804
Nederland Engeland Frankrijk Zwitserland Duitsland
2. 2. 2. 2. 2.
Mensen moeten afgaan op Mensen zijn vrij en Het volk moet niet Het volk is De mens moet zich uit de
eigen verstand, alle mensen gelijk geboren, ze verlicht worden, soeverein. onmondigheid waaraan
hebben dezelfde behoeften hebben maar hard zij schuldig is bevrijden.
en moeten gelijk behandeld onvervreemdbare werken. Durf te weten, heb moed
worden. rechten op: leven, Alleen een kleine je verstand te gebruiken.
gezondheid, vrijheid bovenlaag kan De rede moet aangevuld
en bezit. rationeel denken. worden met ervaring en
Voor hen vrijheid morele normen.
en tolerantie.
(Verplicht
voorbeeld)
3. 3. 3. 3. 3.
Voorrechten van adel en Macht van de staat Voorstander van Ook voorstander Iedereen is verplicht om
geestelijkheid zijn in strijd is een sociaal het verlicht van het sociale te gehoorzamen aan de
met de rede. contract. De absolutisme. contract. universele morele wet,
overheid moet de de staat die heerst.
Tegen de staat. grondrechten vertegenwoordigd
beschermen en als de meerderheid
neutrale rechter van de mensen.
optreden. Mensen moeten
Wanneer het volk zich onderwerpen
ontevreden is mag aan de ‘algemene
het de overheid wil’, want deze wil
afzetten. is soeverein.
4. 4. 4. 4. 4
Radicale verlichte denker, Vóór een Gematigd verlicht Radicale verlichte Gematigd, waarschijnlijk
de standenmaatschappij constitutionele denker, vóór de denker, niet tegen.
moet afgeschaft worden. monarchie. standenmaat- De standen-
Schappij, want zo maatschappij moet
heeft God de afgeschaft worden.
wereld geschapen.
5. 5. 5. 5. 5.
Vóór scheiding van staat en God en natuur zijn God heeft de Alle godsdiensten ?
kerk. De staat kan niet hetzelfe. Alles wat wereld gemaakt, zijn gelijkwaardig.
uitmaken wat het ware bestaat is een maar bemoeit zich
geloof is. verschijning van niet met de
Tolerantie. God, God staat niet wereld. à
buiten de Deïsme. Wél
schepping. gehoorzamen aan
(Verplicht het geloof.
voorbeeld)
1. Vijf belangrijkste filosofen in chronologische volgorde en herkomst.
2. Wat is de mening over de onvervreemdbare rechten van de mens.
3. Wat zeggen ze over de positie van de staat en overheid.
4. Wat zeggen ze over de bestaande maatschappij.
5. Wat zeggen ze over godsdienst.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MerelRaven. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.23. You're not tied to anything after your purchase.