Tentamen januari 2017
X SA is gevestgd in Spanje en onderworpen aan Spaanse vpb en heef 100% van de aandelen in twee
dochtervennootschappen: Y1 SA (Spanje) en Y2 SA (NL). Beiden vennootschappen keren in 2016 10
miljoen winst uit aan hun moedermaatschappij X SA. Stel dat deze winstuitkering niet afrekbaar is bij
Y1 SA.
Moet Spanje de winstuitkering ontvangen van Y1 SA op grond van de moeder-dochterrichtlijn
vrijstellen of belasten?
Moeder-dochterrichtlijn is alleen van toepassing op grensoverschrijdend dividend (art. 1 lid 1 onder
a). In casu is sprake van een binnenlands dividend (dochter is gevestgd in Spanje en keert winst uit
aan moeder gevestgd in Spanje). De richtlijn is dus niet van toepassing.
Stel dat in NL deze winstuitkering geheel afrekbaar is bij Y2 aangezien volgens de NLse wetgeving de
winstuitkering wordt gezien als rente welke volgens de Nederlandse Wet Vpb afrekbaar is. Moet
Spanje de winstuitkering ontvangen van Y2 op grond van de moeder-dochterrichtlijn vrijstellen of
belasten?
Grensoverschrijdend dividend: aan voldaan (art. 1 lid 1 onder a)
Rechtsvormen aan voldaan: SA en BV staan op de bijlage bij de richtlijn (art. 2 onder a onder
i)
Fiscale woonplaats in Nederland en Spanje: art. 2 onder a onder ii
Onderworpen aan belastng aan voldaan: dochter Vpb in NL, spanje moeder onderworpen
aan ISS
Spanje moet in beginsel vrijstelling verlenen van de winstuitkering (onthouden van het
belasten) tenzij en voor zover de winstuitkering afrekbaar is bij de dochteronderneming
(voor zover die winst niet afrekbaar is bij de dochteronderneming) art. 4 lid 1 onder a
In casu is gegeven dat de rente afrekbaar is bij de dochter. Dit betekent dat Spanje de winst
moet belasten (deze winst belasten voor zover die winst afrekbaar is bij de
dochteronderneming) art. 4 lid 1 onder a
Ierland hef vpb over winst van vennootschappen tegen tarief van 12,5%. NL hef vpb tegen tarief van
25%. Doordat Ierland een lager tarief heef trekt Ierland veel buitenlandse ondernemingen aan. Zelfs
ondernemingen met Nederlandse oorsprong overwegen om (een deel van) hun actviteiten naar
Ierland te verplaatsen. NL is niet blij met deze ontwikkeling en dient een klacht in bij de EC dat in casu
sprake is van verboden staatssteun.
Hoe beoordeelt u deze klacht? Is sprake van verboden staatssteun? Besteed met name aandacht aan
de vraag of sprake is van selecteve steun
Eerst kijken naar algemene of normale belastngregeling van Ierland: is Ierse vpb die wordt
geheven over winst van vennootschappen tegen tarief van 12,5%
Niet is gegeven dat hier een uitzondering van toepassing is. Ook blijkt uit niets dat bepaalde
ondernemingen op grond van specifeke eigenschappen die kenmerkend zijn voor die
ondernemingen worden bevoordeeld
Het tarief is dus voor iedereen en dus geen staatssteun
Dat NL een hoger tarief kent is een dispariteit, ofwel een verschil tussen de Vpb-stelsels van
NL en Ierland
De naar het recht van Singapore opgerichte vennootschap Finance Holding Limited is feitelijk in Italië
gevestgd (art. 4 lid 1 AWR). FHL houdt zich in Italië bezig met fnanciële dienstverlening. Stel dat FHL
in Italië aan een hoger vpbtarief is onderworpen dan naar Italiaans recht opgerichte
vennootschappen.
Kan FHL een beroep doen op de bescherming van de EU-verdragsvrijheden in een poging op basis
van non-discriminateargumenten het regulieren vpbtarief te krijgen
Personele reikwijdte: in beginsel kunnen alleen onderdanen een beroep doen op het VWEU
, o Uitzonderingen bij bijv. vrij verkeer van kapitaal als bedoeld in art. 63 VWEU
Territoriale reikwijdte: in beginsel heef VWEU alleen werking binnen EU en niet ten opzichte
van derde landen
o Uitzondering: vrij verkeer van kapitaal in 63 VWEU
Materiële reikwijdte: de vrijheid van vestging als bedoeld in 49 VWEU is hier aan de orde:
FHL vestgt zich immers in Italië
Van belang is dus vast te stellen of FHL als vennootschap ook onderdaan is: art. 49 en 54
VWEU
o 54 eist dat een vennootschap is opgericht naar het recht van een lidstaat
Voorts is van belang dat de vennootschap haar zetel binnen de Unie heef
Hoewel aan dat laatste vereiste is voldaan, is FHL niet opgericht naar het recht van een
lidstaat
En dus heef FHL geen toegang tot de EU-verdragsvrijheden
Forte houdt alle aandelen in FHL. Daarnaast houdt hij alle aandelen in La Bella. Dit is een naar
Italiaans recht opgerichte vennootschap. La Bella houdt op haar beurt alle aandelen in La vie. Dit is
een naar Frans recht opgerichte vennootschap. Stel dat Italië een groepsregime in de vpb kent op
grond waarvan verliezen van de ene vennootschap aan de andere vennootschap kunnen worden
overgedragen. De regeling is echter beperkt tot in Italië gevestgde vennootschappen. In 2016 lijdt La
vie een verlies. La bella behaalt een winst.
Kan La Bella een beroep doen op de vrijheden in het Verdrag in een poging om het Franse verlies uit
2016 alsnog in Italië verrekend te krijgen?
Toegang?
Personeel: La Bella en La Vie zijn onderdaan van de Unie gelet op het bepaalde in art. 54
VWEU
Bovendien hebben deze vennootschappen hun zetel binnen de Unie
Territoriaal: intra EU-situate
Materieel: vrijheid van vestging (49 VWEU). La Bella heef zich immers gevestgd in Frankrijk
door middel van La Vie, zie ook art. 54 tweede alinea
Discriminateebelemmering?
De Italiaanse regeling werkt belemmerend omdat de grensoverschrijdende situate anders
wordt behandeld dan de binnenlandse situate.
Rechtvaardiging?
De Italiaanse regeling kan worden gerechtvaardigd met een beroep op de evenwichtge
verdeling van de hefngsbevoegdheid tussen de lidstaten: Marks & Spencer
Geschiktenoodzakelijk?
Italiaanse regeling kan als proportoneel en geschikt worden aangemerkt. Er is immers geen
sprake van een defnitef verlies maar lopend verlies. De Marks & Spencer uitzondering is niet
van toepassing, zie ook X Holding
Tentamen maart 2016
Da Silva heef de Spaanse natonaliteit en is woonachtg inSpanje. Ze houdt alle aandelen in de in
Spanje gevestgde kapitaalvennootschap Rollos (SA/BV). Ook is Da Silva directeur van deze
vennootschap. Ze verkreeg de aandelen voor 1.000.000 eu. Ze verhuist naar Lissabon. Het runnen van
de onderneming laat ze over aan Confanza. Ten tjde van de verhuizing zijn de aandelen van Da Silva
11.000.000. Er schuilt dus een stlle reserve van 10.000.000 in de aandelen. Laten we aannemen dat
Spanje en ABregime kent dat vergelijkbaar is met dat van NL.
Wanneer Da Silva de Spaanse grens oversteekt, krijgt ze van de Spaanse belastnginspecteur een
aanslag in de Spaase IB opgelegd (emigratehefng) over stlle reserve. Ze hoef van de inspecteur pas
als de aandelen verkocht worden te betalen. Tot dat moment wordt de inning van belastng
uitgesteld. Ook geen rente. En als aandelen na verhuizing in waarde dalen, dan wordt daar rekening
mee gehouden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RechtenStudent10. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.88. You're not tied to anything after your purchase.