VOORBEELDVRAGEN (Dehaene S.) FA
Domeinen:
- Fysieke activiteit en gezondheid
- Welvaartziektes: overgewicht/obesitas, diabetes, hart- en vaatziektes, osteoporose
- Sportvoeding
1. MEERKEUZEVRAGEN ZONDER GISCORRECTIE
1.1. Irene is een 65-plusser die op een vitale manier in het leven staat. Ze probeert wekelijks meerdere
malen te wandelen en gaat daarnaast ook 1 x per week naar de Okra-sportlessen. Ze heeft geen
zittend gat is ook thuis graag zoveel mogelijk in de weer met de kleinkinderen, koken, boodschappen
doen, poetsen, etc. Ze wil allesbehalve aanzien worden als iemand die oud en versleten is. In welke
fase van gedragsverandering zit Irene?
- Precontemplatie
- Contemplatie
- Preparatie
- Actiefase
1.2. Welke stelling uit onderstaande is NIET correct?
- Een bio-elektrische impedantie analyse is een antropometrische methode om je
lichaamssamenstelling te meten. Juist?
- In België zijn er procentueel meer mensen met obesitas dan mensen die voldoen aan de
aanbevelingen van de bewegingsdriehoek van Gezond leven. FOUT
- Zwaarlijvigheid komt vaker voor bij lager opgeleiden. juist
- Een vetpercentage van 25% voor een vrouw van 25 jaar een gemiddelde waarde. juist
1.3. Duid de juiste stelling aan
- Bij een normale hormonale werking zal ons lichaam bij een te hoge TE LAGE bloedsuikerspiegel
glucagon vrijzetten uit de lever zodat glucose vanuit de bloedbaan naar de spieren/lever en andere
lichaamscellen kan. fout
- Hoe lager de ratio “LDL/HDL” hoe beter onze cholesterolwaarde is. fout
- Een oudere leeftijd WEL is geen risicofactor om een te hoog cholesterolgehalte te ontwikkelen. Fout
- Bij een hyperglycemie is een belangrijk symptoom dorst en veel drinken JUIST
1.4. Welke stelling m.b.t. sportvoeding is NIET correct?
- Het spoelen van de mond met suikerwater kan zorgen voor een betere prestatie.
- Vanaf 5% dehydratatie is er een duidelijk prestatieverlies bij sportinspanningen
- Sportwater heeft een een lagere osmolaliteit dan 290 mosmol/l en is rijk is aan zouten
- Sportdrank kan een bijdrage van 25% leveren aan het totale energieverbruik.
2. LEG ONDERSTAANDE BEGRIPPEN UIT
- HDL: high density lipoproteïnen
- Subcutaan vet: vet dat door iedereen zichtbaar is
- Insulineresistentie: als je lichaam niet meer goed reageert op insuline (diabetes type 2)
- …
3. OPENVRAGEN
3.1. Som op welke sociale determinanten bepalend zijn voor de graad van fysieke activiteit van
een persoon en leg deze uit.
- sociale norm: mate waarvan persoon bewegen belangrijk vindt.
- modelling: mate waarvan persoon modelling heeft voor fysiek actief gedrag
- sociale ondersteuning: mate waarin naaste op de 1 of andere manier het fysiek actief zijn
van een persoon ondersteunt.
, 3.2. Leg uit wat metabool syndroom is.
= MBS
Duidt op een specifiek geheel van verschijnselen die voorkomen in geval van een
gestoorde stofwisseling. Metabool syndroom duidt dus niet op één ziekte maar op een
verzameling van risicofactoren die vaak samen voorkomen en op die manier in verband staan
met ziekten zoals hart- en vaataandoeningen en diabetes
3.3. Bij het uitvoeren van de huidplooimeting bekom je voor een 25 jarige vrouw volgende
waarden. Biceps : 3 mm, triceps 3mm, subscapularis 14 mm, supra-iliacaal 21 mm . Wat is
het geschatte vetpercentage van de vrouw.
– 23.8 %
3.4. Leg uit hoe de bloedsuikerspiegel in normale omstandigheden bij een normaal individu
hormonaal geregeld wordt.
- Alvleesklier ( pancreas ) maakt voldoende insuline aan waardoor voldoende glucose i
lichaamscellen kan worden opgeslaan en in de bloedbaan kan terechtkomen.
3.5. Geef 3 duidelijke risicofactoren die de kans op hypertensie vergroten.
3.6. Leg uit hoe beweging een preventieve rol kan spelen in het risico om osteoporose te
ontwikkelen te doen dalen?
- gewichtdragende oefeningen
- bewegen in het water
- kacht- en balansoefeningen
3.7. Geef de wetenschappellijke richtlijnen over hoeveel koolhydraten een duursporter moet
innemen als hij intensief sport.
3.8. Geef 3 kenmerken van een “hypertone” sportdrank.
- Hypertone sportdrank blijft langer in de maag, als er +- 8 gram Kh per 100ml inzitten,
worden minder snel opgenomen
BIJLAGEN DIE JE TER BESCHIKKING KRIJGT INDIEN NODIG
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisedezutter. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.16. You're not tied to anything after your purchase.