Interculturele aspecten van opvoeding, onderwijs en hulpverlening (6471ICASP)
Summary
samenvatting college 3 interculturele pedagogiek
8 views 0 purchase
Course
Interculturele aspecten van opvoeding, onderwijs en hulpverlening (6471ICASP)
Institution
Universiteit Leiden (UL)
Dit is een samenvatting van college 3 van het vak interculturele pedagogiek. Hierin komen specifiek jongeren met een migratieachtergrond aan bod. Eerst wordt er aan de hand van verschillende indicatoren (armoede, eenoudergezinnen, jeugdwerkeloosheid en jeugdhulp) gekeken naar hun positie en deelnam...
Interculturele aspecten van opvoeding, onderwijs en hulpverlening (6471ICASP)
All documents for this subject (64)
Seller
Follow
naomikantebeen
Reviews received
Content preview
College 3: Jeugd met een migratieachtergrond
3.1, leefomstandigheden van kinderen met een migratieachtergrond
In de volgende tekst komen verschillende indicatoren voor de leefomgeving van kinderen met
een migratieachtergrond. Deze vormen een bepaald beeld waarmee de gemeentes inzichten
krijgen en aangesproken kunnen worden op hun beleid. Data wordt verzameld door KIT
(Kinderen In Tel), die zich inzetten voor de leefbaarheid van kinderen, sinds kort vooral de
leefbaarheid van kinderen met een migratieachtergrond. Hieruit is bijvoorbeeld gebleken dat het
verschil tussen goede wijken en slechte wijken voor kinderen steeds groter wordt.
De eerste indicator is kinderen in armoede
(0-17-jarigen die in een uitkeringsgezin
leeft). Er is sprake van een stijging (van
4,97% in 2009 naar 6,58% in 2015). Het
CBS rekent alle gezinnen die onder de lage
inkomensgrens leven; zij komen uit op 12%
in 2014. Er zijn twee keer zoveel kinderen
met een migratieachtergrond die in
armoede leven (als je in percentages kijkt
zelfs zes keer zoveel) en kinderen met een
niet-westerse migratieachtergrond lopen
een nog groter risico. Ook speelt het vaak
langer in niet-westerse gezinnen.
Een van de mogelijke verklaringen is de arbeidspositie van de ouders, vanwege taalproblemen of
een lagere of niet-erkende opleiding. Ook kan het komen doordat de meeste kinderen opgroeien
in een een-oudergezin. Zelfs als beide ouders aanwezig zijn, werkt de moeder vaak niet,
waardoor het gezin alsnog kwetsbaar is voor een laag inkomen of het kwijtraken van de baan van
de kostwinner. Verder zou het kunnen komen door weinig sociale netwerken.
Gevolgen van het opgroeien in armoede voor kinderen is dat het isoleert en het hen belemmert
in hun ontwikkelings- en opleidingskansen. Ook worden ze er dagelijks mee geconfronteerd en is
er veel niet mogelijk. Daardoor hebben ze ook vaker een slechte gezondheid en zijn ze vaker
onveilig gehecht of hebben ze andere psychologische problemen. Verder verhoogt het de kans
op kindermishandeling. Als laatste verlaagt het de maatschappelijke participatie van kinderen,
wat voor de integratie zeer onwenselijk is.
Vanaf 2017 wordt er jaarlijks 100 miljoen euro beschikbaar gesteld voor iedere gemeente dat bij
kinderen terecht moet komen. Dit kan gebruikt worden in het financieren van activiteiten of
extra ondersteuning bij psychologische problemen of veerkracht en zelfredzaamheid. De
Rijksoverheid moet erop toezien dat dit ook echt
gebeurd en gemeentes moeten ervoor zorgen
dat dit haalbaar is en dat het kinderen bereikt.
De tweede indicator is een-oudergezinnen. In
deze situatie worden alleen minderjarige
kinderen meegerekend. Ook hierin was er sprake
van een toename (9,6% in 2005 vs. 22,9% in
2015), met name onder allochtone gezinnen. Het
, percentage is aanzienlijk lager bij Nederlandse gezinnen. Ook hierbij geldt dat kinderen met een
niet-westerse achtergrond vaker opgevoed worden door een ouder. Echter is er wel sprake van
een daling bij niet-westerse gezinnen, met name Surinaamse en Antilliaanse.
Een verklaring kan liggen bij culturele verschillen. In Suriname en de Antillen is het bijvoorbeeld
vrij normaal dat dit gebeurt en staan ze er vaak niet alleen voor. Meisjes worden hierop
voorbereid en moeders krijgen steun van de gemeenschap. De ouder ondervindt er vaak minder
last van. Bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse gezinnen ligt dit anders. Voor hen ligt er meer
taboe op het onderwerp.
Een-oudergezinnen ontstaan meestal door scheiding. Dit heeft invloed op het inkomen en
vergroot de kans om in armoede te leven. De meeste gevolgen komen dus overeen met de
gevolgen van armoede. Ook de scheiding zelf kan een rol spelen in een aantal gevolgen, zoals
probleemgedrag.
Een derde indicator is de jeugdwerkloosheid.
Dit zijn werkzoekende jongeren van 15-22 jaar
zonder baan. Ook hierbij is te zien dat dit
vaker voorkomt bij kinderen met een
migratieachtergrond, met name niet-westerse
kinderen. Omdat veel kinderen nog naar
school gaan op deze leeftijd, wordt er nu data
verzameld van jeugd van 15-25 jaar.
Er is sprake van een daling bij zowel
Nederlandse jeugd als (niet-)westerse jeugd en
het verschil tussen de groepen wordt kleiner.
Een van de redenen voor de hoge
werkeloosheid bij jongeren met een
migratieachtergrond zou kunnen zijn dat ze
gemiddeld lager opgeleid zijn. Op zowel de
basisschool als de middelbare school scoren zij
lager en er zijn minder kinderen die op het
hoger onderwijs zitten. Een andere reden is
dat het netwerk van deze kinderen vaak
kleiner is en ze dus minder makkelijk aan een baan kunnen komen. Ook bereiken werkgevers
deze etnische groepen minder goed. Hierbij komt kijken dat werkgevers jongeren met een niet-
westerse achtergrond lager inschatten waardoor ze minder vaak worden aangenomen. Verder
zou het zo kunnen zijn dat jongeren met een migratieachtergrond sneller een studie kiezen die
minder goed aansluiten op de Nederlandse arbeidsmarkt. Door al deze verklaringen hebben ze
minder werkervaring, wat opnieuw zorgt voor een verkleinde kans op een baan.
Gevolgen van een hoge jeugdwerkeloosheid is dat deze jongeren later ook moeilijker aan een
baan komen. Een ander probleem is het verhoogde risico op marginalisering (geïsoleerd raken
van de samenleving). Ze gaan vaker zwart werken, zeker jongeren die discriminatie meemaken.
Dit verhoogt weer het risico op criminaliteit, radicalisering tegen de overheid, drugsgebruik en
psychische problemen.
Sinds 2015 is de overheid begonnen met de City Deal, waarin vernieuwde oplossingen kwamen
voor werkeloosheid en hier actief mee aan de slag is gegaan. Het percentage is gestegen, maar
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller naomikantebeen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.81. You're not tied to anything after your purchase.