- Optimale lichamelijke en mentale ontwikkeling
- Eerste 1000 dagen kritieke periode
- Basis latere voedingsgewoonten: jong geleerd is oud gedaan
- Meerdere betekenissen:
Voorwaarde voor groei
Bevredigend
Sociale en affectieve waarde hechting
Van voeding = verzorger naar meer zelfstandigheid en eigen stijl
- 3 fasen:
Enkel melkvoeding (0-6 maanden)
Voedseldiversificatie: smaken leren kennen (6-10 maanden)
Gezinsvoeding (peuter en kleuter)
- Speciale eisen
Geen volwassene in het klein
Groei
Capaciteiten van het lichaam
Vatbaarder voor infecties
- Voedingsproblemen: gezondheid, opvoeding of relationeel
2. Parameters voor een goede voedingstoestand bij het jonge kind
2.1 Inleiding
Vanaf geboorte zijn voeding en omgeving van toenemend belang.
Groei: belangrijke indicator
- Gezondheid, voedingstoestand en welzijn kind
- Gezondheid, welvaart bevolking
- Lengtegroei en gewichtstoename
- Gaat in eerste jaar x3
Vorm en proporties
- De hersenen vermeerderen zich
Lichaamssamenstelling
- Spiermassa neemt toe
- Botmassa neemt toe
- Vochtmassa neemt procentueel af,
verhouding intracellulair/extracellulair vocht verandert alsook
verhouding tot celmassa
- Vetmassa neemt toe, dan af en vanaf 6 jaar weer toe
Voor- en nadelen
Een algemene beoordeling op het zicht of met de resultaten van een
medische anamnese zijn subjectieve methodes mensen vergeten
dingen te zeggen of verzwijgen dingen. Biochemische bepalingen zijn
objectiever en specifieker. Men kan daarmee ook nagaan welke
nutriënten tekort zijn. Maar het is wachten op resultaten en een prikje
is ook pijnlijk. Bovendien zijn deze parameters ook leeftijdsspecifiek en
beïnvloedbaar door ziekte. Om te beoordelen of zuigelingen, kinderen
en jongeren in een goede voedingstoestand verkeren, worden
doorgaans antropometrische parameters gebruikt. Antropometrie
omvat metingen van de variatie in lichamelijke afmetingen en de grove
samenstelling van het lichaam.
Pagina 2 van 111
, Antropometrie
= metingen van de variatie in lichamelijke afmetingen en grove
samenstelling van het lichaam.
Antropometrische bepalingen:
- Lengte voor leeftijd
- Gewicht voor leeftijd
- Hoofdomtrek: 0-3 jaar
- Gewicht voor lengte <2 jaar
- BMI voor leeftijd: 2-20 jaar
- Jaarlijkse toename in gestalte
- Andere: bovenarmomtrek, huidplooimeting, pubertaire ontwikkeling
Groeicurven
- Vlaamse groeicurven
- Groeicurven van de WHO
- Kind volgen in de tijd
- Normale variatie
- Percentielen
- Standaarddeviatiescore
Om te bepalen of de individuele groei van een kind valt binnen de normale
variatie of niet, kan men gebruik maken van percentielen of
standaarddeviatiescore.
Percentielen geven aan onder welke waarde een bepaald percentage van
de populatie kinderen valt. De waarde op de P 50 komt dan overeen met
de mediaan. Als een kind zich bv. bevindt op percentiel 75 op de
percentielkaart gewicht voor leeftijd, dan betekent dit dat op 100 kinderen
van die leeftijd 75 kinderen minder wegen en 25 meer. Dit wil dan zeggen
dat het kind eerder zwaar is voor zijn leeftijd.
De Standarddeviatiescore (= SD score/SDS score/Z-score) wordt als
volgt berekend:
(gemeten waarde – mediaan voor leeftijd) / SD voor leeftijd van referentie
Adiposity rebound
= Tweede stijging in BMI tussen de leeftijd van 3-7 jaar.
Te zien op een curve waar er een knik is.
De BMI daalt aanvankelijk in functie van de leeftijd om dan doorgaans rond de
leeftijd van 6 jaar terug te stijgen. Een vroege ‘adiposity rebound’ wordt in
verband gebracht met het risico op overgewicht op latere leeftijd.
Pagina 3 van 111
, Gewichtsindex
= methode om overgewicht en obesitas bij kinderen te bepalen.
Hierbij wordt de BMI van het kind vergeleken met de mediane BMI
(BMI P50) van kinderen van hetzelfde geslacht en dezelfde leeftijd:
% overgewicht = (huidige BMI / p50 BMI x 100) %
De p50 of BMI bij SDS-score 0 kan afgelezen worden op de Vlaamse
groeicurven. Vanaf 120% overgewicht, vanaf 140% obesitas klasse 1,
vanaf 160% obesitas klasse 2 en vanaf 180% obesitas klasse 3.
Kritische bedenkingen
- Om te bepalen of een kind moet doorverwezen worden voor verdere
opvolging zijn zowel de absolute meetwaarde op een bepaald
moment als de evolutie in meetwaarde belangrijk.
- Wanneer een kind niet volgens de verwachtingen groeit moet verder
nagedacht worden over de oorzaak. Een afwijkende groei wordt
namelijk niet alleen bepaald door een niet optimale voeding. Ook
populatieverschillen, genetische factoren of ziekte kunnen van
invloed zijn. Voor kinderen met bv. het syndroom van Down gaat
men best op zoek naar aangepaste groeicurven.
- Een normale groei-evolutie is een indicatie voor een goede voeding
maar bewijst niet helemaal dat de voeding optimaal is.
- Percentiellijnen moeten correct geïnterpreteerd worden. Hoewel een
kind bij normale groei doorgaans een bepaalde lijn volgt, toch kan
het normaal zijn dat een kind in bepaalde fasen van zijn
ontwikkeling licht afwijkt van de percentiellijn die hij voordien leek
te volgen. Een kind hoeft ook niet noodzakelijk op de P50 te zitten.
- Met de SD-score kan men exact weergeven in welke mate het kind
afwijkt ten opzichte van de mediaan.
- De interpretatie van BMI verschilt van deze van volwassenen.
- De BMI kan niet gebruikt worden bij oedeem, een symptoom van
eiwitondervoeding. Om eiwitondervoeding op te sporen gebruikt
men bij voorkeur de bovenarmspieromtrek.
- Huidplooimetingen zijn pijnlijker bij zeer jonge kinderen (omdat hun
onderhuidse vetmassa kleiner is) en moeilijk te interpreteren.
- Kinderen die uitsluitend moedermelk krijgen vertonen, in
vergelijking met kinderen die kunstvoeding krijgen, in de eerste 12
à 16 weken een snellere en nadien een tragere gewichtstoename.
Vlaamse groeicurven houden hier geen rekening mee. De curven
van de WHO gaan wel uit van borstvoeding.
Pagina 4 van 111
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller romyhbs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.