Deze samenvatting bevat alles uit het 4 VWO Chemie boek. Alles wat je moet weten van scheikunde uit de vierde klas. De samenvatting is schematisch gemaakt met kleurtjes etc. Wordt al velen jaren gebruikt door mijn medeleerlingen.
Basis scheikunde
- De meeste stoffen bestaan uit moleculen. Deze moleculen zijn opgebouwd uit
atomen.
7 twee-atomige niet-ontleedbare stoffen
- De formules van de niet-ontleedbare stoffen worden aangegeven met het
element symbool en fase aanduiding.
Clair Fietst Naar Haar Oma In Breda
Molecuulmodel
- Het molecuulmodel is een modelvoorstelling van de kleinste
deeltjes van een stof.
- Het geeft weer hoe de kleinste deeltjes in een stof zijn geordend
en hoe die deeltjes zich gedragen.
- Elke stof heeft zijn eigen soort moleculen:
- Water bestaat uit watermoleculen.
- Suiker bestaat uit suikermoleculen.
Vaste stof Vloeistof gas
Macroniveau Hard, moeilijk te Neemt de vorm aan van Neemt de vorm aan
vervormen of het vat waar de vloeistof van het vat waar het
samenpersen. Kan in zit. Kan stromen en gas in zit. Makkelijk
zichzelf niet vervoeren. bewegen. Moeilijk samen te persen.
samenpersen. Oefent druk uit op de
wanden van het vat.
Microniveau De moleculen trillen, De moleculen hebben Bewegen met grote
maar hebben wel een geen vaste plaats, en snelheid door elkaar.
vaste plek. Heel erg bewegen vrij langs Grote afstand tussen
dicht op elkaar. elkaar. Er zit meer de moleculen.
ruimte tussen dan bij de Gasmoleculen botsen
moleculen van een vaak tegen de wand
vaste stof. van het vat, daardoor
oefent een gas druk
uit.
Chemische reacties
- Ontledingsreactie: 1 beginstof verdwijnt en er ontstaan twee of meer reactieproducten: A
→B+C
- Vormingsreactie: (of synthese): twee of meer beginstoffen vormen reactieproducten:
A + B → C (+ D)
- Verbrandingsreactie: de reactie van een stof met zuurstof onder vuurverschijnselen. Als
reactieproducten ontstaan oxiden.
1
,Elke reactie heeft een energie effect
Endotherm Exotherm
- Er is energie nodig - Er komt energie vrij
- Er wordt energie onttrokken uit de - Er wordt energie afgegeven aan de
omgeving. omgeving.
- Zodra de energietoevoer stopt, stopt de - De reactie blijft lopen (na de activering).
reactie
Reactievergelijking opstellen en kloppend maken
1. Schrijf het reactieschema in woorden op.
2. Vervang de namen van de stoffen door formules.
3. Bekijk hoeveel atomen van elke soort voor en na de pijl staan.
4. Maak de reactievergelijking kloppend door coëfficiënten voor de formules te plaatsen. Na
het plaatsen van de coëfficiënt tel je opnieuw het aantal atomen. Deze stap herhaal je totdat
het aantal atomen van elke soort voor en na de pijl klopt.
5. Schrijf achter elke stof de fase.
- Tip! Maak het element pas op het einde kloppend.
- Let op! Index cijfer mag je NOOIT veranderen.
1.1 Drie soorten stoffen
Periodiek systeem
- Bevat alle elementen gerangschikt op atoomnummer.
- Er zijn metalen en niet-metalen (kleinste groep).
- De perioden zijn de horizontale regels; de massa’s lopen op.
- De groepen zijn de verticale regels; elementen met vergelijkbare chemische
eigenschappen.
- Groep 1: alkalimetalen; de metalen reageren goed met water en zuurstof.
- Groep 17: halogenen; dit zijn niet-metalen die erg reactief zijn en schadelijk voor het milieu.
- Groep 18: edelgassen; gassen die niet met andere stoffen reageren.
Drie soorten stoffen
- Moleculaire stoffen bestaan uit niet-metaalatomen
- Zouten bestaan uit een metaalion en een niet-metaalion
- Metalen bestaan uit metaalatomen
Geleiding S L In een oplossing
Moleculaire stoffen Nee Nee Nee
Zouten Nee Ja Ja
Metalen Ja Ja NVT
2
, 1.2 Atoombouw en periodiek systeem
Bouw van een atoom (Bohr)
- Alle massa in de kern: neutronen en protonen
- Elektronen geven volume: aan de buitenkant
- Elektronenschillen:
- 1e schil: 2 elektronen
- 2e schil: 8 elektronen
- 3e schil: 18 elektronen
- Aantal elektronen in een schil: 2N2 (N staat voor het nummer van de schil)
- Elektronenconfiguratie = hoe de atomen zich over de schillen verdeeld hebben (staat in
BINAS 99)
- Valentieschil = de buitenste schil van een atoom dat elektronen bevat.
3 regels voor atoombouw
1. Atoomnummer = aantal p+
2. Voor een ongeladen atoom geldt: aantal e- = aantal p+
3. Atoommassa/massagetal = aantal p+ + aantal n
- Isotopen = atomen met hetzelfde aantal protonen, maar een ander aantal neutronen.
- Chemisch hebben ze bijna dezelfde eigenschappen maar wel een andere atoommassa.
De (relatieve) molecuulmassa
- De molecuulmassa is de som van de massa’s van alle atomen in het molecuul.
1. Wat is de formule?
2. Zoek de atoommassa’s op.
3. Bereken de molecuulmassa
VB:
C6H12O6
C: 12,01; H: 1,008; O: 16,00
6*12,01 + 12*1,008 + 6*16,00 = 180,16 u
1.3 Moleculaire stoffen
Atoombinding (covalente binding)
- Een gemeenschappelijk negatief geladen elektronenpaar houdt de twee positief geladen
atoomresten bij elkaar.
- Beide atomen stellen 1 elektron beschikbaar per binding.
Covalentie
- Covalentie = het aantal bindingen dat een atoom aan kan gaan.
- Octetregel = vuistregel die zegt dat atomen op een zodanige manier combineren dat ze
elk 8 elektronen in hun valentieschil hebben.
- Groep 18 → covalentie van 0
- Groep 17 → covalentie van 1
- Groep 16 → covalentie van 2
- Groep 15 → covalentie van 3
- Groep 14 → covalentie van 4
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ellieeeeeee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.