100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Financiering 2 De financiële functie Beslissingen en Planning $3.21
Add to cart

Summary

Samenvatting Financiering 2 De financiële functie Beslissingen en Planning

4 reviews
 206 views  9 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het gehele boek 'De financiële functie Beslissingen en Planning' vierde druk. Deze samenvatting is inclusief veel voorbeeldopgaven met uitwerkingen. Te gebruiken voor het vak financiering 2. Hoofdstukken: 1. Investeringsbeslissingen 2. Investeringsselectie en onzekerheid 3. Besl...

[Show more]

Preview 4 out of 34  pages

  • Yes
  • March 28, 2018
  • 34
  • 2017/2018
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: frijmersum • 4 year ago

review-writer-avatar

By: juliettesijtsma • 4 year ago

review-writer-avatar

By: rickkt • 4 year ago

review-writer-avatar

By: Yassinleeuw • 5 year ago

avatar-seller
Samenvatting De financiële functie Beslissingen en planning

1. Investeringsbeslissingen

1.1 De investerings- en financieringsbeslissing
Investeringsproces: Het ontwikkelen, beoordelen, selecteren en evalueren van
investeringsprojecten.

Investeren: Het aanschaffen van vaste of vlottende activa door ondernemingen

Partiële financiering: Er is een directe koppeling tussen de investeringsbeslissing en de
financiering van de investering. Bijvoorbeeld: Het kopen van voorraden met behulp van
leverancierskrediet, het kopen van onroerend goed dat met een hypothecaire lening wordt
gefinancierd en financial lease.

Totale financiering: De totale vermogensbehoefte die voortvloeit uit de activa van de
onderneming, voor zover die niet gedekt zijn door vormen van partiële financiering. Voor
deze totale vermogensbehoefte zoekt de onderneming een financiering. Hierbij wordt gelet
op de financieringskosten en op de omvang van het eigen en vreemd vermogen.

Bij het beoordelen van financieringsprojecten gaan we, tenzij anders vermeld, uit van totale
financiering. De investeringsbeslissing en de financieringsbeslissing worden gescheiden.

Primaire geldstromen: Geldstromen,
die rechtstreeks verband houden met
het primaire proces (alle geldstromen
met uitzondering van de geldstromen
van en naar de vermogensmarkt)
(geldstromen die het gevolg zijn van de
investering) Bijvoorbeeld:
geldontvangsten in verband met de
verkochte producten.

Secundaire geldstromen:
Geldstromen naar de vermogensmarkt.
(geldstromen die met de financiering
van de investering te maken hebben).

Resultatenrekening




1

,De beoordeling van investeringsvoorstellen wordt gebaseerd op geldstromen in de toekomst
en dus op verwachte geldstromen. Bij het beoordelen van investeringsalternatieven speelt
onzekerheid (risico) een belangrijke rol.

1.2 Soorten investeringen
1. Verplichte investeringen (bijvoorbeeld investering i.v.m. milieuvoorschriften)
2. Investeringen voor onderhoud, revisie of vervanging van bedrijfsmiddelen
3. Investeringen voor uitbreiding van de capaciteit van de huidige bedrijfsactiviteiten. Bij
dit soort beslissingen is het nodig voorspellingen te doen over de toekomstige vraag
naar het product en mogelijke reacties van concurrenten
4. Investeringen voor het ontwikkelen, in productie nemen en op de markt brengen van
nieuwe producten.

1.3 Het proces van investeringsselectie
Het proces van investeringsselectie kan in een aantal stappen worden opgesplitst:
 Het ontwikkelen van ideeën voor investeringsprojecten
 De voorbereiding van de investeringsvoorstellen
 Het herzien van bestaande investeringsprojecten
 De beoordeling van de investeringsvoorstellen en het opstellen van de
investeringsbegroting
 De uitvoering van de geselecteerde investeringsprojecten
 Het bewaken van de uitgevoerde investeringen en de evaluatie na beeindiging van
het investeringsproject

Top down-proces: van bovenaf worden richtlijnen gegeven aan medewerkers lager in de
organisatie.
Bottum up-proces: investeringsvoorstellen kunnen van alle niveaus binnen een organisatie
afkomstig zijn.
Het top down-proces vult het bottum up-proces aan. Het eerste proces levert richtlijnen op
die een globaal en strategisch karakter hebben, het laatste proces leidt tot meer concrete
investeringsvoorstellen.

Toelichting figuur 1.2
De hoogte van de vereiste vermogenskostenvoet hangt mede af van het risico dat aan een
project verbonden is.

Voorbeelden randvoorwaarden (beperkende factoren): milieueisen, wettelijke voorschriften

Alleen bij investeringen met grote bedragen moet een grondige analyse worden gemaakt. Dit
kan bij veranderingen in vlottende of vaste activa.

1.4 Investeringsprojecten
Investeringsproject: het totaal van investeringen in vaste en vlottende activa, dat nodig is
om een bepaalde investeringsbeslissing uit te voeren.

Gevolg van het investeringsproject = (Verwachte) differentiële primaire geldstromen:
de verschillen tussen de verwachte primaire geldstromen van de onderneming na uitvoering
van het investeringsproject en de verwachte primaire geldstromen van de onderneming voor
uitvoering van het investeringsproject.
Schema:
Onderneming met project Onderneming zonder project Door het project
Ingaande primaire Ingaande primaire Differentiële ingaande
geldstromen geldstromen primaire geldstromen



2

, Uitgaande primaire Uitgaande primaire Differentiële uitgaande
geldstromen geldstromen primaire geldstromen

Saldo primaire Saldo primaire Differentiële primaire
geldstromen geldstromen geldstroom

Bij het berekenen van de differentiële geldstroom wordt er uitgegaan van primaire
geldstromen na aftrek van de vennootschapsbelasting. Secundaire geldstromen worden
buiten beschouwing gelaten.

Voorbeeld 1
Gegevens
 Investering (op t = 0) € 610.000
 Economische levensduur 4 jaar
 Bedrijfseconomische restwaarde € 40.000
 Fiscale restwaarde € 10.000
 Vereiste vermogenskostenvoet 8%
 Aangetrokken vreemd vermogen € 400.000 (tegen 5%)
 Resultatenberekening
Jaar 1 tot en met jaar 4
Omzet € 1.000.000
Kosten met uitzondering van afschrijvingskosten
en interestkosten € 550.000 -
EBITDA € 450.000
Afschrijvingen ((610.000 - 40.000)/4) € 142.000 -
EBIT = Bedrijfsresultaat € 307.500
Interestkosten € 20.000 -
Resultaat voor belastingen € 287.500
Vennootschapsbelasting (30%) € 86.250 -
Bedrijfseconomisch resultaat na belastingen € 201.250
 Veronderstellingen
- Afschrijving = gelijke bedragen per jaar
- Opbrengsten/kosten ontstaan aan einde jaar
- Vpb = 30%
- De (bedrijfseconomische) restwaarde wordt aan het einde van jaar 4
ontvangen. Deze restwaarde is niet verwerkt in tabel 1
- Omzet leidt direct tot geldontvangsten, kosten (met uitzondering
afschrijvingen) leiden direct tot uitgaven

Gevraagd
1. Bereken ten behoeve van de investeringsbeoordeling van project Aero de primaire
geldstromen aan het einde van jaar 1 tot en met jaar 3 (1 berekening  ieder jaar is
hetzelfde).
2. Bereken ten behoeve van de investeringsbeoordeling van project Aero de primaire
geldstromen aan het einde van jaar 4. Hierbij moet, naast de geldstromen van vraag
a, ook rekening worden gehouden met de geldontvangsten in verband met de
restwaarde van het project.
3. Geef een verklaring voor het feit dat de vereiste rentabiliteit voor dit project hoger is
dan de interest over het extra aan te trekken vreemd vermogen
4. Geef het verband aan tussen het verloop van de fiscale Ebit na
vennootschapsbelasting en het verloop van de differentiële primaire geldstromen.

Uitwerking
1. Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks

3

, Resultaten Ingaande Uitgaande
berekening primaire geldstroom primaire geldstroom
(excl. interestkosten)
Omzet € 1.000.000 € 1000.000
Kosten met uitzondering
van afschrijvingskosten en
interestkosten € 550.000 - € 550.000
EBITDA € 450.000
Afschrijvingen
((610.000 - 10.000)/4) € 150.000 -
EBIT (fiscaal)
= Bedrijfsresultaat € 300.000
Vpb over EBIT (30%) € 90.000 - € 90.000
Fiscale EBIT na Vpb € 210.000
Fiscale afschrijvingen € 150.000 + € 1000.000 € 640.000
Differentiële primaire
geldstroom € 360.000 + € 360.000 +

2.
Bedrijfseconomische restwaarde € 40.000
Fiscale restwaarde € 10.000 -
Boekwinst € 30.000
Te betalen Vpb over boekwinst (30%) € 9.000 -
Boekwinst na aftrek Vpb € 21.000

Jaarlijkse primaire geldstroom (zie a) € 360.000
Ontvangst (bedrijfseconomische) restwaarde € 40.000 +
€ 400.000
Te betalen belasting over boekwinst € 9.000 -
Differentiële primaire geldstroom eind jaar 4 € 391.000 +

3. Naast het vreemd vermogen moet er ook nog eigen vermogen worden aangetrokken
voor de financiering van het investeringsproject. De verschaffers van het eigen vermogen
vragen blijkbaar een hogere vergoeding dan 5%, waardoor de vermogenskosten
(=kosten van het eigen en vreemd vermogen) op 8% uitkomen.




4. De som van de differentiële primaire geldstromen over de hele projectduur gemeten komt
overeen met de som van de fiscale Ebit's na vennootschapsbelasting van het project.
Als er geen transacties met de vermogensmarkt plaatsvinden, dan is de som van de primaire
geldstromen bovendien gelijk aan de mutatie liquide middelen (en dus ook aan ebit na vpb).

1.5 Methoden om investeringsvoorstellen te beoordelen
De methoden die gebruikt worden om de financiële aantrekkelijkheid van investeringen te
beoordelen, kun je in 2 globale groepen verdelen:


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller accountancy2019. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53920 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  9x  sold
  • (4)
Add to cart
Added