100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Basisbegrippen $11.28
Add to cart

Summary

Samenvatting Basisbegrippen

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting Basisbegrippen

Preview 4 out of 87  pages

  • December 30, 2023
  • 87
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
BASISBEGRIPPEN
I) WAT IS RECHT?
Hoofdstuk 1: Het recht als een geheel van gedragsregels
Afdeling 1: enkele definities
A. “Objectief recht” en “subjectieve rechten”
 Objectief recht: geheel van regels die op een bepaald moment en een bepaalde
plaats gelden
 Subjectieve rechten: door het recht bekrachtigde aanspraken die rechtssubjecten
kunnen laten gelden op bepaalde zaken/voorwerp/goed of bepaalde personen
(aanspraken van rechtssubjecten)
B. “Privaatrecht” en “publiekrecht”
 Privaatrecht: horizontale rechtsverhoudingen, tussen private
personen/rechtssubjecten/burgers
 Publiekrecht: verticale rechtsverhouding, regelt de uitoefening van het staatsgezag
(verhouding overheid en burger waarbij burger in ondergeschikt verband staat +
tussen de verschillende overheden)
o Overheid sterker dan de burger
1. Bronnen van Belgisch privaatrecht (art. 1.1 BW)
 Oud BW en BW: de (her)codificatie is nog niet compleet
 Bijzondere wetten
o Wetten naast het BW
o Materies die behoren tot:
 Bevoegdheid van de federale overheid maar nog niet zijn
gecodificeerd
 Bevoegdheid van de federale overheid die buiten het BW zijn
gecodificeerd
 Bevoegdheden van de gemeenschappen
 Bevoegdheden van de gewesten
 De gewoonte
o Een regel die voortvloeit uit een bestendig gebruik waarvan het bindend
karakter steun vindt in de algemene overtuiging
o Verschil gewoonte en gebruik: gewoonte heeft algemeen aanvaard bindend
karakter, gebruik niet
 De algemene rechtsbeginselen
o Bv: verbod van dwang uitvoering op de persoon mag niet
2. Vervaging van klassieke onderscheiden
 Privaat – publiek
o In privaatrecht steeds vaker dwingende regels en regels van openbare orde,
terwijl dit vroeger alleen in het publiekrecht mogelijk was
o Meergelaagde rechtsorde (zorgt voor meer copmlexitiet)
 Materieel – formeel

, o Materieel recht: gaat over inhoud van gedragsregels
o Formeel recht: gaat over handhaving van de materieelrechtelijke regels
(procesrecht)
o Vervaging: procesrecht vroeger bij uitstekt publiekrecht, maar vandaag ook
burgerlijk procesrecht en publiek procesrceht + allternatieve oplossing buiten
de rechtbank
C. Rechtsfeiten, rechshandeligen en rechtsgevolgen
 Rechtsfeiten: feiten waaraan de rechtsregels gevolgen verbindt
 Rechtshandelingen: wilsuiting waarbij een of meerdere personen de bedoeling
hebben om rechtsgevolgen te doen ontstaan (art. 1.3, eerste lid BW)
 Rechtsgevolgen: gevolgen die het recht kopppelt aan feiten die beantwoorden aan
de hypothese die in de norm vervat zit

Afdeling 2: Centrale elementen in het begrip recht
A. Een gehele van gedragsregels met een institutioneel en begripsmatig kader…
 Schrijven een gedragswijze voor
o Bevel of verbod, van verschillende intensiteiten
 Toepasbaarheid afhankelijk van de wil van de burgers (bv: regels enkel
voor echtgenoten)
 Dwingende, openbare orde of aanvullende regels
o Super dwingend/openbare orde (art. 1.3, derde lid BW)
o Dwingend
o Aanvullend (men kan zelf geldig een afwijkende regeling bedingen die afwijkt
en voorrang heeft op de wijze waarop de wet dezelfde rechtsverhoudingen
regelt)
 Gedragsregels kern van objectief recht + bijkomende voorschriften
o Voor de formulering, toepassing en afdwinging van de gedragsregels
B. …opgelegd door de maatschappij…
 Via wetgevende organen (gekozen door de maatschappij)
o Aan de hand van maatschappelijke gebeurtenissen (daarom hinkt recht
achterop)
C. …met als doel: de ordening van de maatschappij.
 Evenwicht verzekeren tussen conflicteren belangen van de verschillende leden van
de maatschappij
o Kan enkel bekomen worden door beperkingen op te leggen aan eenieders
vrijheid
 Vormgeven aan de onontbeerlijke samenwerking tussen de leden van de
maatschappij



 De kwaliteit van deze ordening is afhankelijk van drie parameters

, o Rechtszekerheid (is er niet)
 Voorspelbaarheid (Nemo censetur ignorare legem: niemand wordt
geacht de wet niet te kennen)
 Is er niet: te veel recht
 Vastheid
 Rechtsregels mogen niet te frequent veranderen
 Is er niet: te veel veranderingen
 Algemeenheid
 Algemene draagwijdte, niet beperken tot één geval
 Is er niet: op elke regel praktisch een uitzondering
 Onderlinge consistentie
 Is er niet: te veel verandering van regelgever die andere
accenten legt
o Rechtvaardigheid
 Verschilt van plaats en tijd
 Is evolutief, maar met harde kern van immer te respecteren waarden
 Bv: 30 jaar geleden kinderen die uit een buiten echtelijke
relatie komen geen erfrecht, vandaag elk kind gelijk
behandelen
 Leidt tot juridisch pluralisme
o Doeltreffendheid
 Middelen aangepast aan de doelstellingen
 Meestal te vinden in memorie van toelichting van een wet
 In België geen gewoonte van wetsevaluatie
D. Rechtsregelen worden gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag
 Uitvoerende macht (regering) staat in voor de uitvoeringsmaatregelen
 Rechterlijke macht (magistratuur) staat in voor de sanctionering
o Initiatief tot handhaving is verschillend in privaat- en publiekrecht
 Privaatrecht: initiatief ligt bij burger, zelf rechten afdwingen
 Publiekrecht: initiatief ligt bij overheid, top-down optreden
E. Synthese
(Continentaal) recht is dus:
 Een geheel van gedragsregels en ermee samenhangende institutionele voorschriften
 Uitgevaardigd en gehandhaafd door of krachtens het maatschappelijk gezag
 Met het oog op een rechtszekere, rechtvaardige en doeltreffende ordening van de
maatschappij




II) BASISBEGRIPPEN

, Hoofdstuk 1: Rechtssubjecten
Afdeling 1: begrippen
“Rechtssubject”
 “Persoon” voor wie de rechtsnorm rechten en plichten meebrengt
 Twee soorten: natuurlijkepersonen en rechtspersonen
o Persoon in het recht: iedere drager van rechten en plichten
“Rechtsfeiten”
 Het overkomt je, maar waaraan rechtsgevolgen zijn gekoppeld
“Rechtshandeling” (zie codex)
 Wilsuiting waar die een rechtssubject doelbewust stelt om rechtsgevolgen tot stand
te brengen
(Juridische) “persoonlijkheid”
 = geheel van rechten en plichten van een rechtssubject
 2 facetten: staat en bekwaamheid
Staat van de persoon
Art. 6, §2 oud BW
 Rechtspositie = status
 Zijn voor iedereen anders ingevuld
 Onderscheid met betrekking tot het bezit en de uitoefening van rechten
Drie elementen
 Staat in de maatschappij
o Bv: verschil tussen Belg en vreemdeling voor stemmen
 Staat in de familie
o Afstamming en partnerschap
 Staat als enkeling
o Fysieke elementen
 Bv: Leeftijd en in leven of dood zijn
o Psychische elementen
 Geestestoestand, gezondheidstoestand, …
o Civielrechtelijke elementen tot identificering van de persoon
 Bv: voornaam, familienaam, geslacht, …
Verkrijging van elementen van de staat van de persoon is afhankelijk van
 Rechtsfeiten
o Bv: geboorte
 Materiële rechtshandelingen
o Bv: erkenning van de vader van een kind
 Rechterlijke uitspraken
o Bv: echtscheidingsvonnis
 Een wet (in formele zin)
o Bv: naturalisatiewetten
Niet verwarren met burgerlijke stand (art. 6, §1 oud BW)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jananderson. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.28
  • (0)
Add to cart
Added