100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 'Een inleiding tot de veterinaire epidemiologie' $4.82   Add to cart

Summary

Samenvatting 'Een inleiding tot de veterinaire epidemiologie'

 144 views  2 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting van het boek 'een inleiding tot de veterinaire epidemiologie' van professor Jeroen Dewulf. Samenvatting staat in volgorde van de lessenreeks. Hoofdstuk 6-13-14 zijn niet opgenomen in de samenvatting, dit is geen examenstof.

Preview 4 out of 25  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1-2-3-4-5-7-8-9-10-11-12
  • March 29, 2018
  • 25
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting
veterinaire
epidemiologie
CURSUS VAN PROFFESOR JEROEN DEWULF
LINDA FRANKEN

,1. Basis epidemiologische concepten
1.1 Oorzaken van zeikte in een historisch perspectief
Postulaten van Koch:
1. Agens is aanwezig bij alle dieren die de ziekte hebben.
2. Agens komt niet voor bij dieren met een andere ziekte of bij niet-zieke dieren.
3. Agens kan in reincultuur geïsoleerd worden uit zieke dieren.
4. Wanneer het agens geïsoleerd wordt uit een ziek dier en een ander dier wordt
experimenteel geïnfecteerd hiermee, dan moet dit dier dezelfde ziektesymptomen
ontwikkelen.
Zijn niet van toepassing op metabole ziekten.

1.2 Het multifactoriële karakter van de ziekte
Veel ziekten zijn multfactorieel. De moderne epidemiologie gaat opzoek naar de factoren die invloed
hebben op het al dan niet ontstaan van een zeikte, de verspreiding ervan en de mogelijke manieren
van controle of prevente.

Postulaten van Evans:
1. De proporte dieren met de ziekte moet signifcant hoger zijn in de groep blootgesteld aan de
risicofactor dan in de groep die niet blootgesteld is aan de risicofactor.
2. De groep dieren met de ziekte moet signifcant meer blootgesteld zijn aan de risicofactor dan
de groep dieren zonder ziekte.
3. Het aantal nieuwe gevallen van ziekte moet signifcant hoger zijn in de groep dieren
blootgesteld aan de risicofactor in vergelijking met de groep dieren die niet blootgesteld is.
4. In de tjd gezien moet de ziekte volgen op blootstelling aan de risicofactor, rekening houdend
met de incubateperiode.
5. Een spectrum aan gastheerreactes variërend van mild tot uitgebreid moet volgen op de
blootstelling aan de risicofactor.
6. Een meetbare gastheerreacte (bijvoorbeeld: antstooene moet regelmatg voorkomen bij
dieren blootgesteld aan de risicofactor, terwijl deze reacte bij niet-blootgestelde dieren niet
mag voorkomen.
7. Onder experimentele omstandigheden moet de ziekte meer frequent voorkomen bij dieren
blootgesteld aan de risicofactor dan bij dieren die niet blootgesteld zijn aan de risicofactor.
8. Het wegnemen van de risicofactor moet het aantal nieuwe gevallen doen dalen.
9. Het versterken of verbeteren van de reacte van de gastheer (bijvoorbeeld: vaccinatee op
blootstelling aan de risicofactor moet de frequente van voorkomen van de ziekte doen
dalen.
10. Alle verbanden tussen ziekte en de risicofactor moeten biologisch verklaarbaar zijn.
Conclusie: de relate tussen ziekte en risicofactoren is niet zwart-wit.


1.3 Het verband tussen ziekte en risicofactoren
Indelen van risicofactoren
Manier 1:
In de epidemiologische driehoek worden oorzakelijk factoren toegekend van een ziekte toegekend
aan de gastheer, omgeving of het oorzakelijk agens. Oorzakelijk agens kan een onderdeel van de
omgeving zijn.  Prevente en controle moet naast bestrijding ook gericht zijn op het verbeteren van
de leefomstandigheden. (Figuur 1e

1

,Manier 2:
Er kan ook gekeken worden naar de intrinsieke en extrinsieke natuur van de risicofactoren. Intrinsiek
 fysische of fysiologische eigenschappen van de kiem/gastheer. Extrinsiek  alle
omgevingsfactoren die invloed uitoefenen op zowel kiem als gastheer. Ziekte  onevenwicht tussen
de factoren. (Figuur 2e
Manier 3:
Er wordt gekeken naar het noodzakelijk of bijdragende karakter van de risicofactoren:
- Noodzakelijke factoren: moeten aanwezig zijn om ziekte te veroorzaken. Als de risicofactor
aanwezig is of dit niet per se te leiden tot ziekte.
- Bijdragende factoren: dragen bij aan de kans op ziekte. Risicofactor is noch voldoende noch
noodzakelijk om ziekte te veroorzaken.
- Voldoende factoren zullen altjd resulteren in ziekte. Ze kunnen bestaan uit één specifeke
factor of een samenstelling van verschillende factoren.




Figure 1
Figuur




2. Voorkomen van ziekte
2.1 Tellen van gebeurtenissen
Tellen van gebeurtenissen is de basis van de descripteve of beschrijvende epidemiologie:
- Observeren en registreren van ziekten in functe van tjd en ruimte en het beschrijven van
mogelijke oorzaken van deze ziekten.
Antwoord geven op:
- Welke ziekte komen voor?
- Wat is de frequente van Figuur 1
voorkomen?
- Welke diersoorten en welke leefijdsgroepen zijn aangetast?
- Waar komen deze ziekte voor? (spatale spreidinge
- Wanneer komen deze ziekte voor? (temporale spreidinge
- Wat is de mate van economische schade?
Er wordt gewerkt met steekproeven
- Representatef en voldoende groot  uitspraak doen over de hele populate.
- Goede defnite van het kenmerk/ziekte.
- Goede interpretate van de testuitslag.
- Goede diagnostek

2

, Daarnaast worden ook andere parameters zo correct mogelijk beschreven in de epidemiologie.
Voor een goede beschrijving is de geografsche spreiding van het voorkomen van de gevoelige
diersoorten ook van belang.
- Voorkomen van ziekte kan relatef beschouwd worden t.o.v. aantal aanwezige gevoelige
dieren/bedrijven.
- Risico op verspreiding in de omgeving inschaten.

2.2 Endemische en epidemische ziekten
2.2.1 Defnitie van ziekten
Ziekte:
- Toestand waarin de gezondheid of het
functoneren van het dier suboptmaal is.
Bekeken vanuit dier of eigenaar.
- Kan zowel infecteus al niet-infecteus zijn en
verschillende vormen hebben.
- Kans op detecte wordt groter of kleiner
afankelijk van verschijningsvorm. (fguur 3e
Subklinische ziekten (infecteus zonder uitng van ziektee
zijn het gevaarlijkst omdat:
1e Je ziet de ziekte niet maar de dieren zijn wel een potentële
Figuur 2 bron van infecte.
2e De dieren gaan suboptmaal produceren.
3e Dierenartsen zijn niet getriggerd om naar deze dieren te kijken, ze zouden meer aandacht
moeten krijgen.
2.2.2 Endemische situatie
- Situate is stabiel en er is weinig variate in de frequente  voorspelbaar voorkomen.
- Ook niet-infecteuze ziekten kunnen endemisch voorkomen.
2.2.3 Epidemische situatie
- Plotselinge, duidelijke en onverwachte stjging van het aantal ziektegevallen in een bepaalde
populate over een bepaalde periode.
- Evenwicht tussen gastheer en agens is verstoord ten voordele van het agens  vaak bij
ontstaan nieuwe stam agens of agens komt in een totaal gevoelige populate.
Onderscheidt epidemisch en endemische ziekten:
- Dient binnen bepaalde geografsche grenzen beschouwd te worden  ziekte kan in Amerika
epidemisch zijn, terwijl het in Europa endemisch is.
- Met tjd begrenst  epidemie kan na verloop van tjd overgaan in een endemie.
Pandemie = een epidemie die zich uitspreidt over verschillende landen/contnenten/wereld.
Arbovirus-epidemie (virale ziekten die via vectoren worden overgedragene:
- Epidemische curve heef ander uitzicht  spreiding van het virus wordt sterk beïnvloed door
de aanwezigheid en actviteit van de vector.
- Vaak eerste kleine uitbraak in zomerseizoen, afname in de winter, hevige uitbraak in volgend
zomerseizoen. (Mits infecte tjdens periode van inactviteit kan overlevene. 3 e jaar is de
populate vaak in grote mate geïmmuniseerd  enkel nieuwgeboren dieren zijn gevoelig 
endemische situate.
Tijdens de eerste uitbraak begint het op 1 locate terwijl het tjdens de tweede uitbraak wel
op 100 locates kan starten  tweede uitbraak is heviger dan eerste.



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LindaFranken1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.82  2x  sold
  • (0)
  Add to cart