Een volledige samenvatting van module 5 uit het boek Leren in maatschappelijk onderwijs. De samenvatting bevat ALLE belangrijke termen, definities, voorbeelden etc. alle overbodige info werd eruit gelaten. Veel succes! :)
LIMBO – MODULE 5
INLEIDING
Kern van leren (volgens cognitief perspectief) = opname, verwerking en opslag van informatie
LEREN: EEN ACTIEF & CONSTRUCTIEF PROCES
= Iets wat de lerende zelf doet (in fysische en sociale omgeving) leidt tot leerresultaat
Dat iemand anders niet kan helpen (materiaal, feedback, aanwijzingen…)
Analogieën = onjuist en misleidend, vb. machine waaraan onderdeel wordt toegevoegd
Er is nooit een rechtstreekse band tussen wat onderwijsgevende aanreikt/demonstreert en
wat er met de lerende gebeurt
Te maken met welke denk- en leeractiviteiten lln stelt (= constructivisme)
& zelfkennis construeren door info te combineren met eigen voorkennis (vb.: aardbol tekenen in de klas)
Vorming van onderwijs
- Kritiek: leerkrachtgestuurd onderwijs (rol lln beperkt)
Maar ook actief en constructief leren => wanneer lln zelf info tracht te begrijpen door in verband te brengen met
reeds aanwezige voorkennis samenvatten/schematiseren, leer-/metacognitievestrategieën hanteren
- Pleidooi: inspelen basiskenmerk van leren: leerlinggestuurd-, probleemgestuurd- en
projectgebaseerdonderwijs
Leerkrachten beschikken over
Omvat inzichten over hoe kernbegrippen en vaardigheden
- Content (vakinhouden) knowledge
uit vakgebied bij lln ontwikkelen, welke moeilijkheden en
- Pedagogical (didactische) knowledge
hoe deze via instructiematerialen en -methoden
- Content pedagogical (vakdidactische) knowledge
overwonnen kunnen worden
LEREN BOUWT VERDER OP VOORKENNIS
= Actief en constructief proces, MAAR OOK cumulatief proces
= leren bouwt altijd voor op/ maakt gebruik van kennis
waarover lln op dat moment beschikt (VOORKENNIS)
Leren van zinvol materiaal: leren hoofdstuk leerboek
Leren van zinloos materiaal: willekeurige cijferreeksen terugvallen op beschikbare kennis
Verschillende vormen van voorkennis Vakinhoudelijke voorkennis
Algemene inhoudelijke voorkennis
Belang rol voorkennis (Ausubel; belangrijke voorloper van informatieverwerkingsbenadering)
- Sprake van (zinvol) leren als cognitieve structuur van lln beschikt over steunpunten, kapstok-/anker-begrippen
waaraan nieuwe info kan worden opgehangen
- (OZ): voorkennis = goede voorspeller van de leerprestaties aanvangsprestaties zijn beste voorspeller van
toekomstige leerprestaties
- Voorkennis helpt om nieuwe kennis sneller en gemakkelijker op te nemen, te verwerken en op te slaan in het
geheugen (vb.: cognaten = nacht (BE) – night (EN) – nacht (DE): leerproces taal makkelijker)
Foute voorkennis kan verdere leren belemmeren => gevolgen voor onderwijs
- Lkr bewust dat voorkennis grote invloed heeft op leerproces & dat voorkennis erg divers is tot
verschillende leerwegen leiden en voorkennis soms leerproces verhinderen
- Lkr goed zicht krijgen op de voorkennis van lln binnenklasdifferentiatie
- Lkr beschikken over specifieke onderwijstechnieken
Activeren van voorkennis
Werken met analogieën (vb.: auto – stroom)
1 Refutational text: lln confronteren met tekst waarin misvatting van lln wordt omschreven en vervolgens uitleggen
hoe en waarom kennis fout is en correcte kennis tegenover plaatsen.
, LEREN VEREIST DE INTEGRATIE VAN VERSCHILLENDE SOORTEN KENNIS
3 kritische componenten van expertise geïdentificeerd, veralgemeenbaar over vakgebieden heen:
1. DOMEINSPECIFIEKE KENNIS
Om expertise te verwerven in bepaald gebied: eerst kennis verwerven in verband met inhoud, de inhoud
opdelen in 3 categorieën;
FEITEN
= noodzakelijk voor het begrijpen van teksten over andere culturen, tijden en plaatsen en voor het opzoeken van
informatie; vaak incidenteel (onbewust) maar ook intentioneel (vb.: toetsen, quizzen…)
Onderscheid tussen betekenisloos en betekenisvol leren;
- Zinvol leren: kenniselementen opgeslagen in grotere rationele netwerken “rational learning”
- Zinloos leren: geheugenopslag gebeurt op geïsoleerde wijze
Feitenkennis = eerder betekenisloos leermateriaal, maar betekenis en structuur aanbrengen om leren te
vergemakkelijken doen door: betekenis en structuur te koppelen aan reeds aanwezige info in hun
voorkennis of door onthoudtrucjes en mnemotechnische middeltjes
BEGRIPPEN
= gereedschapskist waarvan lln gebruik maakt om werkelijkheid te begrijpen en te interacteren
Hanteren van begrippen = objecten onderbrengen in klassen (verzamelingen), vervolgens reageren op objecten, op
grond van lidmaatschap van bepaalde klasse i.p.v. unieke kenmerken Categoriseringsproces = onbewust, o.b.v.
Vb.: haai = vis ook kieuwen en onder water zuurstof opnemen bepaalden aspecten van ervaringen
Belangrijk kenmerk: niet losstaan van elkaar; deel van grotere, hiërarchische gehelen (= conceptuele/
begrippenstructuren) algemene begrippen bovenaan, specifiekere begrippen onderaan
Vorming van begrippen
Begrippen van concrete
waarneembare zaken
- Klassieke theorie: definiërende kenmerken die noodzakelijke/voldoende voorwaarden zijn
aard: zintuigelijk
vb.: dier = vogels als het kan vliegen
PROBLEMATISCH: veel begrippen onmogelijk kenmerken te geven die voldoende voorwaarden zijn
- Recentere theorie: categoriseren baseren op prototype met reeks van kenmerken
Principes volgens structuur moeilijker te verwerven en ruimer toepassingsgebied over meerdere inhoudsgebieden
Abstracte begrippen (hogere orde): geen duidelijke referentie in zintuigelijke waarneembare
werkelijkheid => in meer uiteenlopende omstandigheden gebruikt vb. thema, cyclus, ontwikkeling,
aanleiding, oorzaak…
Cognitieve processen bij leren van een begrip
1. Eigen activiteit van de lerende: geen passieve overname maar actief geconstrueerd door handelend en
denkend met materiaal bezig te zijn
2. Begrippen ontstaan niet als alles of nietskwestie : kan al iets weten maar tegelijkertijd ook nog niet alles
3. Begrip wordt geïntegreerd in bestaande begrippenstructuren : bestaande netwerk van begrippen en relaties
radicaal geherstructureerd worden “accommodatie”
4. Van begrip definitie/voorbeelden kunnen geven & inzetten in toepassingssituaties : kennis omzetten in actie
PROCEDURES
= complexe handelingen bestaande uit opeenvolgende en samenhangende deelhandelingen lln in staat
stellen domeinspecifieke taken uit te voeren/doelen te bereiken
Psychomotorische vaardigheden: fietsen, schrijven, typen, zwemmen, autorijden…
Procedures om terugkerende cognitieve taken uit te voeren: tellen, regels toepassen, vereenvoudigen…
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinevanmuysen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.81. You're not tied to anything after your purchase.