100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Repeteervragen samenleven $3.20
Add to cart

Summary

Samenvatting Repeteervragen samenleven

4 reviews
 241 views  11 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Alle repeteervragen voor het vak Samenleven Conceptueel (AIV-V1SAC-17). Dit kan worden gebruikt als samenvatting voor het tentamen. Het document bestaat uit vragen over de theorie van zes colleges: WC 1: Psychologische en sociologische theorieën WC 2: Criminaliteitspreventie WC 3: Straffen in ...

[Show more]

Preview 2 out of 17  pages

  • Unknown
  • March 31, 2018
  • 17
  • 2017/2018
  • Summary

4  reviews

review-writer-avatar

By: jazzprins85 • 4 year ago

review-writer-avatar

By: Sam5 • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Anoukvanderpauw • 6 year ago

review-writer-avatar

By: roosvanmook • 6 year ago

avatar-seller
WC 1
1. Wat bestuderen psychologisch georiënteerde criminologische theorieën?
Psychologisch georiënteerde criminologische theorieën bestuderen criminele gedragingen
die verklaart kunnen worden door bepaalde eigenschappen van het individu.

2. Benoem de vier subdisciplines van de psychologie waar de criminologie het meest gebruik
van maakt en licht deze toe.
• Persoonlijkheidspsychologie
Het doel is het vinden van karakteristieke gedrags- en denkpatronen die kenmerkend
zijn voor verschillende typen van individuen.

• Sociale psychologie
Bestudeert de wijze waarop de gedachten, gevoelens en gedragingen van een
persoon worden beïnvloed door andere personen.

• Ontwikkelingspsychologie
Onderzoekt de wijze waarop psychologische processen als emoties, motieven,
waarnemen, denkpatronen, conflicten conflicthantering ontstaan en veranderen in
de loop van een mensenleven.

• Leerpsychologie
Richt zich op relatief permanente gedragsveranderingen als resultaat van eerder
opgedane ervaringen.

3. Wat is een antisociale persoonlijkheidsstoornis?
Een psychiatrische diagnose die wordt omschreven als: een omvattend en blijvend patroon
van veronachtzaming en schending van de rechten van anderen.

4. Omschrijf antisociaal gedrag.
Een brede verzameling van gedragingen die een aanzienlijk overlap vertonen met crimineel
gedrag maar daarmee toch niet geheel samenvallen.

5. Geef een omschrijving van agressie.
Gedrag dat beoogt iemand schade te berokkenen.

6. Geef aan wat de invloed van biologie is op antisociaal gedrag.
Antisociaal gedrag kan deels door erfelijke (biologische) factoren worden verklaard.

7. Beschrijf kort de theorie van Eysenck.
De theorie van Eysenck omtrent het ontstaan en het voortbestaan van crimineel gedrag gaat
uit van een wisselwerking tussen omgeving en persoon. Daarmee stelt hij dat geen
afzonderlijke factor, maar alleen combinaties van verschillende factoren kunnen leiden tot
crimineel gedrag. Eysenck benadrukt de ‘genetische predispositie’, ofwel aanleg tot
antisociaal en daarmee ook crimineel gedrag. Hiermee stelt hij niet dat er geboren
misdadigers zijn, maar dat sommige personen bepaalde afwijkende eigenschappen bezitten
die van invloed zijn op het vermogen sociale regels en gedragingen aan te leren. Eysenck
heeft na vele jaren van empirisch onderzoek twee belangrijke persoonlijkheidscomponenten
gevonden: extraversie en neuroticisme. Aan dit model heeft hij later psychoticisme
toegevoegd, samen vormt dit het PEN-model (psychoticisme, extraversie, neuroticisme).


1

, 8. Verklaar delinquent gedrag vanuit de theorie van Zuckerman.
Zuckerman contrueerde de sensation seeking scale die behoefte aan sensatie beoogt te
meten. Deze spanningsbehoefteschaal is gebaseerd op de veronderstelling dat mensen van
elkaar verschillen in de wijze waarop zij hun behoefte aan spanning in hun leven nastreven.
Sommige mensen doen dit op een maatschappelijk verantwoorde manier (thrill and
adventure seekers). Anderen doen dit op een onconventionele of criminele manier
(desinhibitie).

9. Welke zijn de Big five persoonlijkheidsfactoren (vijffactormodel)?
• Extraversie
• Vriendelijkheid
• Zorgvuldigheid
• Neuroticisme
• Openstaan voor nieuwe ervaringen

10. Geef een toelichting op de ‘zelfcontrole theorie’ van Gottfredson en Hirschi.
De zelfcontrole theorie stelt dat een gebrek aan zelfcontrole de belangrijkste oorzaak is van
criminaliteit op individueel niveau. Zelfcontrole moet voor het 8 e levensjaar worden
aangeleerd, omdat het daarna niet meer aangeleerd kan worden. Een gebrek aan
zelfcontrole berust volgens hen op inadequate opvoeding.

11. Benoem de drie hoofdvormen van leren die psychologen onderscheiden en licht deze kort
toe.
• Klassieke conditionering
Een neutrale stimulus kan worden verbonden met een reactie die oorspronkelijk
geen enkele relatie met die prikkel heeft. Om hiervoor te zorgen wordt allereerst een
significante stimulus aangeboden en in verband gebracht met een neutrale stimulus,
waaruit een reactie volgt. In een later stadium is de significante stimulus niet meer
nodig om dezelfde reactie uit te lokken.

• Instrumenteel leren
Gedrag wordt aangeleerd door middel van bekrachtigers (reinforcers) of bestraffers
(punishments). Een bekrachtiger is elke gebeurtenis die de kans op herhaling van
dezelfde respons in de toekomst vergroot. Een bestraffer is elke gebeurtenis die de
kans op herhaling van dezelfde respons in de toekomst verkleint.

• Sociaal leren
Dit behelst de meer complexe manier van leren die de organisatie van sociale
ervaringen door de hersenen en het leren door te kijken naar anderen omvat.

12. Welke rol speelt cognitie volgens Rotter in het vertonen van gedrag?
Cognitie behelst het psychologische proces dat is betrokken bij het vormen en gebruiken van
symbolen en begrippen, met andere woorden: het denkproces. Rotter is geïnteresseerd in
hetgeen dat zich tussen prikkel en reactie binnen het individu afspeelt. Hij benadrukt de
verwachtingen die iemand heeft over de mogelijke gevolgen van zijn eigen gedrag. Belangrijk
hierbij is dat deze verwachtingen niet realistisch hoeven te zijn. Er kan namelijk ook sprake
zijn van:
• overschatting van het eigen vermogen
• vervorming van de herinnering aan eerdere ervaringen
• het over het hoofd zien van bepaalde risico’s



2

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jelle99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.20  11x  sold
  • (4)
Add to cart
Added