Wat is bedrijfskunde?
Bedrijfskunde is het vakgebied dat zich bezighoudt met (het verbeteren van) het functioneren
van ondernemingen in hun omgeving.
Het gaat over ondernemingen, niet overheidsinstanties;
Ondernemingen functioneren niet geïsoleerd;
Het houdt zich bezig met het functioneren van ondernemingen;
Houd zich bezig met de vraag hoe het functioneren van ondernemingen kan worden
verbeterd.
1.2 ONDERNEMINGEN IN NEDERLAND
Wat is een onderneming?
Een onderneming is een organisatie die voor haar voortbestaan afhankelijk is van de vraag of de
inkomsten, die zij verkrijgt door haar outputs te verkopen, voldoende zijn om de leveranciers
van de inputs te betalen.
Outputs: alle ondernemingen leveren producten of diensten aan afnemers die voor die
producten of diensten betalen.
Inputs: om alle outputs te kunnen leveren zijn er grondstoffen en machines etc. nodig. Dit
worden de inputs genoemd.
Het proces dat bestaat uit de verwerving van inputs, transformatie van inputs tot outputs en het
verkopen ervan wordt het primaire proces genoemd. Ook een overheidsdienst kent dit proces.
Het verschil tussen een onderneming en een overheidsdienst is dat een onderneming alleen kan
blijven voortbestaan als de inkomsten die zij ontvangt door haar outputs te verkopen, voldoende
zijn.
Winst is het verschild tussen de opbrengsten en de kosten. De opbrengsten bestaan uit de
bedragen die de onderneming van haar afnemers ontvangt. De kosten bestaan uit de bedragen
die de onderneming aan de verschaffers van de inputs moet betalen.
Coöperatieve verzekeringsmaatschappij = streeft niet naar het behalen van een zo groot
mogelijke winst, maar naar het aanbieden van zo goed mogelijke en zo goedkoop mogelijke
verzekeringen aan haar leden.
Verschilpunten primaire proces ondernemingen:
, Industriële onderneming: een fysiek transformatieproces. Daarbij worden
grondstoffen omgezet in halffabricaten of worden halffabricaten verder verwerkt tot
gerede producten (Phillips)
Handelsonderneming: het ontvangen van goederen in grote hoeveelheden, het in
voorraad houden en het naar de klant verzenden.
Dienstverlenende ondernemingen: hier worden geen goederen bewerkt of
getransporteerd. Maar er worden wel gegevens bewerkt en getransformeerd.
Ondernemingen verschillen van elkaar in de aard van de activiteiten die ze ontplooien. Daarom
wordt er een SBI gebruikt. De Standaard Bedrijfsindeling maakt onderscheidt in meer dan
duizend sectoren. Daarnaast heb je ook nog het primaire sector (landbouw en visserij) en het
tertiaire sector (handel en dienstverlening).
Kleinbedrijf: ondernemingen met minder dan tien personeelsleden.
Middenbedrijf: minstens tien en maximaal 100 medewerkers.
Grootbedrijf: meer dan 100 medewerkers.
Ook heb je verschillen in juridische vorm:
NV: een naamloze vennootschap. Het aantal aandeelhouders is heel groot. Er zijn
dagelijkse veranderingen in de waarde, het aantal aandeelhouders, en de eigenaren. Het
bezit van een aandeel geeft recht op dividend.
Corporatieve vereniging: de leden worden beschouwd als eigenaren.
BV: De directeur is dezelfde persoon als de eigenaar.
1.3 DE OMGEVING WAARIN NEDERLANDSE ONDERNEMINGEN WERKEN
Ruilrelatie: de ene organisatie levert tegen betaling producten of diensten aan de andere
organisatie, Dat geldt voor de leveranciers, voor de vermogensverschaffers en voor de afnemers.
Het voortbestaan van de onderneming is direct afhankelijk van de vraag of de onderneming erin
slaagt haar producten tegen acceptabele prijzen te verkopen. Marketing is daarom een
belangrijke functie. Daarom kijken ze ook eerst naar de afzetmarkt en de concurrenten op die
markt. Daarnaast houden de meeste ondernemingen ook intensief contact met hun leveranciers.
Naast afnemers, leveranciers, vermogensverschaffers en concurrenten zijn er verschillende
organisaties die de gang van zaken bij de onderneming kunnen beïnvloeden zonder dat de
onderneming met die organisatie een ruilrelatie onderhoudt.
Collectieve arbeidsovereenkomst: hierin worden de arbeidsvoorwaarden vastgelegd i.s.m. de
vakbonden. Er kan dus niet meer onderhandeld worden tussen de werknemer en werkgever.
Het resultaat van onderhandelingen tussen ondernemingen en de vakbonden wordt vastgelegd
in de CAO.
Het Algemeen verbindend verklaren betekend dat de CAO ook geldt voor werkgevers die geen
lid zijn van een werkgeversvereniging. Een CAO geldt echter niet voor alle werknemers, maar
voor werknemers van een bepaald bedrijf.
Drie vakcentrales, een federatie van vakbonden:
FNV
CNV
MHP
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rrvdst. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.24. You're not tied to anything after your purchase.