Kringloop: in de natuur worden stoffen steeds opnieuw gebruikt.
Voedselketen: reeks soorten, waarbij elke soort een voedselbron is voor
de volgende soort.
Voedselweb: alle voedselrelaties in een gebied, bijv. een sloot, een
bos of een heidegebied.
– Een voedselweb bestaat uit producenten en consumenten.
SCHAKELS:
-1ste schakel: planteneters.
-2de en 3de schakel: de consumenten die de planteneters eten. De
vleeseters en alleseters (alleseters kunnen ook voorkomen in de
1ste en 2de schakel of hoger).
PRODUCENTEN:
-Producenten: leveren het voedsel voor alle andere organismen.
-Producenten maken energierijke stoffen uit energiearme stoffen.
-Planten zijn producenten. In de cellen met bladgroenkorrels vindt fotosynthese plaats.
-Met de energie uit zonlicht zet een plant koolstofdioxide en water om in glucose en zuurstof.
CONSUMENTEN:
-Consumenten: organismen die de stoffen eten die ze niet zelf hebben gemaakt
(dieren noem je consumenten omdat: dieren eten (consumeren) de energierijke stoffen die door
de plant zijn gemaakt)
- Tot de consumenten behoren alleseters, planteneters en vleeseters
1. Consumenten van de eerste orde: organismen die producenten eten (Planteneters).
2. Consumenten van de tweede orde: organismen die consumenten van de eerste orde eten
(Vleeseters).
3. Consumenten van de derde orde: alleseters.
REDUCENTEN:
-Reducenten: organismen die de dode resten van organismen afbreken.
-Reducenten zetten energierijke stoffen uit (resten van) gestorven planten en dieren om in
energiearme stoffen.
– Schimmels en bacteriën zijn reducenten.
– Planten kunnen de energiearme stoffen weer opnemen.
-Kringloop: stoffen can planten komen via dieren, afvaleters en reducenten uiteindelijk weer bij
planten terecht.
, 6.1 eten of gegeten worden
-Alleseters: organismen die zowel planten als dieren eten
(Bijvoorbeeld: de merel bijvoorbeeld eet zowel bessen als
lieveheersbeestjes)
-Planteneters: dieren die alleen planten eten.
(In een voedselketen zijn ze altijd de tweede schakel).
-vleeseters: dieren die andere dieren eten.
(Ze zijn altijd consumenten van de tweede orde of hoger).
-Afvaleters: organismen die dode resten van planten en dieren eten.
-Energiearme stoffen: stoffen die weinig energie bevatten.
Bijvoorbeeld: koolstofdioxide, mineralen, water en zuurstof.
Bij fotosynthese verbruikt een plant de energierijke stoffen koolstofdioxide en water.
Bij fotosynthese ontstaan glucose en zuurstof.
Zuurstof is energie arm.
-Energierijke stoffen: stoffen die veel energie bevatten.
Bijvoorbeeld: glucose en andere koolhydraten, eiwitten en vetten.
Bij fotosynthese wordt lichtenergie vastgelegd in glucose> van glucose en mineralen maakt een
plant energierijke stoffen waaruit hij bestaat (koolhydraten, eiwitten vetten).
Glucose is energie rijk.
-Mineralen: (voedingszouten) zijn energiearme stoffen in de bodem.
Planten nemen deze op via hun wortels.
-Koolstofdioxide: gas in de lucht dat planten opnemen
Voor fotosynthese heeft een plant drie dingen nodig: water, licht (energie) en
koolstofdioxide. Planten nemen water op uit de grond met hun wortels. Energie komt uit
zonlicht. Koolstofdioxide is een gas in de lucht. Planten nemen koolstofdioxide op uit de lucht
met hun bladeren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Robinedv. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.04. You're not tied to anything after your purchase.