1.1 de 1e boeren
1 = de levenswijze van de jagers en verzamelaars
2 = het ontstaan van landsbouw en landbouwsamenlevingen
ontstaan landbouw = overgang naar landbouw
oorzaken ---> het klimaat werd beter waardoor mensen meer op een plek gingen wonen en ze
leerden hoe ze hun eigen eten konden verbouwen.
Agrarische revolutie= van een zwervend naar een sedentair (vast) bestaan ----> ze gingen van eigen
landbouw leven
voordelen: bevolkingsgroei, ontwikkeling, veeteelt, uitvinding, nieuwe technieken
nadelen: minder gezonde leefstijl, meer infecties, kromme rug, kleiner en ondervoeding
domesticatie= dieren en gewassen controleren
1.2 + 1.3
3 = het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen
eerste steden = ur was een van de eerste steden in de wereld
factoren:
- vruchtbare grond door overstromingen van de Tigris en de Eufraat er blijft slib over wat erg
vruchtbaar is ze beschermde deze overstromingen met behulp van dijken
- arbeidsverdeling en een hiërarchie er ontstonden verschillen in de samenleving doordat mensen
gingen specialiseren
het schrift ontstond doordat de stad geleid moest worden mensen moesten dingen vastleggen zoals
wetten
polytheïstisch = er worden meerdere goden tegelijk vereerd
monotheïstisch = geloven in 1 god
eerste staat = in Egypte
kenmerken: centraal bestuur een farao die meerdere steden bestuurd en er werd gebruik gemaakt
van een geweldsmonopolie
geweldsmonopolie= dat alleen de overheid geweld mag gebruiken en de burgers niet
2.1 de Griekse oudheid
4 = de ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de
Griekse stadstaat
volksvergaderingen= regering die bestaat uit het volk ook wel directe democratie
verschil toen en nu= toen besliste het volk direct over het volk en nu beslist het volk wie er voor ons
de keuzes maakt
,voorwaarde volksvergaderingen: niet te veel burgers en alleen maar echte burgers geen vrouwen,
slaven en kinderen
aristocratie: bestuur waarbij macht word beperkt do een bepaald aantal families
ostracisme: wegstemmen van politici
filosofen= waren erg van die tijd er waren namelijk mensen die zich af gingen vragen of god nou echt
was en vroegen veel levensvragen
2.3 de Romeinse republiek
6 = de groei van het romeins imperium waardoor de Grieks romeinse cultuur zich in Europa
verspreide
2 middelen
1. diplomatie = het sluiten van bondgenootschappen ----> bescherming in ruil voor gehoorzaamheid
2. oorlogvoering dit gebeurde wanneer diplomatie niet werkte zo breide het Romeinse rijk snel uit
magistraten= mensen die tijdelijk een hoog ambt vervulden ---> worden aangevezen door de
vergadering van burgers
republiek= de senaat stond centraal en daarbij zaten er nog ongeveer 300 mannen in het parlement
consul= de twee mensen die het hoogste macht droegen
patronage= machtige man (patroon) omringt zichzelf met burgers van lage afkomst voor stemmen/
politieke steun
2.4 het Romeinse keizerrijk
5 = de klassieke vormentaal van de Grieks-Romeinse cultuur
6 = de groei van het romeins imperium waardoor de Grieks romeinse cultuur zich in Europa
verspreide
7 = de confrontatie tussen de Griek romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van noordwest
Europa
Julius caesar = hij werd erg machtig door bondgenootschappen en heeft noord galie veroverd
augustus= is de eerste keizer van het Romeinse rijk toen hij over het Romeinse rijk heerste was er
veel vrede omdat er geen directe bedreigingen waren. Wel waren er interne burgeroorlogen.
verspreiding Grieks Romeinse cultuur kwam door de vele bruggen, wegen en forten die gebouwd
werden. Ook was overal het Romeinse recht van toepassing
klassieke cultuur= Grieks - Romeinse cultuur in geheel mogelijk door de verovering van de Romeinen
westen = ontstond romantisering door het bouwen in steen + glas en muntgeld
2.5 joden en christenen
8 = De ontwikkeling van het jodendom en het christendom als de eerste monotheïstische
godsdiensten
kenmerken van het jodendom
, - strikt monotheïsme = geloven in een god
- beschouwde zichzelf als het uitverkorene volk
- belang van heilige boeken
- hielden zich aan religieuze voorschriften
- stelden oudste en opzichters op die worden later priesters genoemd
concilies = een groep die besluiten neemt over de juiste leer van het christendom
arianisme = stroming binnen het christendom die gelooft dat Jezus alleen een mens was en niet
tegelijkertijd een god is.
martelaren = helden die voor het geloof gestorven zijn.
- er werd geloofd dat de achtergebleven ledenmaten magische krachten uitgeven deze werden
bewaard in kistjes
2.6 einde van het Romeinse rijk
7 = de confrontatie tussen de Griek romeinse cultuur en de Germaanse cultuur van noordwest
Europa
westen
- de rol van het vallen van het west Romeinse rijk varen de grote volksverhuizingen. ( dit is een
misleidende term
- de inname van Afrika door de vandalen speelde ook een grote rol omdat Afrika de grote graan
inkomst was van Rome
oosten
- het oosten was economisch erg belangrijk het nieuwe Rome ontstond in het Griekse bizantrum
- er ontstonden orthodoxe kerken ( kerken volgens het waren geloof)
- Constantinopel ook hoofdstad van nieuwe Romeinen viel in 1453
3.1 hof stelsel en horigheid
11= de vrijwel volledige verandering in west Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een
zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hof stelsel en horigheid.
hof stelsel is een economisch systeem
- de 2 hoogste standen waren de adel en de geestelijkheden
de boeren
- vrije boeren --> moesten zichzelf kunnen verdedigen en werkte op het land van de heer bewerkte
het eigen land en had beschikking tot goederen en land.
- horigen --> bewerkte hun eigen geld maar mochten niet de landrijen van de heer verlaten + ze
hadden herendiensten ( nieuwe betaalmiddel door wegvagen van betaal economie)
- lijfeigenen --> eigendom van de heer geen eigen bezitten
domein = grondgebied van de heer
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lizzytenklooster. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.51. You're not tied to anything after your purchase.