De selectiestof voor de decentrale selectie van Diergeneeskunde bestaat uit een studiewijzer en Engelstalige leerstof. Onderaan de studiewijzer staan oefenvragen zonder antwoorden. Dit bestand bevat deze oefenvragen met de antwoorden, uitwerkingen en extra uitleg.
Tijdens de selectiedag zullen ve...
1. Welke van onderstaande beweringen met betrekking tot de vorming van bot is juist?
a. Alle botvorming gebeurt door middel van en(do)chondrale botvorming.
b. Kraakbeen fungeert als “mal” bij en(do)chondrale botvorming.
c. En(do)chondrale botvorming treedt op bij vorming van de schedelbeenderen.
d. En(do)chondrale botvorming gebeurt door chondroblasten.
2. Uit welk embryonaal kiemblad ontstaat bot?
a. Mesoderm
b. Ectoderm
c. Endoderm
d. Mesoderm en ectoderm
3. Welk type weefsel zie je hieronder afgebeeld?
a. Kraakbeen
b. Losmazig bindweefsel
c. Compact bot
d. “Woven” of primair bot
4. Op welke manieren beïnvloedt het paraathormoon de Ca2+ concentratie in het bloed?
a. Stimuleert Ca2+ opname uit het bot; verhoogt reabsorptie van Ca2+ uit de urine; stimuleert Ca2+
opname uit de darmen.
b. Verlaagt Ca2+ opname uit het bot; verlaagt reabsorptie van Ca2+ uit de urine; remt Ca2+ opname uit
de darmen.
c. Verlaagt opname door remming van Vitamine D3 (calcitriol) productie.
d. Heeft geen effect op Ca2+ opname.
5. Welke van onderstaande beweringen met betrekking tot de vorming van bot is juist?
a. Alle botvorming gebeurt door middel van en(do)chondrale botvorming.
b. Desmale botvorming gebeurt in het mesenchym.
c. En(do)chondrale botvorming treedt vooral op bij vorming van de platte botten.
d. En(do)chondrale botvorming gebeurt door osteoclasten.
, 6. Welke structuren worden in onderstaande figuur met pijlen aangewezen?
a. Osteoblasten
b. Osteoclasten
c. Osteocyten
d. Kleine bloedvaten
7. Van welk soort bot zie je in onderstaande figuur een foto?
a. Compact
b. Primair
c. Trabeculair
d. Kraakbenig
8. Wat verstaan we onder het begrip “bone-remodelling”?
a. Vervangen van kraakbeen door primair bot.
b. Vervangen kraakbeen door secundair bot.
c. Vervangen van bestaand secundair bot door nieuw secundair bot.
d. Vervangen van mesenchym door primair bot.
9. Een stilstaand paard tilt zijn linker achterbeen op. Welke bewering is juist?
a. De gewichtskracht op de drie staande benen blijft gelijk.
b. De bodemreactiekracht op de drie staande benen wordt groter.
c. De gewichtskracht op de drie staande benen wordt kleiner.
d. De bodemreactiekracht op de drie staande benen blijft gelijk.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Selectiediergeneeskunde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.