100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Totale samenvatting van Architectuur en cultuur: filosofie $10.86   Add to cart

Summary

Totale samenvatting van Architectuur en cultuur: filosofie

 42 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

In dit document zijn alle zaken beschreven die tijdens de lessenreeks aan bod zijn gekomen. Deze samenvatting is gebaseerd op de slides, waarbij extra informatie is toegevoegd. Ook worden extra voorbeelden gegeven, waardoor de inhoud beter te begrijpen is.

Preview 4 out of 75  pages

  • No
  • De delen waarop de nadruk werd gelegd tijdens de lessen.
  • January 1, 2024
  • 75
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Filosofie

Reeks 1: Oudheid

1. Thales (ca. 640-545 v.C., Milete1), reductie

- Reductie
= Herleiding door van veelheid naar eenheid.
 Hierbij gaat men opzoek naar de oorsprong (= archè)
 Volgens Thales blijft die archè altijd aanwezig en onveranderlijk.
 Thales zag de archè2 als water3.
 Men ging de natuur begrijpen zonder goden/ magische elementen in
rekening te brengen.
 Radicaal: fysicalisme
 Alles is hierbij herleidbaar tot de fysica.
 Gevaar: demystificatie4
 Over Thales zijn er geen originele teksten5 meer, wel hebben we nog enkele
anekdotes (de anekdotes niet VBK):
 Zonsverduistering
 Olijfpers
 put
 Thales wordt gezien als de eerste natuurfilosoof:
 Hij verklaart de natuur zonder te verwijzen naar goden of magische krachten.
 De stelling van Thales:
 De herleiding van de wereld tot wiskunde.

- Pythagoras (ca. 570-500 v.C.)
 Hij is bekend o.w.v. zijn stelling: a2 + b2 = c2
 Hij zag een relatie tussen intervallen van toonladders en wiskundige
verhoudingen.
 Als er tussen 2 zaken een goede/ mooie verhouding is, is dat goed ->
leidt tot harmonie. Is dit niet het geval dan is het verschrikkelijk.
 Indien de rechthoekzijden gelijk zijn, dan kan de schuine zijde niet worden
uitgedrukt als een verhouding van de rechthoekzijden.
 Hij vond dat alles mooi in verhouding moest staan, maar bij het
vierkant (-> de fundamentele figuur) was dit niet het geval -> is hij op
zijn stelling gekomen (a2 + b2 = c2)
 Volgens Pythagoras kan de natuur door het beoefenen van de wiskunde
worden begrepen.
- Reductie: toepassingen
1
Dit was gelegen in Griekenland, maar ligt volgens de huidige geografische kaarten in Turkije
2
Demokritos zag de archè als atomen (ondeelbare deeltjes).
3
Dit komt door het feit dat hij in Egypte zag dat er 2 delen waren: plaats met water (Nijl) -> leven, plaats
zonder water -> geen leven.
4
= Het weg halen van de mystiek/ het mysterieuze.
5
Dit betekent natuurlijk dat we het met een korrel zout moeten nemen.
1
FILOSOFIE LOUISE DESCHEEMAEKER

,  Argumentatief
 Dit suggereert een diepere waarheid.
 Onderzoekend
 Zet aan tot verder verkennen door op te delen en dieper te graven.
 Voor ontwerpers
 Herleiding van een object tot elementen die je op een bepaald niveau
niet meer verder kan opdelen.
o Abstract: je ontwerpt vervolgens door combinatie van die
elementen.
o Je kan ook gaan ontwerpen vanuit 1 basisvorm .
o Ook bestaat de mogelijkheid om te gaan ontwerpen vanuit 1
principe.
o Tenslotte kan je ook ontwerpen door gebruik te maken van 1
grondstof.


2. Anaximander (ca. 610 – 545 vC, Milete), Het principe van voldoende redenen.

- Anaximanders redenering
 Redenering: “ de aarde is onbeweeglijk omdat een beweging in welke richting
ook geen verschil zou maken”.
 Alle richtingen zijn gelijk. Er is geen reden om te bewegen in een
bepaalde richting (want alle richtingen zijn gelijk) -> de aarde beweegt
niet.
 Er is geen voldoende reden om te bewegen.
 “nihil est sine ratione cur potius sit qual non sit6”
 “obwohl uns diese Gründe meistens nicht bekannt sein mögen7”
 We zullen de reden niet altijd weten, maar deze is er wel.
 Niet dat ze er niet zijn, wel dat de mens altijd de toegang toe zal hebben.

- De archè volgens Anaximander
= Apeiron (= het onbegrensde (Grieks))
 Datgene wat onderliggend is aan alle dingen heeft zelf geen kenmerken: het is
alles en tegelijkertijd niets.
 Er moet iets zijn dat alle dingen gemeen hebben, de ultieme oorzaak, maar
precies daarom is het zelf onbepaald en dus onvatbaar: apeiron.
 Dit komt weerom neer op het principe van voldoende reden: alles heeft
een materiële oorzaak, maar die materiële oorzaak is uiteindelijk
onkenbaar.




- Redenen, maar geen oorzaak
6
“Niets is zonder reden waarom het veeleer bestaat dan waarom het niet bestaat”
7
“Alhoewel deze redenen ons meestal niet bekent zullen zijn”
2
FILOSOFIE LOUISE DESCHEEMAEKER

,  Het principe van voldoende reden betekent niet dat er noodzakelijk een
oorzaak is.
 Arthur Schoperhauer (1788-1860)
 Voor alles wat je weet, het feit dat je bestaat, het feit dat je verandert
en voor alles wat je doet zal er een voldoende reden zijn, maar niet
noodzakelijk een oorzaak.

- Kritiek van Hume (belangrijke filosoof in de westerse geschiedenis)
 David van Hume (1711-1776)
 Hoe sterk een principe ook mag zijn, het valt niet te bewijzen -> daarom is het
ook een principe dat je aanneemt of niet. Het verschil met een wet: een wet is
bewezen een principe is iets dat je aanneemt.
 Je kan niet aantonen dat er een verband is tussen een reden en een
oorzakelijkheid.
 Je kan niet bewijzen dat er een reden is voor de samenhang in de wereld.

- Toepassing
 Argumentatief: Elk onderzoek is gelegitimeerd: je leert niets door te stellen
dat er geen reden is voor iets te zijn zoals het is -> het is bij toeval.
 Onderzoekend: Alles wat is, heeft een reden: dat is zelf de reden dat je steeds
weer de vraag stelt waarom iets het geval is. Alles moet dus een verklaring
hebben. Het principe van voldoende reden stimuleert als geen ander de
zoektocht naar kennis.
 Voor ontwerpers:
 Stel steeds of verwacht je altijd aan de vraag: waarom? Het antwoord
‘daarom’ is geen antwoord.
 De reeks van vragen kan je beëindigen wanneer je bij een evidentie
aankomt.
 Als zich herhaaldelijk een probleem voordoet moet je opzoek gaan
naar de reden dat het zich voordoet. Het kan toeval zijn wanneer zich
iets voordoet, maar hoogstwaarschijnlijk niet wanneer het zich
voordoet onder dezelfde omstandigheden weer voordoet. (ceteris
paribus, ‘de andere dingen zijn hetzelfde gebleven’). Dan moet er een
voldoende reden zijn voor die gebeurtenis.




3. Anaximenes (ca. 585-528, Milete), analogie
3
FILOSOFIE LOUISE DESCHEEMAEKER

, - Lucht = archè volgens Anaximenes
 “zoals onze ziel, die lucht is, ons in stand houdt, zo omringen adem en lucht de
gehele wereld”.
 Hij bedoelt dat voor de mens lucht heel belangrijk is. Onze ziel is a.h.w.
onze lucht. -> Lucht en ziel zijn gelijk.
 “De sterren draaien om de aarde zoals een tulband ons hoofd omringt”.
 “Het universum draait als een molensteen”.
 Een molensteen is heel zwaar -> gaat ook heel traag draaien. Dus het
universum draait ook heel traag.
 “De sterren zitten vast aan de kristallijne sferen zoals met spijkers”.
 “de zon is zo plat als een blad”.
 De zon is plat.
 Hij maakt heel veel gebruik van analogieën. Hoe meer je over die
analogieën gaat nadenken, klopt het steeds minder, maar je kan er
je je wel iets bij voorstellen -> en hierover gaat het voor
Anaximenes.

- Empedokles (495-435 v.C.)
 “De wisselwerking tussen de dingen houdt ooit op, dan komen ze samen door
liefde, dan worden ze uit elkaar gedreven door haat of strijd8.
 4 elementen: aarde, water, lucht en vuur9.
 Empedokles nijgt hier naar het concept kracht. Hij zegt dat er een
wisselwerking (/kracht) is tussen liefde en haat. De aantrekkende kracht
duidt hij met liefde en de afstotende kracht met haat.

- Xenophanes (580-485 v.C.)
 “Als ossen en paarden en leeuwen handen hadden en kunstwerken konden
scheppen, dan zouden de paarden de goden afbeelden als paarden, de ossen
als ossen en hun lichamen overeenkomstig hun eigen aard”.
 Hij wil de goden en het goddelijke afbeelden als mensen (omdat we ons
daaraan kunnen relateren). Wij kunnen ons minder goed relateren met
een ‘paardengod’, want die zou er moeten uitzien als een paard.
 “Er is geen mens, en er zal ook nooit een zijn, die de volledige waarheid kent
over de goden. En zelfs al zou iemand het geluk hebben de volledige waarheid
te vinden, dan nog zou hij het zelf niet weten. Het enige dat we kunnen doen
is gissen”.
 Hij zegt eigenlijk dat we nooit iets met zekerheid kunnen kennen.




- Toepassing
 Argumentatief:

8
De citaten moet je niet VBK, maar wel de interpretatie ervan.
9
Afgeleid van Herakleitos.
4
FILOSOFIE LOUISE DESCHEEMAEKER

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louisedescheemaeker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.86  1x  sold
  • (0)
  Add to cart