Leerdoelen van de JHS over internationaal recht. Bevat handige schema's zodat de verschillen tussen internationale instanties erg overzichtelijk zijn. Uitgebreide en goede samenvatting!
Week 1
1 Kan een omschrijving geven van het internationaal publiekrecht
Het internationaal recht regelt de publiekrechtelijke rechtsbetrekkingen tussen internationale
rechtssubjecten (Zoals overheden onderling en overheid vs burger). Het omvat het geheel van
internationale rechtsregels, EVRM, uitspraken internationale rechters.
Internationale rechten zijn absolute rechten. Er zijn geen uitzonderingen mogelijk
2 Kent de synoniemen van het internationaal publiekrecht
Volkerenrecht
3 Kan internationaal publiekrecht onderscheiden van internationaal privaatrecht en
Nederlands publiekrecht.
Internationaal publiekrecht: verticale rechtsverhouding tussen de overheid en de burgers en de
rechtsverhouding tussen overheden in diverse landen staat centraal.
Internationaal privaatrecht: rechtsverhouding tussen burgers onderling die uit verschillende landen
komen. Iets bestellen bij iemand uit China via Ebay, huwelijk tussen personen uit verschillende
landen. Gaat over welk recht je moet toepassen van welke staat en in welke situatie. Dit is in NL
boek 10 BW.
Verschil internationaal en Nederlands publiekrecht: het nationaal recht heeft betrekking op
burgers in een bepaald land. Het geldt alleen in dat land. Bij internationaal recht gaat het over
staten van verschillende landen en overheden.
Internationaal: geen wetgevend orgaan dat voor de internationale gemeenschap wetten maakt.
Nationaal: hier is dat wel het geval, de regering en Staten-Generaal maken samen de wetten.
4 Kent de kenmerken van de internationale rechtsorde
Kenmerken internationale rechtsorde:
Decentraal karakter: staten zijn gelijk aan elkaar in juridische zin. Horizontaal karakter:
doordat staten gelijk zijn, heeft de ene staat niet meer macht dan de andere staat. Ook zijn
ze soeverein want staten beslissen zelf over grond, gemeenschap en gezag. Staten kunnen
elkaar niet voor de rechter slepen want ze zijn soeverein dus gelijk aan elkaar.
Vreedzame co-existentie: vreedzaam samenleven.
Onderlinge afhankelijkheid: interdependentie. Je moet soms samenwerken om dingen te
bereiken.
Grote invloed van politieke- en machtsfactoren: staten hoeven geen afspraken met elkaar
te maken maar doen dat vaak wel, heeft ook veel te maken met politiek.
5 Kent de doorwerking van internationaal publiekrecht in de Nederlandse rechtsorde.
Nederland heeft een gematigd monistisch stelsel. Niet elke internationale rechtsregel geldt direct
in het nationale recht. Artikel stelt voorwaarden aan de regels die onder de werking vallen.
Art. 93 GW: een verdrag of internationale regel werkt pas als het een ieder verbindend is, en als
het is bekendgemaakt. (Tractatenblad).
Art. 94 GW: een verdrag gaat boven Nederlandse wet (GW, wifz..). Gevolg Rechter moet
Nederlandse wet buiten toepassing laten als er verschil zit in de internationale- en Nederlandse
wetgeving.
, Een burger kan in Nederland beroep doen op internationale bepalingen als er sprake is van:
Een ieder verbindende bepalingen uit verdragen en volkenrechtelijke besluiten: geldt dus
ook voor NV V.O.N
Rechter beslist of iets een een ieder verbindende bepaling is.
Nadat ze zijn bekendgemaakt.
Doordat wetten die zijn aangenomen directe werking hebben, kunnen burgers hierop een beroep
doen bij de rechter.
6 Kan het toetsingsverbod van art. 120 GW toelichten en toepassen.
Rechter mag verdragen en wetten niet toetsen aan de grondwet.
In strijd met Trias Politica, rechtsprekende macht gaat op de stoel van de wetgevende macht
zitten.
Wetten in formele zin en verdragen mogen niet aan de grondwet getoetst worden door de rechter.
De wifz toetst of een wet niet in strijd is met de grondwettigheid, dus degene die de wet
maakt.
Gevolg toetsingsverbod de rechter moet een bepaling uit een wifz of uit een verdrag toepassen,
ook als hij meent dat deze in strijd is met een bepaling uit de GW
o.g.v. art. 94 GW mag de rechter de grondwet, wifz, AMvB, ministeriële regeling, provinciale/
gemeentelijke verordening wél toetsen aan verdragen. Verdrag is de hoogste rechtsbron.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jams. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.
