100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting H6 Hoofdstukken Sociaal Recht - Arbeidsrecht $3.36
Add to cart

Summary

Samenvatting H6 Hoofdstukken Sociaal Recht - Arbeidsrecht

1 review
 1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een uitgebreide samenvatting van H6 Arbeidsrecht. Ingewikkeld hoofdstuk met veel voorbeelden, arresten en bepalingen omtrent cao en natuurlijk de Wcao. Er wordt ook verwezen naar wetsartikelen, zodat je gelijk de link kunt zien tussen de uitleg en het wetsartikel.

Last document update: 6 year ago

Preview 3 out of 17  pages

  • No
  • H6
  • April 2, 2018
  • April 2, 2018
  • 17
  • 2017/2018
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: StuviaGebruiker • 6 year ago

avatar-seller
Samenvatting Hoofdstukken Sociaal Recht H6 - Arbeidsrecht
6.1 Praktische relevante cao
 Op ongeveer 8%% van de onzelfstandige beroepsbevolking in de private
sector en de semipublieke sector is een collectieve arbeidsovereenkomst van
toepassing (cao).
o Beding = een bepaling

6.2 Formele aspecten van de cao
6.2.1 Wat is een cao?
 De cao is geregeld in de Wet op de collectieve arbeidsovereenkomst
(Wcao).
o Term cao: een schriftelijke overeenkomst, voor hooguit vijf jaar
aangegaan door enerzijds één of meer werkgevers dan wel bevoegde
werkgeversverenigingen en anderzijds door bevoegde
werknemersverenigingen, waarbij voornamelijk of uitsluitend
arbeidsvoorwaarden geregeld worden (art. 1 lid 1 Wcao).
o Schriftelijke overeenkomst
o Authentieke akte (opgemaakt door een notaris) is niet nodig;
 Voldoende is een onderhandse akte, schriftelijk contract, door
alle partijen ondertekend (art. 3 Wcao).
o Hooguit aangegaan voor 5 jaar volgens Wcao
 Als regel wordt een cao voor hooguit een of twee jaar gesloten.
 Betrekkelijk veel cao’s lopen per 1 januari van enig jaar af.
o Vaak drie tot zes maanden, voor als men nog niet
eens is over de inhoud van een nieuwe cao.
o Tekst van cao moet worden aangemeld bij de
afdeling Registratie, Beheer en Informatie
(RBI); afdeling van het ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (SZW).
o Als partijen daarover niets afspreken, treedt de cao
de dag nadat de RBI het ontvangstbericht heeft
verzonden, in werking
 Art. 4 lid 3 Wet op de loonvorming.
o Werkgevers kunnen individueel partij zijn bij een cao.
 Werknemers kunnen daarentegen alleen in georganiseerd
verband aan de onderhandelingen deelnemen
(werknemersverenigingen ofwel vakbonden).
 Onderhandelaars van vakbonden heten
vakbondsbestuurders.
o De werkgevers en werknemersverenigingen moeten rechtsbevoegd
zijn:
 Volledig rechtsbevoegd; statuten moeten notarieel zijn
vastgelegd.
 Statuten moeten uitdrukkelijk vermelden dat de betrefende
vereniging bevoegd is tot het aangaan van cao’s (art. 2 Wcao).
o Hoofddoel cao: vastleggen van arbeidsvoorwaarden die de leden van
de onderhandelende partijen in acht moeten nemen tegenover de
werknemers die onder de cao vallen.

6.2.2 Het karakter van de cao
 Privaatrechtelijke overeenkomst

,  Privaatrecht uitgangspunt: iedereen is vrij te bepalen of en zo ja, met wie en
waarover wordt gecontracteerd. Aangeduid met het beginsel van
contractvrijheid.
 Werkgever mag zelf aangeven of hij met een aspirant-werknemer een
arbeidsovereenkomst zal sluiten of niet. Dit beginsel is ook van toepassing op
de cao.
 Werkgevers(verenigingen) en werknemersverenigingen (vakbonden) mogen
zelf uitmaken of zij met elkaar een cao zullen afsluiten en zo ja, wat daarin zal
worden vastgelegd.
6.2.3 Ondernemings-cao en bedrijfstak-cao
 Ondernemings-cao
o Sprake wanneer één werkgever een cao met één of meer vakbonden
sluit.
 Bedrijfstak-cao
o Als één of meer werkgeversverenigingen ten aanzien van een gehele
branche een cao aangaan.
 Jaarlijks cao’s
o Driekwart ondernemings-cao en kwart bedrijfstak-cao.

6.2.4 Standaardregeling en minimumregeling
 Cao is een standaardregeling als partijen overeenkomen dat van de
arbeidsvoorwaarden – zoals vastgelegd in de cao – in geen enkel geval bij
individuele arbeidsovereenkomst mag worden afgeweken.
o Houdt een cao een minimumregeling in; dan mag bij de individuele
arbeidsovereenkomst ten gunste van de werknemers van de
arbeidsvoorwaarden in de cao worden afgeweken.
 Algemeen wordt aangenomen dat een cao een minimumregeling is, tenzij
partijen anders zijn overeengekomen.
o Minimumkarakter van een cao: “Van de in deze cao
overeengekomen arbeidsvoorwaarden mag ten gunste van de
werknemer worden afgeweken.”.
 Ook zonder zo’n bepaling bevat een cao een minimumregeling als uit niets in
de cao blijkt dat iets anders is bedoeld.
 In de semipublieke sector (zorg & welzijn) komen doorgaans standaard-cao’s
voor.
o Te maken met: fnancieringsstelsel van de toepasselijke collectieve
arbeidsvoorwaarden.
 In een standaard-cao: expliciet vermeld dat het verboden is van de
overeengekomen collectieve arbeidsvoorwaarden af te wijken.
 Hoge Raad; Arrest Unieke Kinderopvang
o Belang van het onderscheid tussen een standard-cao en een minimum-
cao groter dan werd gedacht.

6.3 Verenigingen van werknemers
 Nederland kent een grote verscheidenheid aan werknemersverenigingen.
o Kwantitatief maar ook organisatorisch.
 Aantal vakcentrales opgericht; drie belangrijkste:
o De Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV)
 1,1 miljoen leden aangesloten
o Het Christelijk Nationaal Vakbond (CNV)
 300.00 leden
o De Vakcentrale voor Professionals (VNP)

,  Die tot voor kort de Vakcentrale Middengroepen en Hoger
Personeel (MHP) werd genoemd.
 100.000 leden
 Deze Centrales verrichten voornamelijk coördinerende en adviserende
werkzaamheden.
o Coördinatie van het werk van de bij hen aangesloten
organisaties/vakbonden.
o Adviseren van de centrale overheid ten aanzien van arbeid.
 Adviestaak wordt vooral uitgeoefend binnen het verband van
de Stichting van de Arbeid en de Sociaaleconomische Raad
(SER), waarin van de werknemerszijde zowel de FNV, het CNV als
de VCP vertegenwoordigd is.
 Bij deze drie genoemde vakcentrales zijn vakbonden aangesloten.
o Het bestuur van een vakbond kan besluiten het lidmaatschap van de
vakcentrale op te zeggen, doorgaans omdat er diepe onvrede bestaat
over het gevoerde beleid van de centrale.
 De Unie is begin 2013 bijv. uit de MHP gestapt en is zelfstandig
verdergegaan.
o Deze genoemde vakcentrales hebben een verticale
organisatiestructuur.
 Sectoren en aangesloten vakbonden organiseren hun leden
bedrijfstakgewijs ongeacht inkomen of functie.
 De Stichting van de Arbeid is een privaatrechtelijk orgaan, waarvan het
bestuur voor gelijke delen is samengesteld uit vertegenwoordigers van
werkgevers- en werknemers.
o Ook bedoeld als overlegorgaan voor werkgevers- en vakcentrales.
o Gezamenlijk: aanbevelingen of gedragsregels opstellen.
 Bijv. gedragsregels over de sollicitatiefase en dispensatie van de
toepasselijke cao (als een werkgevers dispensatie wordt
verleend, staan cao-partijen deze werkgever toe af te wijken van
waartoe de cao hem verplicht).
 SER, publiekrechtelijk orgaan uit 33 leden (adviesorgaan van de
regering ten aanzien van sociaaleconomische vraagstukken.
o Elf van hem benoemd door werknemers
o Elf door werkgeverscentrales
o Overige elf leden worden aangewezen door de Kroon (regering).

De vakbonden verrichten werkzaamheden van velerlei van aard.
 Aanzienlijk gedeelte van hun tijd bezighouden met het onderhandelen over
collectieve arbeidsvoorwaarden en dan vooral met het sluiten van cao’s.
 Bezig met belangenbehartiging: opkomen voor hun leden.
 Vakcentrales coördineren en uniformeren al deze werkzaamheden en
vertegenwoordigen hun leden naar buiten toe (in de maatschappij), bijv. door
politiek actief te zijn en te lobbyen voor de belangen van werknemers.

6.4 Verenigingen van werkgevers
 Landelijke vakcentrales enerzijds, anderzijds werkgeversverenigingen
o Drie vakcentrales momenteel; opereren op specifeke gebieden van het
bedrijfsleven
 Terrein van Industrie, Handel, Bank- en verzekeringswezen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hhsgebruiker. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.36. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64670 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling

Recently viewed by you


$3.36  1x  sold
  • (1)
Add to cart
Added