100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Verbintenissenrecht samenvatting 3e boek $5.17   Add to cart

Summary

Verbintenissenrecht samenvatting 3e boek

 63 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting deel: Rechtshandeling en overeenkomst (3)

Preview 4 out of 52  pages

  • April 2, 2018
  • 52
  • 2017/2018
  • Summary
avatar-seller
Verbintenissenrecht
samenvatting; Rechtshandeling
en overeenkomst (3)
Deel I. De verbintenis en haar bronnen.
Bijeenkomst 1.


Hoofdstuk 1. Algemene inleiding
1.1 Introductie

Niet van toepassing



1.2 De rechtshandeling

3. Begrip rechtshandeling

Art. 3:33 geef aan wat voor een rechtshandeling nodig is: een rechtshandeling vereist een op
rechtsgevolg gerichte wil, die zich door een verklaring heef geopenbaard. Daarbij is onder
rechtsgevolg te verstaan het ontstaan, gewijzigd raken of tenietgaan van een bepaalde juridische
relatie. Subjectieve benaderinn  handelende persoon en diens bedoelingen afstemmen.
Objectieve benaderinn  uiterlijk waarneembare feiten centraal stellen en die beoordelen naar
verkeersopvatngen.



4. Rechtshandelingen versus andere handelingen

Rechtshandelingen zijn uitsluitend de handelingen die, naar hun aard, gericht zijn op een of meer
bepaalde rechtsgevolgen.

Zolang er geen zwaarwegende redenen zijn voor het tegendeel, zal het recht zich achter de
handelende en zijn rechtshandeling opstellen, in die zin dat het de rechtsgevolgen waarop wordt
aangestuurd ook inderdaad doet intreden. Aldus komt de menselijke autonomie tot uitdrukking, dat
wil zeggen de bevoegdheid van elk individu om de eigen rechtspositie te bepalen.



5. Meerzijdige en eenzijdige rechtshandeling

De meerzijdige rechtshandeling laat zich omschrijven als een rechtshandeling die door meer dan een
persoon wordt verricht.

De eenzijdige rechtshandeling wordt door een persoon tot stand gebracht. Voor de
geldigheid van veel van deze eenzijdige rechtshandelingen is vereist, dat de bewuste handeling tot

,een bepaalde andere persoon wordt gericht. Die andere persoon brengt de handeling niet zelf mede
tot stand, maar hij fungeert als ontvanger van de verklaring, als geadresseerde.

Voor eenzijdige niet-gerichte rechtshandelingen zijn voor de totstandkoming noch de
instemming van een andere persoon, noch de ontvangst door een bepaalde andere persoon
noodzakelijk.



6. Wettelijke regeling

Niet van toepassing.



7. Rechtshandelingen buiten het vermogensrecht

De bij dit enerzijds-anderzijds passende conclusie is neergelegd in de schakelbepaling van art. 3:59:
de regels van de rechtshandelingentitel vinden buiten het vermogensrecht overeenkomstige
toepassing, voor zover de aard van de rechtshandeling of rechtsbetrekking zich daartegen niet
verzet.



1.3 De (obligatoire) overeenkomst

8. Begrip overeenkomst

Art. 6:213 BW geef een defnitie. Volgens dit artikel wordt de overeenkomst gekenmerkt door haar
verbintenisscheppende – vaak wordt gesproken van obligatoire – karakter. Ook vaak contract
genoemd. Dit eveneens ter aanduiding van de door die handeling in het leven geroepen
rechtsverhouding.



9. Wettelijke regeling: gelaagde structuur

Niet van toepassing.



10. Meerpartijenovereenkomst

Overeenkomsten tussen meer dan twee partijen.



11. Bijzondere overeenkomsten

Sommige overeenkomsten zijn in boek 7(a) van een nadere wetelijke uitwerking voorzien, zoals
koop, huur en arbeidsovereenkomst. Sommige overeenkomsten voldoen aan de omschrijvingen van
meer dan een van de in de wet uitgewerkte bijzondere contracten  gemengde overeenkomsten.



12. Verdere onderscheidingen van (obligatoire) overeenkomsten

,De obligatoire overeenkomsten kunnen aan de hand van diverse criteria op diverse wijzen worden
onderverdeeld:

A. Tweepartijen- tegenover meerpartijenovereenkomsten

B. Bijzondere (en gemengde) overeenkomsten tegenover niet-bijzondere.

C. Wederkerige overeenkomsten (beide partijen verrichten een prestatie) tegenover eenzijdige
overeenkomsten.

D. Overeenkomsten onder bezwarende titel tegenover overeenkomsten om niet.

E. Consensuele overeenkomsten (vormvrij) tegenover formele (en reële) overeenkomsten.

F. Kortstondige overeenkomsten tegenover duurovereenkomsten.

 Niet uitputend.



13. Grondbeginselen van contractenrecht

Het recht betrefende de obligatoire overeenkomst wordt beheerst door een drietal
grondbeginselen:

- Contractsvrijheid;

- Vormvrijheid;

- Verbindende kracht van de overeenkomst (pacta sunt servanda).



14. Contractsvrijheid

Het staat partijen vrij een overeenkomst te sluiten met wie zij wensen, met de inhoud welke zij
wensen en op het moment dat zij wensen. De contractsvrijheid vindt haar grens, waar de uitoefening
ervan in een concrete situatie in confict komt met een belang van hogere orde (art. 3:40 BW).

Dwingend recht komt met name voor indien de wetgever aan een van de partijen een
bijzondere rechtsbescherming wil bieden, en verder wanneer niet alleen de belangen van de
contractanten, maar ook of juist die van derden in het geding zijn.



15. Consensualisme en verbindende kracht

Art. 3:37 BW  vormvrijheid.

Pacta sunt servanda  art. 6:248 BW.

16. Partijen en hun hoedanigheid

De wet geef een regeling van het rechtshandelingen- en overeenkomstenrecht, die van toepassing is
op alle soorten contractspartijen.

, In het Haviltex-arrest overwoog de HR ten aanzien van de contractsuitleg in het algemeen,
dat daarbij van belang kan zijn tot welke maatschappelijke kring partijen behoren en welke
rechtskennis van zodanige partijen mag worden verwacht.



17. Niet-obligatoire overeenkomsten

Er bestaan diverse andere overeenkomsttpen, zoals in het verbintenissenrecht de liberatoire
overeenkomst (verbintenissen tenietdoen), en in het goederenrecht de goederenrechtelijke of
zakelijke overeenkomst (leveringsvereiste art. 3:84 BW). Schakelbepaling art. 6:216 BW.



1.4 Afrondende algemene opmerkingen

18. Kenbronnen

Het zijn de wet, de rechtspraak en de literatuur. Ook de parlementaire geschiedenis van het
wetboek.



18a. Europese richtlijnen

De organen van de EU stellen geregeld richtlijnen vast die voor het burgerlijk recht relevant zijn.
Zulke richtlijnen hebben geen directe horizontale werking: een burger kan zich er in een confict met
een andere burger niet rechtstreeks op beroepen. Een EU-richtlijn werkt langs indirecte weg. Zij is
gericht tot de lidstaten en verlangt van hen de ontwikkeling van implementatiewetgeving, waarmee
hun bestaande wetgeving aan de in de richtlijn opgenomen eisen wordt aangepast. Op de aldus
ontwikkelde nationale wet kan de burger zich wel beroepen jegens anderen. Als een lidstaat
ontoereikend implementeert, dan schendt zij het EU-recht, hetgeen haar schadeplichtig zal maken
jegens daardoor benadeelde burgers.

Volgens de vaste jurisprudentie van het EU-HvJ en HR is de nationale rechter gehouden zijn
nationale recht zoveel mogelijk in het licht van de bewoordingen en het doel van de richtlijn uit te
leggen (richtlijnconforme interpretatie). Voelt de rechter zich onzeker  prejudiciële vraag HvJ.



19. Rechtsvergelijking

Hoewel de buitenlandse oplossingen voor ons recht niet dwingend zijn, is de rechtsvergelijking een
niet te onderschaten bron van inspiratie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller shannonstiels. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.17. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73091 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.17
  • (0)
  Add to cart