Tab 2.3 Zorg aan moeder en kind
1 Anatomie en fysiologie van de vrouwelijke geslachtsorganen
1.1 Anatomie van de uitwendige geslachtsorganen (genetalia externa, vulva)
Venusheuvel: bevindt zich voor de symfyse en is behaard en verheven door onderhuids vetweefsel
Labia maiora: grote schaamlippen waarvan de buitenzijde behaard is en de binnenzijde glad. Ze
komen zowel boven als onder samen. Productie van zweet, slijm en talg.
Labia minora: kleine schaamlippen die niet behaard zijn en veel bloedvaten en talklieren bevat die
smegma afscheiden. Komen enkel boven samen en gaat over op de clitoris.
Vestibulum bevat de uitmonding van de urethra, vagina en 2 klieren van Bartholin. De klieren
zelf liggen in de grote schaamlippen en produceren slijm in de vagina.
Clitoris: klein zwellichaam met veel bloedvaten en zenuwen
1.2 Anatomie van de inwendige geslachtsorganen (genetalia interna)
Vagina: buisvormig orgaan gelegen tussen het hymen en cervix (baarmoederhals). Rekbaar en
bekleed met slijmvlies dat geen klieren bevat.
Vochtproductie door transsudatie en afschilferen van cellen onder hormonale invloed
Melkzuurbacillen produceren melkzuur om de vagina te verdedigen
Uterus (baarmoeder): Ligt in het midden van het kleine bekken achter de blaas voor het rectum.
Cavum: de holte in de baarmoeder
Fundus: koepelvormig deel waarin links en rechts eileiders uitmonden (boven
Corpus: baarmoederlichaam (midden)
Cervix: baarmoederhals (onder): bevat slijmvormende klieren ter bescherming van infecties.
Afhankelijk van de hormonale veranderingen (transport spermatozoïden)
o Cervicaal kanaal: loopt door de cervix
o Ostium internum: inwendige baarmoedermond
o Ostium externum: uitwendige baarmoedermond
o Portio: deel van de cervix dat in de vagina uitpuilt
Tubae (eileiders): twee buisjes die in de fundus van de uterus uitmonden. De bevruchting vindt
plaats in het buitenste derde deel van de eileider. Transport door trilhaartje en peristaltiek duurt 3 –
4 dagen.
Ovaria (eierstokken): Regelen samen met de hypofyse, hypothalamus en hersenschors de
menstruele cyclus (Gemiddeld 28 dagen en start bij de menstruatie en duurt 5 – 6 dagen, ovulatie 14
dagen voor het einde van de cyclus)
Trope hormonen: hormonen die andere organen stimuleren tot het produceren van hormonen op
hun beurt. Bij een teveel van het tweede wordt het eerste geremd.
FSH (follikel stimulerend hormoon): stimuleert de rijping van de follikel (cellaag rond de eicel),
de follikel produceert oestrogeen, oestrogeen zorgt voor opbouw van endometrium
(baarmoederslijmvlies). Dit duurt 14 dagen, overblijfsel follikel is corpus luteum.
LH (luteïniserend hormoon): Na dag 14 is de ovulatie (openbarsten follikel), het gele lichaam
(overblijfsel follikel) produceert progesteron, progesteron remt de verder follikelgroei en maakt
het endometrium af (klaar voor nesteling). Dit duurt 14 dagen.
, Geen bevruchting: Corpus luteum wordt corpus albicans. endometrium wordt afgesloten
gevolgd door menstruatie (5 – 7 dagen)
Bevruchting: eicel nestelt in het endometrium. Corpus luteum wordt corpus albicans en houdt
de progesteronspiegel op peil tijdens de eerste weken van de zwangerschap.
1.3 Productie van melk
1. Stuwing: De eerste dagen is er een verhoogde aanbreng van vocht en bloed in de borsten met
een piek rond de derde dag. Colostrum is de eerste melk is dikker en geliger maar goed
verteerbaar.
2. Secretie (productie): Dopamine wordt onderdrukt bij het zuigen van de baby.
Prolactine (hypofysevoorkwab): stimuleert de melkproductie
Dopamine (hypothalamus): remt de productie van prolactine
3. Excretie (uitscheiding): Onder invloed van zogen, horen en zien van de baby.
Oxytocine (hypofyseachterkwab): toeschietreflex (samentrekken spierweefsels rond
kliertrosjes en melkgangen), tepelerectie, naweeën. Geremd door angst, stress, moeheid
, 2 De normale zwangerschap
Een normale zwangerschap duurt gemiddeld 40 weken.
2.1 Het ontstaan van de zwangerschap
Kiemcelperiode (conceptie tot nidatie van de zygote in de baarmoeder)
1. Reductiedeling: Voor het versmelten van de eicel en zaadcel wordt het aantal chromosomen
gehalveerd
2. Conceptie: vindt plaats in het buitenste derde van de tuba waarbij slechts 1 kop van de zaadcel
de eicel binnendringt (ondersteuning van duizenden).
3. Tijdens de reis naar de baarmoeder (4 tot 8 dagen) gebeuren celdelingen. De centrale groep
ontwikkeld zicht tot embryo en de verwikkelde laag tot placenta, vliezen en navelstreng.
Tweelingen
Monozygote tweeling (Eeneiige tweeling): Bevruchting van 1 eicel door 1 zaadcel waarbij de eicel
deelt en 2 embryo’s ontstaan. Ze zijn genetisch identiek en hebben hetzelfde geslacht.
Splitsing voor dag 5: Embryo’s hebben eigen amnion- en chorionvlies
Splitsing tussen dag 5 en 10: Embryo’s hebben eigen amnionvlies en gezamenlijk chorionvlies
Splitsing na dag 10: Embryo’s hebben gezamenlijk amnion- en chorionvlies met kans op het
ontstaan van een Siamese tweeling.
Dizygote tweeling (twee-eiige tweeling): Twee eicellen komen tegelijk vrij uit de eierstokken en
worden beiden bevrucht. Er zijn twee personen met verschillende genen.
Embryonale periode
Vanaf nidatie (innesteling) tot 8 weken. Kritiek voor de hele zwangerschap met organogenese
(orgaanontwikkeling). Schadelijke invloeden van buitenaf kunnen een miskraam veroorzaken.
Foetale periode
Vanaf de 8e week tot het einde van de zwangerschap. De foetus is op 8 weken volledig af en de
periode wordt gekenmerkt door lichamelijke groei en rijping van de weefsels organen.
2.1.1 Verdere ontwikkeling van de zwangerschap
De amniosholte
De amniosholte is gevuld met het vruchtwater, de placenta en de navelstreng. Het biedt
bescherming tegen infectie en het verstrijken en ontsluiten van de cervix bevorderen.
Amniosvlies (bij de foetus): glad, doorschijnend en bevat geen bloedvaten
Chorionvlies (tegen de uteruswand): minder glad en doorschijnend met vele kleine vaatjes.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kevindelaet. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.00. You're not tied to anything after your purchase.