Samenvatting De Hullu en jurisprudentie week 8 strafrechtelijke
aansprakelijkheid aug-dec 2023
4.3. de rechtspersoon als rechtssubject
Rechtspersoon in Sr geen vanzelfsprekend rechtssubject. Traditionele bezwaren zijn dat opzet, schuld
en daderschap moeilijk bij RP kunnen worden aangenomen en andere handhavingsstelsel geschikt
worden geacht (bestuur en civiel). RP minder tastbaar dan nat. persoon. In NL strafrecht (SR) is
rechtspersoon (RP) in algemene zin als rechtssubject geaccepteerd. Gewone positie RP past ook bij
rechtswerkelijkheid: in verschillende juridische disciplines heeft RP gewone plaats gekregen. Feitelijk
gezien is SR aansprakelijkheid van RP gewoon geworden, zeker bij economische en milieudelicten. RP
kan ook slachtoffer zijn van strafbare feiten (s.f.) Bij diverse onderwerpen rijst de vraag of beide type
rechtssubjecten vergelijkbaar kunnen en moeten worden behandeld. De wet lijkt wel van volledige
gelijkschakeling uit te gaan zo volgt uit art. 51 Sr en uit ontbreken bijzondere regels. Er zijn verschillende
typen RP. kleine, sterk met bepaalde nat personen (zoals eigenaar) verbonden RP kunnen veel
menselijks hebben. Dat kan minder worden bij RP die complexer zijn betreft grootte, structuur of
hiërarchische verhoudingen. In bijzondere omstandigheden kan een samenvloeiing plaatsvinden
waardoor een nat. persoon met RP wordt vereenzelvigd. Dat kan van belang zijn bij bijz. delicten of bij
mogelijkheden voor ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel.
Wetsgeschiedenis
Vroeger kon een s.f. enkel worden gepleegd door een nat. persoon. Belangrijke momenten, zoals
toenenemde bijzondere wetten in de economische sfeer die bestuurders SR aansprakelijk stelden voor
s.f. binnen RP. toenmalige art. 15 lid 1 WED bevatte algemene regel dat RP economische delicten
konden begaan en dat ze daarvoor konden worden vervolgd en gestraft. Vervolgens werd art. 51 Sr
gepresenteerd. De aansprakelijkstelling van RP is sluipenderwijs NL Strafrecht binnengekomen, van
bijzonder naar steeds algemenere regelingen.
Om welke RP gaat het in SR?
Art. 51 Sr geen nadere definitie RP. het is de bedoeling aansluiting te zoeken met civiele recht. In
theorie en praktijk gaat vooral om privaatrechtelijke RP. in vorm NV, BV, coöperatie, onderlinge
waarborgmaatschappij, stichting of vereniging. Bepaalde samenwerkingsverbanden kunnen vrij
gemakkelijk in civielrechtelijke zin als RP worden aangemerkt (bijv. informele vereniging). Ook van
buitenlandse RP wordt veelal naar NL recht RP erkend. Belangrijk is dat art. 51 lid 3 Sr aanvulling op
civielrechtelijke regeling geeft door in SR zin met een RP gelijk te stellen: stille of openbare
vennootschap, de rederij en het doelvermogen. SR moet soms begrippen definiëren vanuit eigen functie
en dan ontstaat disharmonie. Daarom behoeft imperfectie van formele aard, waardoor bestaan RP civiel
dubieus wordt, SR gezien niet relevant te zijn. Organisaties en samenwerkingsverbanden zijn doorgaans
probleemloos rechtssubject in SR zin.
De dood van een RP
RP kan op bepaalde manier ophouden te bestaan (gemakshalve term ontbinding). Wetgever geen
specifieke regeling voor SR gevolgen van ontbinding van verdachte of veroordeelde RP. dat past in beeld
dat wetgever complicaties rond invoering art. 51 Sr slechts ten dele onder ogen zag en steevast naar
rechtspraktijk doorschoof. HR een standaard voor SR positie van overleden RP ontworden, waarbij ten
dele bij regels voor nat. personen is aangesloten. Ontbinding onherroepelijk veroordeelde RP heeft
vermoedelijk geen SR consequenties art. 6:2:21 Sv kennelijk n.v.t. RP. HR stelde immers dat een ‘boete
ook na beëindiging van vennootschap op dezelfde wijze als iedere andere schuld van de ontbonden
vennootschap kan worden ingevorderd. Ander lijn uitgezet voor gevolgen ontbinding van verdachte RP.
HR heeft klassieke art. 69 Sr over het verval van vervolgingsrecht bij dood van de verdachte nat.
persoon slechts op RP van toepassing verklaard voor die gevallen, waarin ‘op het tijdstip dat een
vervolging wordt aangevangen voor derden kenbaar is (bijv. publicatie Handelsregister) dat vaststaat dat
RP ontbonden is. Dit geldt niet voor de eventuele feitelijke leidinggever en opdrachtgever aan s.f. dat
door RP is begaan. Soms mag (o.g.v. maatschappelijke realiteit) ook een later in beeld komende, soms
pas na het s.f. geboren RP als relevant rechtssubject worden aangemerkt.
Bijzondere positie voor publiekrechtelijke RP?
, Onder ruime categorie RP art. 51 SR vallen i.i.g. naar de letter ook publiekrechtelijke RP. inmiddels zijn
ook publiekrechtelijke RP vervolgd. Vooral voor ordeningsdelicten, maar i.v.m. incidenten als
Enschedese vuurwerkramp, cafébrand in Volendam en Schiphol-brand is vervolging voor commune
delicten geopperd. Kader voor rechtspraak: geen algemene uitsluiting van vervolging of strafbaarheid,
maar een beoordeling van geval tot geval waarbij vooral de contect waarin gedraging zich afspeelt
(typisch publiekrechtelijk of niet) en het gelijkheidsbeginsel van belang werden geacht. Voor SR
immuniteit werd in eerste plaats vereist dat RP een openbaar lichaam is i.d.z.v. H7 GW. Vervolgens
moest tenlastegelegde gedraging van openbaar lichaam als uitvoering overheidstaak kunnen worden
gezien.
Maar in op dit moment geldende recht weergevende tweede Pikmeer-arrest is taakcriterium sterk
beperkt, en wel tot gevallen waarin ‘de desbetreffende gedragingen naar haar aard en gelet op het wettelijke
systeem rechtens en niet anders dan door bestuursfunctionarissen kunnen worden verricht in kader van
uitvoering van de aan het openbaar lichaam opgedragen bestuurstaak, zodat uitgesloten is dat derden in
zoverre op gelijke voet als openbaar lichaam aan het maatschappelijke verkeer deelnemen.’
Staat moest zelf keer in verdachtenbank plaatsnemen. In feitelijke aanleg was staat veroordeeld, maar
was tevens bepaald geen straf op maatregel werd opgelegd omdat elke straf of maatregel enkel een
symbolische werking kan hebben. HR aanvaarde echter voor staat een algemene
vervolgingsuitsluitingsgrond met kernachtige overweging: ‘als uitgangspunt heeft te gelden dat
handelingen van staat geacht moeten worden te strekken tot behartiging algemeen belang. Daartoe kan
de staat door wet- en regelgeving, bestuur, feitelijke gedragingen of anderszins zich alle
aangelegenheden aantrekken. Voor handelingen van staat zijn Ministers en staatssecretarissen in
algemeen verantwoording schuldig aan Staten-Generaal. Daarnaast kunnen zij ter zake ambtsmisdrijven
SR worden vervolg en berecht op de voet van art. 483 Sv en volgende. Met dit stelsel strookt niet dat
staat zelf voor zijn handelingen SR aansprakelijk kan worden gesteld.’ *volkel-arrest? Verder heeft HR
beslist dat vervolgbaarheid van publiekrechtelijke RP zo nauw samenhangt met hun vervolgbaarheid dat
een eventuele immuniteit voor rechtspersoon ook geldt t.a.v. leidinggever (eerste Pikmeer-arrest). Naar
huidig recht gaat dus vooral om leiddinggeven aan s.f. van de staat, omdat immuniteit van lagere
publiekrechtelijk RP sterk is beperkt.
Uitgebreide discussie SR positie publiekrechtelijke RP. de leer van de machtenscheiding, zinloosheid van
estraffing (overheid zou aan zichzelf betalen). Maar volgens Hullu kunnen deze argumenten worden
gerelativeerd met oog op bestuursrecht en civiel recht. SR controle kan een zinvolle aanvulling zijn op
democratische controle, kan bijdragen aan stelstel van checks and balances waarijn de
machtsuitoefening door staat is onderworpen. HR stelde in tweede Pikmeer-arrest voorop dat overheid,
zowel staat als decentrale overheden, zich als iedere burger dient te houden aan de wet.
HIII paragraaf 1
1. Daderschap, de delictsgedraging
Pompe stelde aan gedraging de eis van ‘uiterlijke waarneembaarheid’. Het enkele zijn kan niet strafbaar
zijn. Anders zou voor strafbaarheid vereiste wederrechtelijkheid ontbreken. Volgens
Noyon/Langemeijer/Remmelink ‘gaat alle vastheid verloren zo de strafwetgever zich zou gaan
bezighouden met puur geestelijke activiteiten’ en Buruma bepleit dat SR relevante gedraging een of
meer veranderingen teweeg moet brengen. Uitgangspunt van uiterlijk waarneembare gedraging past in
NL SR waarin individuele aansprakelijkheid voor eigen gedrag vooropstaat en risico- en collectieve
aansprakelijkheid in principe worden afgewezen. Wij kennen een daadstrafrecht!
Bij begrip daderschap kan je denken aan vervulling gehele delictsomschrijving. Stelen is dan begaan van
diefstal. In onderstaande ligt nadruk echter specifiek op de delictsgedraging en niet op de andere
bestanddelen van s.f. Het gaat bij s.f. eigenlijk steeds om een ‘bijzondere’ gedraging in een bijzonder
delict en het is maar de vraag in hoeverre al die verschillende bijzondere gedragingen vaste en
gemeenschappelijke kenmerken bezitten. Dat wordt versterkt doordat delictsgedraging mede moet
worden gezien in licht van de overige bestanddelen. Delictsgedragingen kunnen ook sterk verschillen in
nadere bepaaldheid. Berucht zijn bijv. zorgplichtbepalingen waarin algemene verplichting tot zorgvuldig
gedrag wordt omschreven: welk gedrag daaronder valt, is vaak niet op voorhand precies duidelijk. Maar
ook gedraging als brand stichten of overstroming veroorzaken of mishandeling niet erg gespecificeerd.
Gedraging wordt als het ware bepaald door het gevolg (geldt helemaal bij culpoze gevolgsdelicten uit
art. 307 en 308 Sr).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beterdanathenastudies. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.94. You're not tied to anything after your purchase.