Samenvatting De Hullu en jurisprudentie week 3 strafrechtelijke
aansprakelijkheid 2023
H2 par 2
SR causaliteit : Plaatsbepaling
De causaliteit: veroorzaken van gevolgen. Leer direct vooral betrekking op
delictsomschrijvingen waarin op de een of andere manier duidelijk een bepaald gevolg als
bestanddeel is opgenomen. In jurisprudentie verschillende theorieën en criteria ontwikkeld
om causaliteit nader inhoud te geven. Bij bewezenverklaring aan bod. Eventueel bij
straftoemeting nuancering m.b.t. causaliteit. Oordeel kan lastig zijn bij nalaten of tot een
keten van gebeurtenissen leidt of gevolgen pas na langere tijd openbaren.
2.2. klassieke causaliteitscriteria
Conditio sine qua non criterium: het gedrag in kwestie moet redelijkerwijs een onmisbare,
noodzakelijke voorwaarde voor het gevolg zijn geweest. Er is in beginsel geen juridische
causaliteit wanneer aannemelijk zou zijn dat het gevolg ook zonder het gedrag zou
intreden. In de regel vooral om een strafrechtelijke relevante oorzaak te selecteren uit de
omvangrijke groep feitelijke onmisbare voorwaarden. Die normatieve keuze is
onvermijdelijk omdat causale relaties moeten worden vastgesteld met het oog op
strafrechtelijke aansprakelijkheidsstelling.
Causa proxima-theorie: kiest de naaste, dichtstbijzijnde oorzaak als de juridisch relevante
oorzaak. Overwegingen die spreken over een onmiddellijk en rechtstreeks gevolg. Theorie
geeft weinig ruimte omstandigheden van het geval in beoordeling te betrekken.
Relevantietheorie: selecteert binnen onmisbare voorwaarden voor intreden van het gevolg
de oorzaak (of oorzaken) die in de optiek van de wetgever voor het delict in kwestie als
meest relevante geldt (of gelden). Bijv. bij mishandeling dood tot gevolg had wetgever voor
ogen dat ‘het letsel’ altijd kans heeft dodelijk te blijken. Dus in zekere zin om voor het
delict ‘typische’ oorzaken waarbij ook van belang kan zijn de manier waarop gevolg
intreedt.
Adequatietheorie: vooral staat centraal de voorzienbaarheid voor de verdachte van (de
kans op) een bepaald gevolg (het typische gevolg is immers meestal ook goed
voorzienbaar). (Wat zou een gemiddeld mens naar algemene ervaringsregels hebben
kunnen voorzien?) bijv. verdachte botste tegen een voor spoorwegovergang stilstaande
voorganger waardoor deze met auto op spoor schoof en na verlaten auto door trein werd
geschept. Ookal had slachtoffer door schrikreactie niet optimaal gereageerd, toch was een
en ander voor verdachte ‘naar algemene ervaringsregels redelijkerwijze te voorzien’.
2.3. causaliteit a.d.h.v. redelijke toerekening
Criterium ‘de redelijke toerekening: in casu verkeersongeluk waarbij slachtoffer twaalf dagen
later overleed door massale longembolie, welke als verwikkeling is voortgekomen uit de
opgelopen letsels. Zo’n medische complicatie werd niet van zodanige aard (gevonden) dat het
overlijden van het slachtoffer redelijkerwijze niet meer als gevolg van de botsing aan de dader
zou kunnen worden toegerekend. Ernst letsel als direct gevolg ongeval vermoedelijk
belangrijke rol. In moeilijke gevallen blijkt leer uitkomst te kunnen bieden. Voor meerdere
mensen kan volledige causaliteit voor één gebeurtenis worden aangenomen en staat
medeschuld niet aan volledige causaliteit door dader in de wet, kan wel bij straftoemeting een
rol spelen.
- Nalaten: verwaarlozing amper 2 maanden oude baby. Vader had nagelaten tijdig een
dokter te waarschuwen, ten gevolge waarvan de baby was overleden (255 en 257 Sr).
het vaststellen van de plicht om te handelen is belangrijk.
, 2.4. verschillende uitkomsten? Relevantie conditio sine qua non?
Man ruzie vriendin en schoot op haar met vuurwapen. Schot veroorzaakte hoge dwarslaesie
en ernstige longinfectie. Op uitdrukkelijke verzoek slachtoffer werd behandeling longinfectie
afgezien waarna ze door massale longontsteking overleed. HR liet veroordeling doodslag tot
stand omdat ´de verdachte de omstandigheden in het leven heeft geroepen die het slachtoffer
ertoe hebben gebracht de beslissing te nemen af te zien van medische behandeling en die
beslissing in die keten der gebeurtenissen niet een zodanige invloed heeft gehad dat dood
slachtoffer redelijkerwijs niet meer als gevolg van het handelen vd verdachte aan deze zou
kunnen worden toegerekend´.
Verschillende causaliteitscriteria kunnen in dergelijk geval tot verschillende uitkomsten leiden:
Beslissing slachtoffer is vermoedelijk meest nabije oorzaak dood geweest (causa proxima-
toets);
In de relevantietheorie valt niet uit te sluiten dat door beslissing slachtoffer het handelen
van verdachte evenmin als rechtens relevante oorzaak van overlijden zou worden
aangemerkt (bijv. omdat wetgever aanzetten tot zelfdoding in art. 294 Sr strafbaar heeft
gesteld).
In lijn met eierschedel-arrest zou naar inschatting van Hullu o.b.v. adequatietheorie wel
causaliteit zijn geaccepteerd, omdat het overlijden van de vrouw in het algemeen te
voorzien is voor degene die haar zo gericht neerschiet.
Conditio sine qua non-drempel ten slotte is probleemloos: handelen van de verdachte is
redelijkerwijs op zijn minst een onmisbare voorwaarde voor dit overlijden geweest. Af en
toe is deze drempel problematisch, terwijl wel causaliteit wordt aangenomen o.b.v. de
redelijke toerekening. Dit hang er vooral mee samen dat onzekerheid kan bestaan over de
feitelijke vraag of er sprake is van conditio sine qua non. Bijv. bij arrest over de
verwaarloosde baby. HR overwoog: ‘de stelling dat voor het aannemen van het
oorzakelijke verband tussen het bewezenverklaarde nalaten van de verdachte en de dood
van het slachtoffer in de gegeven omstandigheden de genoemde mogelijkheid dat het
slachtoffer ook bij het tijdig inschakelen van medische hulp zou zijn overleden uitdrukkelijk
door het gebezigde bewijsmateriaal zou moeten worden uitgesloten, kan niet als juist
worden aanvaard.’ Niet in alle gevallen kan worden vastgesteld of het bewezenverklaarde
gedrag daadwerkelijk een onmisbare voorwaarde voor intreden gevolg is geweest (zeker bij
nalaten).
Onzekerheid over onmisbare voorwaarde is onderkend in de ‘alternatieve causaliteit’. Bv:
twee feilloos schietende lieden vermoorden gelijktijdig iemand (elk schot was dodelijk) en
in hoeverre kan bijv. worden vastgesteld dat hartaanval tijdens of na gewelddadige overval
zonder die overval niet zou zijn opgetreden? Of messteek en later overleden aan bacteriële
longontsteking waarvan niet helemaal kon worden uitgesloten dat die infectie in ander
verband was opgelopen:
HR: staat aan causaliteit niet in de weg ‘een hoogst onwaarschijnlijke mogelijkheid dat een
andere omstandigheid (dan de messteek en daaropvolgende noodzakelijke medische
handeling) heeft geleid tot dood slachtoffer.
Groninger HIV-arrest: het complexe toetsingskader ‘komt erop neer dat in gevallen als
onderhavige voor redelijkerwijs toerekenen van het gevolg aan (een gedraging van) de verdachte
ten miste is vereist dat wordt vastgesteld dat dit gedrag een onmisbare schakel kan hebben
gevormd in de gebeurtenissen die tot het gevolg hebben geleid, alsmede dat ook aannemelijk is
dat het gevolg met aanzienlijke mate van waarschijnlijkheid door gedraging verdachte is
veroorzaakt. Of en wanneer sprake is van een dergelijke aanzienlijke mate van
waarschijnlijkheid, zal afhangen van de concrete omstandigheden van het geval. Bij beoordeling
daarvan kan als hulpmiddel dienen of in de gegeven omstandigheden de gedraging van de
verdachte naar haar aard geschikt is om dat gevolg teweeg te brengen en bovendien naar
ervaringsregels van dien aard is dat zij het vermoeden wettigt dat deze heeft geleid tot intreden
gevolg. Daarbij kan ook worden betrokken in hoeverre aannemelijk is geworden dat ten verwere
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller beterdanathenastudies. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.92. You're not tied to anything after your purchase.