100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Buitenlandse handel samenvatting $9.65   Add to cart

Summary

Buitenlandse handel samenvatting

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een samenvatting van het vak Buitenlandse Handel uit het 1ste jaar Bedrijfsmanagement Marketing & Supply Chain.

Preview 4 out of 31  pages

  • January 2, 2024
  • 31
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Buitenlandse handel
Hoofdstuk 1
1. Waarom internationale handel?
Door de liberalisering van de internationale handel kende de wereldhandel sinds WOII een groei. De
internationale handel groeit op LT zelfs veel sneller dan de jaarlijkse productie van goederen en
diensten in de wereld.
Wereldhandel = de som van de export (internationale handelstransacties) van alle landen van de
wereld.
Internationale handel = handelstransactie met als doel winst te maken.
 Randvoorwaarden:
o Onderhandelen van de verkoopovereenkomst
o Vervoer van goederen over langere afstand
o Overslag, (tijdelijke) opslag
o Verzekering
o Overheidsreglementeringen
o Betaling
o Financiering

BBP = Bruto binnenlands product, landsgrens binnen de grenzen geproduceerd. (alle zaken opgeteld
van toegevoegde waarde) vb: apple 190 dollar aangekocht en 198 verkocht -> 8 euro tw
GDP = Gross Domestic Product.
Casus:
Je bent aankoper van Primo Sports en overweegt de aankoop van 10.000 paar bokshandschoenen
van Tanchung LTD uit China. Aankoopprijs: $15.000
• Wat bepaalt dat we al dan niet aankopen?
Antwoord: douanekosten (invoerrechten, wie betaalt), vormen van belastingen, verpakking (wie gaat
er verpakken, verantwoordelijkheid), transportkosten
We gaan vergelijken
• Afspraken met Tanchung?
De betalingsvoorwaarden, handelstransactie,

Vraag : bespreking grafiek op dia12 (examenvraag)
Bij interpretatie van de grafiek is
Stap één: kijken naar de titel(waar gaat de grafiek over)(periode, eenheid, bron) vb: evolutie
wereldhandel en groei , evolutie gdp,...
Stap twee : grote en evolutie op lang termijn. Vb: de grote van de twee lijnen tegenover elkaar
Stap drie: grootste pieken en dalingen vb : de wereldhandel is in 2009 gedaald met 12% door
economische crisis.

,2. De handel in de wereld
Evolutie wereldhandel & BBP




2009: crisis wereldhandel, GDP en wereldhandel dalen sterk (economie krimpt). Na crisis een grote
stijging van GDP, daarna stabilisatie. In 2014 zijn er slechte cijfers; GDP & wereldhandel liggen onder
het gemiddelde (slechte positie). De wereldhandel daalt & stijgt veel sneller  door globalisatie.
Geopolitieke oorzaken: Rusland, Saoedi-Arabië, Iran, Syrië, Midden-Oosten (olie/grondstoffen zijn
laag)  onzekerheid op internationale markten. USD koers sterk  slecht (invoer van producten is
dan duurder).

Intermediaire goederen: half afgewerkte producten, goed voor Belgische economie.
Export >import  positief, export<import  negatief.


Hoofdstuk 2

1. Begrippen
Handelspolitiek = het gevoerde beleid van de overheid dat tot doel heeft de omvang, de waarde en
structuur van de in- en uitvoer van een land te beïnvloeden. Vb. Saoedi-Arabië.
De gevolgen van de gevoerde handelspolitiek zijn te terug te vinden in; het geheel van de
overheidsreglementeringen van een land, de afgesloten internationale handelsakkoorden en het
lidmaatschap van internationale instellingen zoals EU, …

Handelsakkoord = een overeenkomst tussen 2 of meer landen met doel de gehele of gedeeltelijke
opheffing van de bestaande handelsbelemmeringen, de wederzijdse handel, te bevorderen.
Vb. Onderhandelingen EU met Turkije.

Handelsbelemmeringen =verschillende vormen;
 Handelsrechten (meestal invoerrechten, maar kan ook gaan om uitvoer- of doorvoerrechten) of
tarifaire belemmeringen.
 Kwantitatieve handelsbelemmeringen (invoer-, uitvoerbeperking, invoer-, uitvoerverbod)

, Kwalitatieve handelsbelemmeringen (o.a. overdreven strenge technische, kwaliteits-, of
gezondheidsnormen)
 Administratieve belemmeringen (overdreven uitgebreide of ingewikkelde administratieve
procedures)
(Zichtbare handelsbelemmeringen, Onzichtbare/verdoken handelsbelemmeringen)

2. Soorten handelsakkoorden

De uiteenzetting hieronder wordt beperkt tot de belangrijkste en meest ingrijpende vormen van
handelsakkoorden, vooral dan deze waarbij ons land en de hele EU betrokken zijn.
1. Economische integratieakkoorden = een samenwerking tussen landen die gebaseerd is op
handelsakkoorden met ruimere economische doelstellingen dan enkel de bevordering van de
wederzijdse handel. Deze akkoorden beogen een volledige afschaffing van alle
handelsbelemmeringen en soms ook een samenwerking op economisch, industrieel, sociaal of
politiek vlak. Ze kunnen de vorm aannemen van;
 Vrijhandelszone (free trade area) = vrij verkeer van goederen tussen de leden van de
groep. Eigen handelspolitiek t.o.v. derde landen. Vb. NAFTA, EVA north-American free
trade area, Europese vrijhandelsassociatie.

 Douane-unie (tolunie, customs union) = vrij verkeer van goederen. Gemeenschappelijke
handelspolitiek t.o.v. derde landen. Vb. EU, Benelux Eco unie.

 Gemeenschappelijke markt (common market) = vrij verkeer van goederen.
Gemeenschappelijke handelspolitiek t.o.v. derde landen. Vrij verkeer van diensten,
kapitaal en arbeid. Vb. BLEU (BE+LUX), Benelux, EU

 Economische Unie (economic union) = vrij verkeer van goederen. Gemeenschappelijke
handelspolitiek t.o.v. derde landen. Vrij verkeer van diensten, kapitaal en arbeid.(vb
diensten: tansport, in Nederlandse firma de informatica beheersen, Kapitaal: Aandelen kopen op Franse beurs, arbeid: Belg
Geharmoniseerd economisch beleid.
kan in Nederland zo maar beginnen werken zonder extra vergunningen)
Vb. BLEU, Benelux, EU. (Enkel landbouwbeleid bij ons)

 Monetaire Unie (monetary union) = vrij verkeer van goederen. Gemeenschappelijke
handelspolitiek t.o.v. derde landen. Vrij verkeer van diensten, kapitaal en arbeid.
Geharmoniseerd economisch beleid. Geharmoniseerd monetair beleid (intrestpolitiek,
kredietpolitiek, vaste wisselkoersen (vb belgische frank stijgt of daalt te samen met andere europses munten)
of gemeenschappelijke munt) Vb. BLEU, EU (in wording)


2. Preferentiële handelsakkoorden = akkoorden afgesloten tussen 2 of meer landen, die tot doel
hebben te komen tot een vrije handel in bepaalde producten. Met vrije handel wordt bedoeld:
wederzijdse vermindering of afschaffing van de rechten en de kwantitatieve beperkingen. Een
preferentieel akkoord kan een wederkerig akkoord zijn, d.w.z. dat de handelsvoordelen of
preferenties die de landen elkaar toestaan, wederkerig zijn.

3. De Europese gemeenschap
EGKS = Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (°1952). Samenwerking op het vlak van de
productie en het gebruik van kolen en staal. Landen: Frankrijk, Duitsland, Benelux, Italië.
Doel:
 Vrij verkeer van steenkool, ijzer- en staalproducten
 Verzekeren van regelmatige bevoorrading en stabiele prijzen

,  Afschaffen monopolies
 Betere arbeids- en levensvoorwaarden
 Politieke dialoog en eensgezindheid

Van EEG naar EG = de 6 landen wilden verder samenwerken. De sector van kolen en staal was te
beperkt, was geen groeisector en werd met veel problemen geconfronteerd. Het verdrag van
Rome tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG), ging van toepassing op
1958. Op hetzelfde moment was ook het verdrag voor de Europese gemeenschap voor
atoomenergie (EGA of EURATOM) ondertekend. EGKS, EEG en EGA hadden elk een eigen bestuur,
maar in 1967 kwam er een fusie  Europese gemeenschap (EG). Vanaf 1973 waren er uitbreidingen.

Van EG naar EU = In 1987 ging de Europese akte van kracht, de voornaamste doelstelling was een
interne markt zonder grenzen met vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen
(voltooiing binnenlandse markt). Een andere belangrijke bepaling was dat voor het nemen van
beslissingen voortaan nog slechts een gekwalificeerde meerderheid nodig was i.p.v. eenparig. Voor
belangrijke beslissingen bleef unanimiteit behouden.
1991 verdrag van Maastricht: vorming economische en monetaire unie. Weg naar een Europese
eenheidsmunt. Vanaf 1993 spreken we van een Europese Unie. Verdrag van Lissabon in 2009: er
komen een aantal hervormingen om Europa beter bestuurbaar en democratischer te maken  2
nieuwe functies; permanente voorzitter (nu Donald Tusk) en een hoge vertegenwoordiger voor
buitenlandse zaken (nu Federica Mogherini).

Beslissingsstructuur EU (lezen)
1. Raad van de Europese Unie (Minsterraad) = een politiek beslissingsorgaan van de EU. Zij neemt
samen met het Europees parlement de beslissingen op voorstel van de Europese Commissie. Er is
1 minister van elke lidstaat. Een stemming wordt goedgekeurd wanneer: minimaal 55% van de
lidstaten voor is & deze lidstaten 65% van de inwoners van de EU vertegenwoordigen.

2. Commissie der Europese Gemeenschappen (Europese Commissie) = de uitvoerende macht, bezit
het initiatiefrecht (recht om voorstellen te formuleren) en wordt beschouwd als de motor van de
EU. Er is 1 lid per lidstaat. Taken commissie;
 Wetsvoorstellen formuleren over de verschillende beleidsterreinen.
 Controleren of Europese wetgeving correct wordt toegepast.
 Beheer van de begroting.
 Onderhandelen op internationale fora zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO)
 Uitvoeren van programma’s o.a. op gebied van ontwikkelings- en humanitaire hulp.

3. Het Europees parlement = vervult een essentiële rol bij de formulering, wijziging en goedkeuring
van de Europese wetgeving. Taken;
 Wetgeving: het vaststellen van Europese wetten, samen met de Raad.
 Begroting: het vaststellen van het budget van de Europese Unie, samen met de Raad.
 Controle: het Europees parlement controleert de activiteiten van de Europese Unie.
 Benoeming van bepaald functionarissen zoals Europese Commissie en haar voorzitter.

4. Economisch en sociaal comité = een adviesorgaan van de commissie. De 353 leden
vertegenwoordigen verschillende groepen die in het sociale leven een rol spelen zoals
vakbonden, werkgevers, verbruikers, landbouwers, …

5. Het hof van justitie = het hoogste rechtscollege van de EU en oefent controle uit op de
wettelijkheid van de besluiten van Raad en Commissie en waakt over de naleving van het
communautair recht.

Hoe ver staat de Europese Unie? lezen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller boukhima582. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.65. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.65
  • (0)
  Add to cart